width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

74

juli-augustus 1998

Schaalvergroting

Er gaat geen week voorbij of er wordt ergens ter wereld een megafusie of grootschalige overname aangekondigd: Thyssen en Krupp, Citicorp en Travelers, Daimler-Benz en Chrysler, enzovoort. Vaak gaat het hard tegen hard, zoals bij de strijd voor het zeggenschap over Rolls-Royce, waar BMW ondanks zware chantage uiteindelijk de duimen moest leggen voor VW. In eigen land was de fusie tussen CERA en Kredietbank nauwelijks een feit of de strijd rond de Generale Bank barstte los, met als overwinnaar, niet het Nederlandse ABN-AMRO, maar het Belgisch-Nederlandse Fortis. Nog voor het einde van de retrospectieve René Magritte, die met de steun van de Generale tot stand kwam, was de sponsor zelf opgedoekt. Een primeur van formaat!

Met deze overnames zijn sommen gemoeid die doen duizelen. Zo telde Daimler-Benz 43 miljard dollar neer voor Chrysler, en bedraagt de gezamenlijke omzet van Thyssen en Krupp jaarlijks 63 miljard dollar. De zakencijfers van sommige bedrijven belopen nu reeds meer dan het Bruto Nationaal Product van sommige landen. General Motors zet bijvoorbeeld meer om dan Denemarken, Exxon meer dan Noorwegen, en Toyota meer dan Portugal.

Deze ontwikkelingen roepen fundamentele vragen op, eerst en vooral met betrekking tot het democratische deficit waarmee ze gepaard gaan. De gedachte dat de politiek (of het volk dat de politiek vertegenwoordigt) de touwtjes in handen heeft, is onhoudbaar geworden. Is het dan niet vreemd dat deze illusie bijna dagelijks wordt gekoesterd en onderhouden in de media? Al het gezwets over politieke verantwoordelijkheid gaat per definitie voorbij aan de werkelijke krachten die het sociale en culturele leven in onze westerse maatschappijen domineren.

Officieel floreert het liberale model als nooit tevoren, bij nader toezien wordt het dagelijks door de praktijk ondergraven. Het is toch duidelijk dat economische concurrentie gewoonweg te duur is geworden. Dat bewijzen trouwens de massale ontslagen die steevast volgen op fusies of overnames. Het zijn in eerste instantie de marktaandelen van de concurrent die de overnemer interesseren, en in tweede instantie zijn eventuele technologische voorsprong. Niet alleen de democratie dus, maar ook de liberale markteconomie zelf staat op het punt te imploderen.

In dit nummer staan we, samen met Riccardo Petrella, uitgebreid stil bij deze ontwikkelingen, en bij eventuele pistes om ze het hoofd te bieden. Sven Lütticken toetst een hele resem artistieke en filosofische antwoorden op de kapitalistische markteconomie aan de praktijk van Atelier Van Lieshout. Oskar Bätschmann bespreekt de kunst van het grote formaat, de installatie, en Steven Jacobs gaat in op twee cineasten, Anthony Mann en John Ford, die zich confronteren met het grote formaat, meer bepaald de sublieme landschappelijke ruimte van de western.

Verder in dit nummer: Dirk Lauwaert over Burning with Desire – The Conception of Photography van Geoffrey Batchen; Rudi Laermans over de kunstsociologie van Niklas Luhmann, en Het Rijk der Vrouw, de derde aflevering van de strip De lage landen.