width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Publicaties

79

mei-juni 1999

13 juni 1999

Deze datum werkt nu al jaren als een rode lap op de spreekwoordelijke stier. De vorige verkiezingen, in 1995 – op alweer een Zwarte Zondag – lagen nauwelijks achter de rug, of er werd al met smacht uitgekeken naar de ‘moeder van alle verkiezingen’, die nu gelukkig nog maar slechts op iets meer dan één maand van ons verwijderd zijn. Deed een politiek of maatschappelijk feit zich voor – de ontdekking van de vermoorde meisjes, de Witte Mars, de ontsnapping van Marc Dutroux – dan werd daarover steevast opgemerkt dat de politiek in het algemeen, en de regering in het bijzonder erop zou worden afgerekend. Het is ondertussen haast een dagelijkse reflex geworden om wantoestanden op het spoor te komen en de (politiek) verantwoordelijken aan te wijzen. Over die permanente staat van verontwaardiging leverde Bart Meuleman een bijdrage, die ook als naschrift kan worden gelezen bij zijn vorige tekst over televisie in Vlaanderen.

Wat betekenen die Zwarte Zondagen en de Witte Mars voor onze democratie? In de tekst De vergeten crisis van de democratie komt Rudi Visker tot de pertinente conclusie dat er in de Witte Mars wellicht iets anders op het spel stond dan op de Zwarte Zondagen. Al te vlug en al te gemakzuchtig begrijpen we de Witte Mars als een uiting van de nieuwe mondigheid van de burger, maar misschien was het integendeel een manifestatie van fundamentele onmondigheid – een onmondigheid die Visker in verband brengt “met hét politieke moment van de democratie”.

De nakende verkiezingen vormen niet alleen een goede aanleiding om te reflecteren over het wezen van de democratie, uiteraard staan we ook stil bij het beleid zelf, meer bepaald bij de verwezenlijkingen van Luc Martens, Vlaams Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn. Wat is er de afgelopen vier jaar gerealiseerd op het vlak van het beleid inzake beeldende kunst en aanverwante terreinen? Welke wet- of regelgevende initiatieven werden ontplooid? Hoe ziet de situatie op het terrein eruit? In niet minder dan zes bijdragen staan deze vragen centraal. Rudi Laermans formuleert naar aanleiding van ‘vier jaar Martens’ tien bedenkingen over politiek, beleid en cultuur. Pascal Gielen bespreekt een opmerkelijk initiatief van Minister Martens, namelijk de reeks Cultuurstudies. De andere bijdragen zijn rond verschillende sectoren opgebouwd: beeldende kunst (door Koen Brams en Dirk Pültau), architectuur (door Geert Bekaert), fotografie (door Erik Eelbode), en de audiovisuele sector (door Daniël Biltereyst). Het is helemaal niet de bedoeling om zoals bij schoonheidswedstrijden de puntenbordjes boven te halen. Van groter belang is dat deze evaluatie van het kunst- en cultuurbeleid problemen en visies aan het licht brengt waarmee we de komende vier jaar aan de slag kunnen.

Verder in dit nummer: een bespreking van de aanwinsten die de afgelopen tien jaar gerealiseerd werden in het Van Abbemuseum en de achtste aflevering van de strip De Lage Landen: De Maffe Mepper.