Brusselse regering trekt Centre Pompidou aan als partner voor nieuw museum

Eind september raakte bekend dat het Centre Pompidou de culturele partner wordt van het museum voor moderne en hedendaagse kunst dat in de Citroëngarage aan de Brusselse kanaalzone zal worden ondergebracht. Daarmee lijkt een einde te komen aan de discussie over de mogelijke collectie van het nieuwe museum. Nadat de Brusselse regering het gebouw van de Franse autoconstructeur PSA Peugeot-Citroën in 2015 had overgekocht, werd druk gespeculeerd over, onder meer, de optie om de KMSKB-collectie moderne kunst er onder te brengen. Deze collectie, die onder de bevoegdheid van de federale regering valt, zit sinds 2011 in depot (zie nrs. 168 en 172 van De Witte Raaf). Met de ondertekening van een protocolakkoord heeft de Brusselse regerging er nu voor gekozen om te steunen op de collectie en de expertise van het Centre Pompidou. De Franse partner zal, tegen betaling, werken ter beschikking stellen en bijdragen aan de uitbouw van de collectie en het programma van het nieuwe museum. De voormalige PSA-site zal niet enkel het museum omvatten, maar wordt uitgebouwd tot een heuse ‘cultuurpool’, die tevens de nieuwe thuishaven moet worden voor de stichting CIVA (het Internationaal Centrum voor de Stad, de Architectuur en het Landschap), waartoe onlangs ook het Sint-Lucasarchief is toegetreden. De Vlaamse oppositiepartijen in de Brusselse regering plaatsen enkele kanttekeningen. N-VA stelt dat ‘een Centre Pompidou aan het kanaal een fantastisch verhaal kan worden’, maar heeft vragen bij de timing, bij het kostenplaatje en bij de collectievoorwaarden. Eind 2014 stelden de Vlaamse nationalisten nog dat een investering in de Citroënsite een onnodig duur project was en dat er beter zou geïnvesteerd worden in de bestaande museumsites op de Kunstberg en aan het Jubelpark. De andere oppositiepartij Groen is tevreden met de culturele invulling van de site, maar meent dat er te weinig inspraak van de buurtbewoners georganiseerd wordt. Voor het eind van het jaar schrijft het Brussels Gewest een architectuurwedstrijd uit voor de inrichting van de site die een grondoppervlakte heeft van 16.500 m².