kunst en panamapapers

http://www.trouw.nl/tr/nl/38754/Panama-Papers/article/detail/4277952/2016/04/08/Ook-kunst-gaat-offshore.dhtml

Ook kunst gaat offshore

 

Van onze verslaggevers − 08/04/16, 08:52 © AP. Kat verslindt vogel – Pablo Picasso

In de wereld van de grote geldstromen via belastingparadijzen spelen kunstwerken een belangrijke rol, zo blijkt uit de Panama Papers. Drie casussen rond peperdure schilderijen.

Van wie is het schilderij?

  •   In de interne administratie van Mossack Fonseca komt genoeg kunst voor om een klein museum te vullen.
  • © Ap. Zittende man leunend op een stok – Amedeo Modigliani

In een sober zaaltje in een New Yorkse rechtbank dient in september 2015 een zaak van de kleinzoon van een Joodse kunstverzamelaar. Zijn opa vluchtte tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Parijs en liet zijn kunstverzameling noodgedwongen achter. Volgens zijn kleinzoon hebben de nazi’s vervolgens verschillende werken gestolen, waaronder ‘Zittende man leunend op een stok’ van de Italiaan Amedeo Modigliani. De kleinzoon probeert dit werk – een portret van een oude heer – ter waarde van zo’n 25 miljoen dollar nu terug te krijgen.

De vraag is bij wie hij moet zijn om het kunstwerk terug te vorderen. Na de oorlog was het werk jarenlang zoek. Tot 1996, toen het op een veiling werd verkocht aan het bedrijf International Art Center uit Panama. Dat bedrijf wordt beheerd door juridisch advieskantoor Mossack Fonseca. Het schilderij werd vervolgens tentoongesteld in de Helly Nahmad galerie in Londen en New York. De familie Nahmad is een van de belangrijkste families in de kunstwereld en heeft de grootste private collectie Picasso’s. David, de patriarch van de familie, pionierde met het speculeren in kunst. Hij kocht werken op en verkocht ze op precies het juiste moment. In Londen en New York opende hij galerieën voor zijn zoons.

Maar de Nahmads hebben altijd ontkend dat zij de eigenaren zijn van het werk van Modigliani. Ze houden voor de rechtbank vol dat niet de familie Nahmad, maar de Panamese brievenbusfirma International Art Center het werk bezit.

Documenten in handen van journalistenorganisatie ICIJ en de Süddeutsche Zeitung tonen nu aan dat International Art Center slechts een vehikel was om de eigenaren van het kunstwerk te verhullen: de familie Nahmad heeft het bedrijf – en dus ook het schilderij – al zo’n twintig jaar in handen; sinds 2014 is David Nahmad volledig eigenaar van het bedrijf.

De casus laat zien hoe de Panamese juridische dienstverlener Mossack Fonseca geheime handel in werken van schilders zoals Van Gogh, Rembrandt, Chagall, Matisse, Basquiat en Warhol faciliteert. In de interne administratie van Mossack Fonseca komt genoeg kunst voor om een klein museum te vullen. De Spaanse Thyssen-Bornemisza groep, de Chinese entertainment-magnaat Wang Zhongjun en de kleindochter van Picasso, Marina Ruiz-Picasso, bezitten bedrijven bij Mossack Fonseca.

Kunst wordt vaak verhandeld in een transactie tussen twee offshorebedrijven. Dat maakt de handel ondoorzichtig: transacties worden buiten het zicht gehouden, hetgeen belastingontduiking mogelijk maakt. Bovendien leent kunst zich goed voor het witwassen van geld: het is duur, eenvoudig te transporteren, en de kunstmarkt is losjes gereguleerd. In 2015 werd er volgens het Art Market Report wereldwijd voor meer dan 63,8 miljard dollar aan kunst verhandeld en de markt groeit gestaag.

Veel van die kunst, waaronder ‘Zittende man leunend op een stok’, ligt vaak jarenlang in een zogenoemde freeport (vrijhaven), een plek waar kunst anoniem en belastingvrij kan worden opgeslagen. Critici beweren dat deze freeports een goede vrijhaven zijn voor witwassen en belastingontduiking, omdat inventarissen en transacties niet worden gemonitord.

Helly Nahmad, een telg uit de familie Nahmad, werd in april 2013 door de Amerikaanse justitie vervolgd vanwege verdenking van witwaspraktijken met Russische gangsters. In een getapt telefoongesprek legt Nahmad uit hoe de kunsthandel van zijn familie gebruikt kan worden om geld te verbergen: “Een bank heeft soms een verantwoording nodig voor een geldstroom, nietwaar? We kunnen gewoon zeggen dat jij een kunstwerk koopt. Wanneer ze een verantwoording nodig hebben, begrijp je? Je moet gewoon zeggen: ‘Ik kocht een tekening van Picasso, of zoiets.'”

Een erfenis van 3 miljard

  •   In Zwitserland zijn er twee rechtszaken en een strafrechtelijk onderzoek aan te pas gekomen om te achterhalen wie het recht heeft op de erfenis, maar het mysterie werd niet ontrafeld.
  • © Epa. Stilleven, vaas met zinnia’s – Vincent van Gogh

De familie Goulandris buitelt over elkaar heen in rechtszaken. Al jaren strijden familieleden over de erfenis van Basil en Elise Goulandris. Dit echtpaar uit een Griekse scheepsvaardersfamilie bezat een kunstcollectie met een geschatte waarde van zo’n 3 miljard dollar met werken van onder anderen Van Gogh, Matisse en Picasso. Na de dood van Basil in 1994 en Elise in 2000 ontdekten de erfgenamen dat de collectie al jaren eerder van de hand was gedaan.

In Zwitserland zijn er twee rechtszaken en een strafrechtelijk onderzoek aan te pas gekomen om te achterhalen wie het recht heeft op de erfenis, maar het mysterie werd niet ontrafeld. Volgens Peter Goulandris, broer van Basil, verkocht het echtpaar Goulandris de collectie in 1985 aan het Panamese Wilton Trading S.A. voor het extreem lage bedrag van 31,7 miljoen dollar. Maar de Zwitserse justitie stelde in een rechtszaak dat het papier waarop het contract is gedrukt veel nieuwer is dan uit 1985. Wanneer de werken dan wel werden overgedragen, blijft onduidelijk. Het is ook onduidelijk of het echtpaar Goulandris op de hoogte was van de verkoop. Basils schoonzus en Elise’s nicht waren jarenlang de belangrijkste partijen die streden om de erfenis.

Een deel van het mysterie wordt nu dankzij de Panama Papers ontrafeld. Uit de interne documenten van Mossack Fonseca blijkt dat de collectie niet in handen is van Basils schoonzus of Elise’s nicht, maar van een derde partij: Marie Voridis, de zus van Basil Goulandris. Zij is tot nog toe nooit genoemd in dit familieconflict.

Uit de documenten blijkt dat Marie Voridis in 2005 een van de werken uit de collectie, ‘Stilleven met sinaasappels’ van Van Gogh, voor 20 miljoen dollar verkocht aan de Amerikaanse marketingtycoon Greg Renker. Ze eiste strikte vertrouwelijkheid: er werd een clausule opgenomen die het verbiedt om de identiteit van de partijen en de voormalige eigenaren te onthullen.

Voridis tekende in 2005 nog een aantal verkoopcontracten. Wilton Trading verkocht werken van Bonnard en Chagall aan de Panamese bedrijven Tricornio, Heredia en Talara, die kort daarvoor door Mossack Fonseca werden opgericht. Alle koopcontracten werden ondertekend door Marie Voridis. Een van de werken, ‘De naaister’ van Renoir werd vanuit Talara Holdings weer doorverkocht aan Marie Voridis. Alle drie de bedrijven zijn kort na de verkoop opgeheven.

Een Grieks modetijdschrift publiceerde in 2005 een artikel over Marie Voridis. Het artikel bevat foto’s van Voridis appartement in New York. Aan de muur hangt ‘De naaister’ van Renoir.

Ongekend succesvolle veiling

  •   In de dagen voorafgaand aan de verkoop brengen zo’n 25.000 mensen een bezoek aan veilinghuis Christie’s om de collectie te bekijken.
  • © Afp. Droom – Pablo Picasso

Op een maandagavond in november 1997 wordt de collectie van de familie Ganz geveild in New York. Het echtpaar Ganz verzamelde jarenlang werken van onder anderen Pablo Picasso en na hun overlijden droegen ze de collectie over aan hun kinderen die het daarna ter veiling aanboden. In de dagen voorafgaand aan de verkoop brengen zo’n 25.000 mensen een bezoek aan veilinghuis Christie’s om de collectie te bekijken. De schilderijen gaan uiteindelijk van de hand voor het ongekende bedrag van 206,5 miljoen dollar. Todd Levin, directeur van een kunstadviesbureau, omschrijft de verkoop van de collectie van Victor en Sally Ganz als ‘een steroïdeninjectie in de kunstmarkt’.

Maar er zit een addertje onder het gras. Tot nu toe was niet bekend dat de familie Ganz de werken een paar maanden voor de veiling al had verkocht aan Spink & Son, een bedrijf van veilinghuis Christie’s. Dat bedrijf verkocht de collectie op 2 mei 1997 voor 168 miljoen dollar weer door aan Simsbury International Corp., een bedrijf op het eiland Niue in de Grote Oceaan. Het bedrijf heeft zogeheten ‘aandelen aan toonder’ (bearer shares), een constructie waardoor de eigenaar van het bedrijf verborgen blijft. De Britse miljardair Joseph Lewis, grootaandeelhouder van Christie’s, had via een volmacht controle over Simsbury.

Simsbury en Spink & Son sloten een aanvullende overeenkomst: wanneer de veiling meer dan 168 miljoen dollar zou opleveren, zouden de eigenaren van Simsbury en Spink & Son de extra opbrengst delen. Zo kon dus meer dan 38 miljoen dollar tussen de twee bedrijven worden verdeeld.

Dit type afspraak lijkt een vorm van ’third-party-guarantee’, een constructie waarbij een externe partij zoals Spink & Son speculeert op een hogere verkoopprijs. Hoewel deze constructie legaal is, vrezen critici dat de third-party-guarantor de prijs onnodig kan opdrijven.

Deze tekst is gebaseerd op een artikel van Jake Bernstein e.a. van journalistenconsortium ICIJ, en bewerkt door Karlijn Kuijpers (Trouw).