Selecties Biënnale van Venetië worden gecontesteerd

Zowel in België als in Nederland hebben de selectie voor de nationale paviljoenen in de Biënnale van Venetië (van 11 mei tot 24 november 2019) voor beroering gezorgd. Toevalligerwijze speelt in beide gevallen daarbij de identiteitskwestie een rol, wat op zijn minst opmerkelijk kan worden genoemd in een sector waar mondialisme het vigerende discours bepaalt. De vorig jaar overleden conceptuele kunstenaar Stanley Brouwn zou samen met Remy Jungerman en Iris Kensmil Nederland representeren in het winnende concept van Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum Den Haag. De weduwe van de kunstenaar ging daarmee niet akkoord, en wel op grond van een aantal criteria waaraan Brouwn tijdens zijn leven strikt vasthield: hij was ten eerste principieel tegen groepstentoonstellingen, en ten tweede zag hij zijn biografie los van zijn kunst, en dus ook het feit dat hij van Surinaamse afkomst was. Dit stond in schril contrast met het concept van Tempel waarbij Brouwns werk zou worden getoond met dat van twee andere kunstenaars van Surinaamse afkomst, en dat bovendien ‘nieuwe perspectieven moest bieden op het begrip nationale identiteit’. Het winnende voorstel werd op grond van het voorbehoud van de weduwe door Tempel, Jungerman en Kensmil aangepast, waarmee het Mondriaan Fonds volgens de andere laureaten is ‘afgeweken van de procedure die zij zelf heeft opgesteld’. Zij tekenden protest aan. In België heeft de selectie voor de Biënnale aanleiding gegeven tot een communautaire grap. De Franse gemeenschap, die in een beurtrol met de Vlaamse gemeenschap verantwoordelijk is voor de selectie, koos voor het Nederlandstalige kunstenaarsduo Jos De Gruyter en Harald Thys. Hun kandidatuur met het project Monde Cane werd ingediend door de Franstalige Anne-Claire Schmitz, de directrice van de Brusselse en door de Vlaamse Overheid ondersteunde kunstruimte La Loge. In een open brief plaatste een aantal Vlaamse en Franstalige persoonlijkheden uit de kunstwereld vraagtekens bij deze selectie. Ze vinden dat het reeds ondergewaardeerde Waalse kunstenveld daarmee onrecht wordt aangedaan en een subsidie van € 450.000 misloopt. Volgens de Waalse minister daarentegen steunt de selectie op een samenwerkingsverband tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap. Verder benadrukt ze dat de jury, die onafhankelijk heeft gewerkt, overwegend uit Franstaligen bestond. (bronnen De Morgen en de Volkskrant)