width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

127

mei-juni 2007

De publieke plaats van de intellectueel

Drie, vier intellectuelen die in een met koeienhuiden beklede container – een bouwsel van Stéphane Beel – over een ‘moeilijk onderwerp’ praten: dat is zowat de kortst mogelijke omschrijving van het televisieprogramma Container (1989), dat met de jaren tot een van de meest legendarische producties van de Vlaamse publieke omroep is gaan behoren. Container werd na tien afleveringen afgevoerd, maar het programma is eigenlijk nooit weg geweest. Recentelijk doken bijvoorbeeld Container-fragmenten op in Het ABC van de VRT (een alfabetisch geordende compilatie van sketches, bloopers en andere vermakelijke onzin uit 50 jaar BRT-archief) en stond een monitor met de Container-aflevering Over roes opgesteld in het decor van De laatste show, de vlotte praatshow-voor-het-slapengaan van de VRT. Container is een mythe – in negatieve zin dan wel. Container dient om mee te lachen, maar de spot klinkt al te zelfzeker en te rancuneus, en valt té vaak te beluisteren om niet symptomatisch te zijn.

Het is geen toeval dat Container in het jaar van de oprichting van VTM werd uitgezonden én afgevoerd. Container is een gouden casus om de veranderingen op het vlak van de openbaarheid van het intellectuele leven op te sporen: alle reden dus voor Koen Brams & Dirk Pültau om een omstandig interview af te nemen van de realisator van Container, Jef Cornelis. Bart Meuleman wijdde een bijdrage aan de ontvangst van Container, een ontvangst die – op een enkel commentaar na – dramatisch aan het programma voorbijschoot en dan ook stukken meer zegt over het mediapolitieke steekspel dat rond Container werd uitgevochten dan over het programma zelf.

In één aflevering van Container  was de intellectueel zelf het onderwerp van het gesprek: De Puntzak van Heine bracht Lieven de Cauter, Paul De Vylder, Rudi Laermans en Bart Verschaffel – leden van het geheimzinnige genootschap WITT – samen om te discussiëren over de problematische verhouding van de intellectueel tot wat wij ‘geschiedenis’ noemen. De Puntzak verknoopt meteen het microverhaal van dit nummer (het televisieprogramma Container) met het ‘grote thema’ dat erdoor opgeroepen wordt: de intellectueel in de publieke sfeer. Daaraan zijn de twee paneldiscussies gewijd, een Nederlandse met als deelnemers Hans Blokland, Joke Hermsen, Rem Koolhaas en Gijs van Oenen en een Belgische met Jean-Jacques Cassiman, Thierry de Duve, Dominiek Hoens en Myriam Van Imschoot. We zetten deze debatten in een historisch perspectief en vertrokken telkens van de vraag wat er sinds Container – of sinds eind jaren ’80 – veranderd is met betrekking tot de publieke condities van het intellectuele leven in Vlaanderen, Nederland en daarbuiten. Als starttekst fungeerde een essay dat voor Container een inspirerende rol heeft gespeeld: Openbaar denken (1988) van Bart Verschaffel. René Gabriëls en Dominiek Hoens zorgen voor flankerende stukken over respectievelijk de expert (versus de intellectueel) en ‘denken als praxis’. Rudi Laermans sluit het nummer af met een reflectie over de postmoderne politiekloosheid als intellectuele conditie.