width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Publicaties

220

november-december 2022

Ouderschap (2)

Het onderscheid tussen ouder en kind is een verschil waar samenlevingen zowel als individuen niet omheen kunnen, hoe graag ze dat ook zouden willen. Waar het aangenaam verlicht lijkt om jongeren of kinderen als gelijke te behandelen, en om de fout van het onderscheid niet te maken, is het belangrijk om te erkennen dat ze anders zijn – hulpbehoevend, onwetend en in hoge mate op imitatie aangewezen. Bovendien gaan er meteen andere distincties en machtsverhoudingen met ouderschap gepaard – tussen vader en moeder, tussen man en vrouw, leraar en leerling, ervaring en onwetendheid, jong en oud, maar ook tussen ouder en ‘kindloze’. In dit tweede nummer van De Witte Raaf worden de verschillen en de ongelijkheden die onvermijdelijk door ouderschap worden voortgebracht op diverse manieren belicht.

De openingstekst is een gesprek tussen Daniël Rovers en Helen Verhoeven, die onder meer werk maakte over de vraag hoe je je als vrouw waardevol kunt voelen als het niet lukt om moeder te worden, maar ook over de breuk in een vrouwenleven die het moederschap veroorzaakt. De vraag is vervolgens hoe schilderijen – beelden – die onderwerpen kunnen ‘dragen’ en hoe expliciet ze moeten, kunnen of mogen worden. Het essay van Bart Verschaffel verkent, onder meer, de alternatieven voor het kerngezin zoals die in de stripreeks Nero & C° van Marc Sleen werden uitgetekend. Baby Adhemar is de zoon van Nero, maar hij is wel door de ooievaar gebracht; al in de wieg, uit eigen beweging, begint hij een pijp te roken, net als Madame Pheip, die echter niet zijn moeder, maar zijn tante is. Al deze wezens leven samen, maar wie zich als kind gedraagt en wie volwassen is, verandert voortdurend. Bovendien blijken, zo suggereert Verschaffel, in dit mythische universum nog meer verschillen te vervagen, zoals tussen mensen en goden, goed en kwaad of man en vrouw.

Basje Boer vergelijkt en historiseert de ouder- en kindbeelden in enerzijds de film Rebel Without a Cause (1955) en anderzijds de serie Girls (2017). De generatie van de babyboomers, zo schrijft ze, brak de grens tussen kind en volwassene open, ‘maar zouden de generaties die daarna kwamen, niet juist gebaat zijn geweest bij een duidelijker onderscheid tussen ouder en kind?’ Ilse van Rijn analyseert het canonieke Post-Partum Document (1973-1979) van Mary Kelly, een zes jaar durende exploratie van de relatie tussen moeder en kind, dat gaandeweg steeds onafhankelijker wordt. Het werk is sterk beïnvloed door de theorieën van Lacan over ouderschap en seksuele differentie, op zo’n manier dat Kelly wel heel gehoorzaam blijft aan die vaderfiguur, en hem – haast tegen zijn eigen ideeën in – bevestigt in die rol, zodat de hang naar een rationeel onderscheid, samen met al de bijbehorende remmingen, toch weer blijft bestaan.

Dit nummer besluit, buiten het thema, met drie korte teksten naar aanleiding van Mountains and Molehills van Fiona Tan, dit najaar te zien in het Eye Filmmuseum in Amsterdam: Sophie Berrebi belicht vroeg werk van de kunstenaar, Hanneke Grootenboer schrijft over de recentste film Footsteps en Fiep van Bodegom, tot slot, bespreekt de tentoonstelling.

Christophe Van Gerrewey