width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

44

juli-augustus 1993

Openbaar

In”Oeffentlichkeit und Erfahrung”, wijden Oskar Negt en Alexander Kluge een hoofdstukje aan  gedenktekens, deze veelal vanwege de overheid gepleegde aanslagen op de openbare ruimte, die in een immer veranderende (politieke) context slechts ten prooi vallen aan duivestront en steeds maar verslechterende ecologische omstandigheden. Het is noodzakelijk zowel de eerste gedaante van een monument te bewaren, als de diverse, in de loop van de tijd, veranderende opvattingen (over deze ingreep in de openbare ruimte) te materialiseren, luidt het pleidooi van Negt en Kluge. In een door Witte de With georganiseerd debat met Marianne Brouwer en Ludger Gerdes, maakt ook Kasper König duidelijk dat, naast een verkeerde inschatting van de betekenis van de openbare ruimte, ook de tol van de voortschrijdende tijd (en wisselende opvattingen) door kunstenaars onderschat wordt.

In een gesprek met de Zwitserse kunstenaar Rémy Zaugg, die in 1987 een opmerkelijke bijdrage leverde tot “Skulptur Projekte” in Münster, voorts stedebouwkundige analyses van Dijon en Basel uitwerkte en geselecteerd werd voor “Sonsbeek 93”, worden deze problemen onderzocht. Zijn antwoorden kaderen in een globale opvatting over de rol van de kunstenaar in de maatschappij. In Zauggs visie speelt de spanning tussen het private en het openbare een essentiële rol. Uitgangspunt van elke artistieke interventie situeert zich namelijk in het atelier, de private, mentale ruimte die aanspraak kan maken op het openbare, voor zover ze oproept tot een invraagstelling van het bewustzijn van de andere zonder de (geestelijke) ontwikkeling van de andere in de weg te staan.

Mark Manders, ook al een deelnemer aan “Sonsbeek 93”, en voorts geselecteerd voor “Scuola”, de Vlaams-Nederlandse afvaardiging in Venetië, presenteert zijn autobiografie als een gebouw. In deze (zich immer (?) wijzigende) virtuele ruimte waarvan ons naast de plattegrond ook de erin aanwezige objecten ter beschikking worden gesteld, nodigt Manders ons uit. Na het verblijf, wordt de artistieke ingreep, het gebouw, tot een herinnering, een geheugenspoor herleid. In deze aflevering treft u een voorlopig grondplan van zijn gebouw aan, en twee uittreksels.

Tenslotte worden twee openluchttentoonstellingen – en de mogelijkheden van het park als tentoonstellingsruimte – besproken: Steven Jacobs over Middelheim en Ilse Kuijken over “Zoersel ’93”.