width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

88

november-december 2000

Metamorfosen van de beschouwer

Sinds Michael Fried in zijn onontkoombare essay Art and Objecthood (1967) constateerde dat het ’theatrale’ minimalisme de beschouwer nadrukkelijk met zijn eigen rol confronteert, is de aandacht voor dat fascinerende wezen, de beschouwer, alleen maar gegroeid. De theatrale tendens heeft dan ook een ongekende zegetocht in de hedendaagse kunst gemaakt, waarbij de installatie het dominante genre is geworden. In dit nummer van De Witte Raaf wordt de hedendaagse kunstkijker gerelateerd aan ontwikkelingen op mediagebied en op het terrein van de theorievorming: van televisie tot audiogidsen en van theorievorming over interactiviteit en interpassiviteit tot Lacans spiegelstadium.

Zo betoogt Jorinde Seijdel dat de ‘interactieve blik’ bij uitstek hoort bij de hedendaagse samenleving met haar alomtegenwoordige passwords, waardoor de kijker/gebruiker deel wordt van een systeem van permanente controle. Jeroen Boomgaard richt zich op de kunst van de jaren zestig, en constateert met behulp van een tegendraadse lectuur van Michael Fried opmerkelijke verbanden tussen happenings, minimalisme, en het oprukken van de televisie. Ook Frank Vande Veire gaat uit van het minimalisme in een tekst naar aanleiding van Camiel van Winkels Moderne leegte, maar hij concentreert zich minder op empirische beschouwers dan wel (vanuit Lacaniaans perspectief) op de blik van de Ander: “De kunstenaar is de zot van de Ander in wiens symbolisch spel hij de virtuele plaats van de ‘kunstenaar’ krijgt toegewezen.”

Terwijl de kunstenaar niet kan zonder “de bevestigende blik van de Ander”, heeft de hedendaagse kijker zelf kennelijk een artificiële Ander nodig: Sven Lütticken analyseert hoe Mike Kelley gebruik maakt van de audiogids, een apparaat dat de beschouwer afhankelijk en passief maakt, en Hans Georg Nicklaus bestudeert het ‘interpassieve’ gelach in tv-comedies, dat de kijker verlost van de verantwoordlijkheid om zelf te beslissen of iets grappig is of niet. Bovendien in dit nummer: Wouter Davidts over het verschijnsel van de stadstentoonstelling.

Sven Lütticken