width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

96

maart-april 2002

De vader/het kind

Salò van Pasolini. Hoe hebben we die film in godsnaam kunnen uitkijken, vraagt Frank Vande Veire zich met een zucht af. Het is de ultieme onmenselijke film, die ons niets aan historische, psychologische of sociologische inzichten meegeeft. Toch maakt Vande Veire aannemelijk dat Salò niet zomaar een hels visioen is, maar wel degelijk inzage biedt in het wezen van het fascistische cynisme. In het tweede deel van deze tekst, dat in het volgende nummer van De Witte Raaf verschijnt, gaat Vande Veire nog een stap verder: daarin stelt hij dat seksuele intimidatie en vernedering, de plicht om deel te nemen aan obscene rituelen, in de naoorlogse consumptiemaatschappij – de onze dus – geüniversaliseerd zijn. Samen met Pasolini ziet hij een rechtstreeks verband tussen kapitalisme en Hitler.

Is dit een al te donker scenario? We kunnen de vraag in ons achterhoofd houden bij het lezen van een aantal stukken die samen een heuse kinderbijlage vormen. Hoe is het gesteld met het beeld dat wij hebben van ons dierbaarste bezit? Hoe nefast is de idealisering van het Kind, in tijden dat zijn emancipatie ons wereldbeeld grondig door elkaar schudt? Dirk Lorré beschrijft onze toekomst als een ‘vaderloze’ maatschappij, Bart Meuleman ergert zich aan het verlangen van volwassenen om in verkleinwoorden te spreken. Hoeft dat altijd een probleem te zijn? De Amerikaanse kunstenaar Mike Kelley onderstreept het belang van de plaats van de regressie – al leidde dat voor zijn werk juist tot een compleet verkeerde, hysterische interpretatie. Bart Verschaffel tracht het begrip Kindtijd zuiver te stellen doorheen het oeuvre van Balthus, en Katrien Vloeberghs heeft het over sadistische dubbelzinnigheden in 19de-eeuwse kinderboeken van Wilhelm Busch en Heinrich Hoffmann. Over kinderen valt al heel lang niet te denken zonder een achtergrond van geweld en gruwel, daar hadden we Dutroux niet voor nodig.

Om af te sluiten een stuk van Marc De Kesel over – wat dacht u – geweld, naar aanleiding van Ik heet Karmozijn, de nieuwe roman van de Turkse auteur Ohran Pamuk, en de tentoonstelling La peinture comme crime van Régis Michel.

Bart Meuleman