width and height should be displayed here dynamically

Alec Soth

De hedendaagse documentaire fotograaf laat zich dikwijls kenmerken door terughoudendheid. Hij treedt de wereld niet zelfverzekerd tegemoet, maar tast haar voorzichtig af. Het gaat hier niet om de epistemologische aarzeling van de postmoderne beeldkritiek, die de mogelijkheid van het fotografische beeld om de werkelijkheid weer te geven in vraag stelde, maar om een morele (en dus fundamentelere) aarzeling. Het precieuze werk van de nog jonge Amerikaanse fotograaf Alec Soth (°1969) is hiervan een schitterende illustratie.

Deze schroomvalligheid van de documentaire fotograaf zou wellicht vreselijk irriteren, mocht ze niet gecompenseerd worden door een strenge fotografische techniek. De formule is ondertussen genoegzaam bekend: een neutraal, frontaal standpunt, een uitgebalanceerd licht dat dramatische effecten inruilt voor een nuchtere constatering, een grote afdruk die de indrukwekkende weelde aan details zichtbaar maakt, heldere, maar geen opzichtige kleuren. Het documentaire beeld is een plechtig beeld waarop veel te zien is, maar weinig gesuggereerd wordt. Gebruiken sommige fotografen die statige beeldtaal als een oppervlakkige versiering, voor Alec Soth behoort ze tot de kern van het documentaire project. Zijn werk steunt op de spanning tussen een strenge, maar precieze techniek en een eerder weifelende inhoud.

Dat Soth zich terdege bewust is van deze spanning blijkt al meteen uit de ondertitel van de tentoonstelling, l’espace entre nous. De titel verwijst naar een tekst waarin hij vertelt over zijn ervaring als portretfotograaf. Daarin stelt hij dat het portret uiteindelijk weinig inzicht in de ander bijbrengt. De omslachtige technische procedure met een logge camera en een moeizame en tijdrovende scherpstelling die hem visueel afsnijdt van de hem omringende wereld smoren meteen elke mogelijkheid tot contact in de kiem. Fotograaf en geportretteerde staren elkaar een beetje aan, elk vanop hun eiland, gescheiden door een wederzijds en naarmate de minuten wegtikken alsmaar groeiend onbegrip. Het portret toont enkel de ruimte tussen fotograaf en onderwerp, maakt zichtbaar wat ons scheidt, niet wat ons verenigt. Soth probeert deze gapende leegte niet te dempen, maar grijpt ze daarentegen aan om de verhouding van de camera tot de wereld radicaal te herijken. In plaats van ons dichter bij de wereld te brengen, moet het fotografische beeld ons de wereld als vraag terugschenken.

Sinds zijn deelname aan de Whitney Biënnale van 2004 is de carrière van Soth in een stroomversnelling geraakt: hij werd lid van het fotoagentschap Magnum en publiceerde vier boeken. De tentoonstelling volgt het parcours van deze publicaties. Met uitzondering van Paris, Minnesota, dat hij in opdracht van Magnum maakte voor de reeks Fashion Magazines, vormen ze de neerslag van persoonlijke projecten. De meest persoonlijke – maar in de context van de tentoonstelling minder overtuigende – reeks is Dog Days Bogota. Gemaakt tijdens een twee maanden durend verblijf in Bogota, de stad waar de fotograaf en zijn vrouw wachtten op de nodige paperassen voor de adoptie van een meisje, is de reeks geconcipieerd als een album voor hun dochter. Dit alles zorgt voor een vreemde temporele verschuiving in onze kijkervaring: de waarde en de betekenis van de foto’s liggen niet in wat ze vandaag tonen, maar in de toekomstige lectuur ervan. De blik van de toekomstige tiener wordt tussen beeld en toeschouwer geschoven: deze beelden staan in het teken van een uitstel.

De toeschouwer wordt op twee manieren radicaal buitengesloten: hij is niet de primaire bestemmeling van de beelden en zijn confrontatie ermee gebeurt nooit op het ‘juiste’ moment. Dit is een verhaal tussen vader en dochter waar wij niets mee te maken hebben. We worden tot tweemaal toe gemanoeuvreerd in een standpunt dat nooit het onze kan zijn. Die manipulatie zorgt ervoor dat het fotografische beeld zijn vanzelfsprekendheid verliest en dat onze blik erop verandert. Afstand is het sleutelwoord van deze reeks: de fotograaf zelf kent de ruimte niet waarin hij zich beweegt en ook over de uiteindelijke bestemmeling weet hij omzeggens niets. Beide zijn een vreemd lichaam voor de fotograaf. Met dit boek lijkt Soth op zoek te zijn naar een intimiteit die hij (nog) niet bezit. Dit alles zorgt voor een bizarre mengeling van afstandelijkheid en nabijheid: het zijn geen warme familiesnapshots, maar ook geen inzichtelijke documentaire registraties. Ze tonen eerder de verwarring van de vader, dan de leefwereld van het kind. In het intieme contact tussen lezer en boek kan die verwarring zich laten gelden. In de meer publieke ruimte van de tentoonstelling mislukt het echter: het sowieso al broze evenwicht tussen persoonlijke investering en afstandelijke registratie helt te veel over naar het laatste.

Alhoewel de beelden geplukt uit de twee andere publicaties – Sleeping by the Mississippi en Niagara – ook een intiem karakter hebben, overleven zij wel de verplaatsing van boek naar tentoonstellingszaal. Op het eerst gezicht lijkt de klinische behandeling van de morsige rendez-voushotelletjes in Niagara en de schrale interieurs en verlaten landschappen in de Mississippireeks gewoon de koele werkwijze van de documentaire fotograaf te beklemtonen. De ruimte tussen fotograaf en wereld is hier echter niet leeg: ze is bevolkt door geesten en spoken uit het verleden. Tussen beeld en kijker lijkt een extra beeld te zweven, onzichtbaar voor het gewone oog, maar daarom niet minder actief. Soth laat ruimte voor het doorbreken van de mythische beelden die door verschillende generaties fotografen van deze plaatsen zijn gemaakt en die in het collectieve geheugen zijn gegrift. Daarin ligt de generositeit van zijn documentaire strategie. Tegelijkertijd laat de fotograaf zijn beeld niet zomaar wegspoelen door dat van zijn eerbiedwaardige voorgangers: eerder dan een vanzelfsprekende bevestiging of een kritische ontkrachting ervan laat Soth deze rijke visuele traditie resoneren in zijn beelden. Zijn beelden zijn getekend, maar niet bepaald door de traditie waarin ze worden ingeschoven.

 

Alec Soth: l’espace entre nous tot 15 juni in het Jeu de Paume, Place de la Concorde 1, Parijs (01/47.03.12.50; www.jeudepaume.org).