width and height should be displayed here dynamically

Bram Braam – How long is now? City of tomorrow

Architectuurhistoricus Charles Jencks muntte 16 maart 1972 als ‘de dag dat de modernistische architectuur stierf’. Op die datum werd het eerste deel van het Pruitt-Igoe appartementencomplex in St. Louis (Missouri) met dynamiet opgeblazen. Het was ontworpen door Minoru Yamasaki, die ook het World Trade Center op zijn naam heeft staan. Al snel na de oplevering in 1954 raakte het complex in verval. Wat voorzien was als een gezonde en stimulerende woonomgeving werd een broeinest van criminaliteit en armoede. De op televisie uitgezonden sloop betekende het publiek uitgesproken faillissement van het modernistische architectuurideaal.

Bram Braam (1980) groeide op in de hoogtijdagen van het postmodernisme, maar is gefascineerd door het utopische denken dat met Pruitt-Igoe definitief met de grond gelijk is gemaakt. Voor zijn langlopende project City of Tomorrow doet hij onderzoek naar het Schotse Cumbernauld, een voorstad van Glasgow daterend van 1955. Anders dan Pruitt-Igoe of grote stukken van de Bijlmer staat deze ‘new town’ nog overeind, maar ook hier is sprake van een jammerlijk mislukt project. De gescheiden rijbanen, voet- en fietspaden leidden tot frustratie; de bouwsels verouderden snel en op een weinig elegante wijze. In 2002 werd Cumbernauld verkozen tot ‘worst town in Scotland’ en drie jaar later riepen de kijkers van het Channel 4-programma Demolition het complete stadscentrum uit tot ‘slechtste gebouw van Groot-Brittannië’.

Braam heeft meer compassie met deze ruïnes van het modernisme – en met de bewoners die ermee moeten leven. Hij portretteert de bonkige publieke gebouwen en rijtjeshuizen in strak gekadreerde zwart-witfoto’s, waar de invloed van Hilla en Bernd Becher stevig in doorklinkt. Door delen van de gevels met glanzende witte verf in te kleuren, verzacht hij de architectonische nachtmerrie.

Gebruikmakend van de modernistische beeldtaal, die zelfs erend, legt Braam het falen van de achterliggende ideologie bloot. Dat lukt niet altijd even goed. Hij maakt grote spectaculaire collages van Oostblokgebouwen die op zich al dermate waanzinnig zijn dat er nog weinig verhaal valt te halen. Dit werk blijft steken in effectbejag.

Veel sterker is Braam in de sculpturen die hij maakte in zijn huidige woonplaats Berlijn. Ze zijn opgebouwd uit sloopafval dat hij jutte in wijken vol sociale woningbouw met hetzelfde DNA als Cumbernauld. Braam puzzelt met hout, gipsplaat, lichtblauw polystyreen en matte multiplex. Schijnbaar formalistische composities zijn het, die Braams afkomst uit het land van De Stijl verraden. Maar wie beter kijkt, ziet een afwisseling van nieuw en versleten, gepolijst en gerafeld. Van de zijkant bezien lijken de wandsculpturen met hun achter glas geplaatste laagjes op een archeologische bodemdoorsnede. Twee horizontaal verzaagde deuren ogen als reusachtige streepjescodes, zonder hun verweerde huid te verloochenen. Tussen vloer en plafond heeft Braam een stapel tot vierkantjes verzaagd isolatiemateriaal geplaatst. De kolom lijkt een dragend bouwkundig element, maar is in werkelijkheid bijzonder fragiel.

In plaats van de sloopkogel in te zetten of de mislukking met dynamiet op te blazen, herdenkt Braam het maakbaarheidsideaal, inclusief zijn inherente onhaalbaarheid. Een cluster sculpturen in het midden van de galerie oogt als een stad in het klein. Ongenaakbaar torenen de strakke volumes de lucht in, een ritmisch spel van vlakken en materialen die functioneel lijken, maar dat allerminst zijn – want de beelden zitten aan alle kanten potdicht, deze gebouwen kun je niet in. Aan de voet van het achterste beeld groeit op een slordig hoopje zand een schijnbaar uit de berm gerukte distel. Het bankroet van het vooruitgangsgeloof dat de Nieuwe Mens in woonmachines wilde laten leven, kondigt zich aan.

 

• Bram Braam. How long is now? City of tomorrow, 16 mei – 20 juni, Galerie Frank Taal, Van Speykstraat 129, 3014 VH Rotterdam (010/436.63.33; www.franktaal.nl).