width and height should be displayed here dynamically

Chris Burden in Middelheim

 

De tentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar Chris Burden in het Antwerpse Middelheimmuseum werd feestelijk geopend met de performance Beam Drop. Op 30 mei werden meer dan honderd stalen I-liggers vanop een hoogte van 40 meter door een hijskraan gedropt in een put van 12 op 12 op 2,5 meter die was volgestort met los zand en vloeibaar beton. Burden deed dit grootschalige balkwerpen reeds tweemaal eerder. De eerste Beam Drop vond in 1984 plaats in New York (deze werd in 1987 ontmanteld) en de tweede in 2008 in Brazilië. In Antwerpen werd echter voor het eerst publiek toegelaten bij de creatie van het werk, wat meteen voor een gezellige drukte in het Middelheimpark zorgde.

Burden heeft wel meer van dergelijke spectaculaire, en soms ronduit gevaarlijke performances op zijn actief. Hij kreeg naambekendheid in de vroege jaren 70 met zijn voornamelijk in Los Angeles opgevoerde controversiële body-artperformances. Van dit vroege werk worden er in het kasteel van het park twee video’s getoond. Een ervan is gewijd aan de eerder genoemde performances en wordt door Burden zelf toegelicht. De beelden zijn de enige overblijfsels van ondernemingen die het lichaam van de kunstenaar in, op het zachtst gezegd, hachelijke situaties brachten. De performance Shoot uit 1971 toont hoe de kunstenaar door een vriend vanop een afstand van 4,5 meter met een geweer door de linker bovenarm wordt geschoten.

Vormen gevaar en geweld telkens een essentieel onderdeel van deze performances, tegelijk is ook het vertrouwen tussen de kunstenaar en de toeschouwer of een medewerker van centraal belang. Dit soort werk hoort onmiskenbaar bij de begindagen van een opkomend performer die wil choqueren door op een fysieke manier vragen te stellen aan zijn publiek. De getoonde registraties maken overigens geen deel uit van het werk, ze zijn uitsluitend ter documentatie. Verder in het kasteel is werk te zien waarin Burden bewust wél het medium film inzet voor zijn performances en tegelijk buiten de traditionele kunstruimtes treedt. Het betreft een viertal reclameboodschappen waarvoor hij op verschillende Amerikaanse zenders zendtijd kocht. Met de commercials wilde de kunstenaar de kijker op een ironische manier confronteren met het financiële en economisch aspect van de kunstwereld.

In het Braempaviljoen zijn verschillende schaalmodellen van bruggen los in de ruimte opgesteld. Deze bruggen in meccano die Burden begon te maken vanaf 1997, zijn het product van zijn fascinatie voor de mechanica en gaan ontegensprekelijk terug op zijn studies architectuur, fysica en beeldende kunsten. Losse, serieel geproduceerde onderdelen worden geassembleerd tot een geheel dat zijn kracht toont in zijn weerstand tegenover de zwaartekracht. Zelf ziet de kunstenaar in deze werken een indirecte verwijzing naar zijn vroege performances waarbij de verschillende bruggen een interactie suggereren met het menselijke lichaam. In het Braempaviljoen – dat zelf een staaltje van architecturaal en constructief vernuft is – weten de modellen niet onmiddellijk te overtuigen. Veel spannender zijn, opnieuw, de twee video’s die getuigen van een verregaande synergie tussen het medium video en de sculpturen van Burden. What My Dad Gave Me uit 2008 toont een tijdelijke opstelling van een meccanowolkenkrabber van 12 meter hoog met daarachter – en schijnbaar even groot – zijn voorbeeld, het Rockefeller Center in New York. Het meccanobouwsel laat zich lezen als een poëtische interpretatie van de iconische wolkenkrabber. Metropolis roept, net zoals in de originele film van Fritz Lang, het idee van een gefantaseerde omgeving op. Bij Burden wordt door middel van een speelgoedwereld met racebanen en een monorail een ‘overhaaste’ stad geëvoceerd. Doordat je slechts close-ups ziet van een geheel, wordt het effect van een imaginaire, hyperkinetische wereld nog versterkt.

In de Franchise Unit van Atelier Van Lieshout zijn de videoregistraties te bekijken van de productie van de twee voorgaande beam drops. Van het evenement in Antwerpen wordt geen videoverslag getoond. Wie er niet bij was op 30 mei komt dan ook voor een dubieus werk te staan. De krachten die vrijkwamen bij het ontstaan van het kunstwerk zijn duidelijk af te lezen uit de schade die de verschillende liggers hebben opgelopen tijdens hun val. Hun positionering roept vragen op over de toevalligheid van de samenstelling. Hoe zeker was men dat de balken juist zouden neerkomen (een van de grootste balken is eigenlijk naast het betonbad terechtgekomen)? Was het toeval dat een balk in een boom belandde en terstond de veiligheidsperimeter werd vergroot? Het evenement van het ontstaan van het werk lijkt even belangrijk te zijn als het eigenlijke werk. De feestelijke stemming van de opening – de Sinksenfoor begon hiermee vroeger voor kunstminnend Antwerpen – staat in schril contrast met de stilte die nu over het werk hangt. Het geluid van het staal dat zich in het beton boorde samen met het handgeklap van de toeschouwers – want het was gelukt! – vormden een belangrijk onderdeel van de installatie. (Niet toevallig maant Burden de kijker aan om tijdens het bekijken van de videovoorstelling van Shoot te letten op het geluid van de vallende huls na het schot in zijn bovenarm.)

Beam Drop wordt gekenmerkt door een gewelddadigheid die ook zichtbaar was in Burdens vroege werk. De sculptuur is een registratie van het voorafgaande proces, zoals de videoregistraties van zijn performances. En filmfragmenten tonen nooit alles. Het camerastandpunt, de belichting enzovoort bepalen mee wat we nu nog kunnen beleven van de performances. Bij Beam Drop is de registratie uitgekristalliseerd in een bad van beton en toegevoegd aan de vaste collectie van het Middelheim. En net als in de video’s voel je ook hier dat je iets hebt gemist. Het werk confronteert je met het verlangen om aanwezig te zijn bij het ontstaansproces.

 

• Chris Burden tot 27 september in het Middelheimmuseum, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen (03/827.15.34; www.middelheimmuseum.be).