Kunstenaarsboeken (3): ‘Ulysses’ – ‘Ulysses’ – ‘Ulisses’ – ‘Usylessly’
Tien jaar geleden kocht ik een boek vanwege de cover. Op de omslag van The Most Dangerous Book. The Battle for James Joyce’s Ulysses (New York, Penguin Random House, 2014) van Kevin Birmingham staat een schuin gefotografeerde, Amerikaanse uitgave van Ulysses. De editie uit 1934 werd ontworpen door Ernst Reichl, met opvallend gestileerde, zwarte letters, over de volledige hoogte uitgerekt, en met de naam van de auteur in een rode rechthoek onderaan, tussen de vrije ruimte van de ‘E’ en de ‘S’. Voor de omslag van het boek van Birmingham werd de foto gemanipuleerd: op de rug van het gefotografeerde boek staat nu de titel van zijn boek. De Britse editie (Londen, Head of Zeus, 2014) is gebaseerde op hetzelfde principe, maar met als sjabloon de monochroom blauwe eerste editie uit 1922, uitgegeven door Shakespeare and Company in Parijs.
Het boek van Joyce mag dan een van de belangrijkste romans in de moderne literatuur zijn – als een hedendaagse odyssee van de protagonisten Leopold Bloom en Stephen Dedalus door Dublin in de loop van één dag, 16 juni 1904 – fascinerend is in dit geval de mise en abyme: op de omslag van een boek staat, autoreferentieel, het boek zelf. Birmingham beschrijft, academisch maar eigenzinnig, de soms anekdotische en zeker incidentele ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Ulysses: het lange uitstel tot aan het verschijnen van het boek op 2 februari 1922, de als obsceen beschouwde verhalen rond Molly Bloom, en de verschillende pogingen tot censuur door Amerikaanse en Britse autoriteiten. In een boek over het rijke ‘naleven’ van Ulysses zouden vier kunstenaarsboeken aan bod kunnen komen, die respectievelijk in 1999, 2006, 2013 en 2021 verschenen, die dit literaire werk zowel in vorm, structuur en concept reflecteren, en die de volgende titels dragen: Ulysses, Ulysses, Ulisses en Usylessly.
Dora García, Ulysses, Brussel, één exemplaar, 1999, gebaseerd op James Joyce, Ulysses, Londen, Penguin Books, 1968, en later in licht gewijzigde vorm uitgegeven als multiple in 25 exemplaren (Milaan, Peep-Hole edizione, 2005), 720 pagina’s, 19 bij 13 cm.
De Spaanse Dora García (1965) creëerde naar aanleiding van haar solotentoonstelling Secretamente… (wat ‘in het geheim’ betekent) in het CAAC-Centro Andaluz de Arte Contemporáneo in Sevilla in 1999 het unieke boekobject Ulysses. Het gaat om een ‘vluchtige’ toe-eigening van een reguliere Penguin-pocketeditie uit 1969 (ontworpen door Hans Schmoller), met op de monochrome zwarte omslag in grote witte schreefletters auteur en titel. García sneed de langse snede van het boek over de volledige hoogte schuin af. Op basis van dezelfde uitgave realiseerde ze voor een benefietveiling ten voordele van Peep-Hole edizione in Milaan een multiple, met dit keer de rechterbovenhoek van het boekblok afgesneden. De narratieve structuur en de tijdsprogressie in de roman worden op die manier uiteraard onderbroken en zelfs tot stilstand gebracht. De tekst wordt gedeeltelijk onleesbaar en ‘aflopend’, wat in drukkersjargon toepasselijk sangrando heet (in het Spaans) of bleeding (in het Engels) – ‘bloedend’, metaforisch gesproken. García maakt zo niet alleen de moeilijkheden zichtbaar die Joyce zelf ondervond, maar toont ook de censuurgeschiedenis van de roman: de afgesneden driehoek kan worden gelezen als de code van een boek dat uit de handel is genomen of dat verramsjt werd.
In 2013 realiseerde García de 53 minuten durende videofilm The Joycean Society: een kleine kring lezers houdt zich al meer dan veertig jaar bezig met Joyces andere grote roman, Finnegans Wake, die ze, in een cyclus van elf jaar, continu herlezen. Naar aanleiding van de première op de Biënnale van Venetië verscheen de gelijknamige catalogus (Milaan, Silvana Editoriale, 2013), waarvan opnieuw de rechterbovenhoek werd afgesneden. Het ‘detail’ zorgde voor verwarring onder boekverkopers: sommige exemplaren werden met de vermelding ‘defect’ aan de uitgever geretourneerd.
Simon Popper, Ulysses, Londen, eigen beheer, 2006, 732 pagina’s, 18,7 bij 23,7 cm, 1000 genummerde exemplaren.
Na de popularisering van computers en software eind jaren negentig begonnen veel kunstenaars boeken te maken waarvan de inhoud door middel van een programma in alfabetische volgorde werd gezet. Rory Macbeth (1965) was een van de eersten die dat deed, in 1997 met The Bible. Een tekst alfabetiseren is een poging de syntaxis om te zetten in iets objectiefs, kwantificeerbaars en analytisch. Welke woorden hoe vaak gebruikt zijn, wordt zo meteen zichtbaar. Simon Popper (1977) leverde met zijn versie van Ulysses uit 2006 eveneens een vroeg voorbeeld van een dergelijke toe-eigening. Volgend op de titelpagina’s opent de tekst, vanaf pagina 19 tot en met 23, met 6390 afzonderlijke letters ‘a’, zowel in onderkast als in kapitaal. Op pagina 24 gaat het dan verder met ‘A1 Aaron AARON aback Abaft abandon abandoned abandoned abandoned abandoned abandoned abandoned abandoned ABANDONING abandonment’, enzovoort, om op pagina 694 te eindigen met ‘zoo Zoo zoological zouave ZOUAVE’S zrads Zrads Zulu Zulus ZUT’. Daarna volgen nog de cijfers en de getallen, en alle leestekens, met onder meer een totaal van 20.140 punten. Op de titelpagina van Poppers boek staat: ‘De uitgever vraagt de lezer om geduld met typografische fouten die in uitzonderlijke omstandigheden onvermijdelijk zijn. — S.P.’ Ook dat is een letterlijk citaat uit de eerste editie van Ulysses, maar toen werd het ondertekend met ‘S.B.’, de initialen van Sylvia Beach, de eerste uitgever van de roman van Joyce.
Stéphane Le Mercier, Ulisses. 1998-2013, Rennes, Éditions Incertain Sens/Fonds régional d’art contemporain Bretagne, 2013, 40 pagina’s, 32,5 bij 23 cm, 1000 exemplaren.
Dit kunstenaarsboek op groot formaat verscheen in 2013 naar aanleiding van de groepstentoonstelling Ulysses, l’autre mer, een kunstroute in Bretagne. Stéphane Le Mercier (1964) was in 1998 op residentie in het James Joyce Centre in Dublin, waar zich een verzameling van alle vertalingen van Ulysses bevindt. Tijdens zijn verblijf maakte hij stiekem en haastig fotokopieën van boekomslagen en binnenpagina’s. De kopieën zijn daarom doorspekt met min of meer zichtbare onregelmatigheden: glitches bij de reproductie door het snel wisselen van een boek, de toevallige uitvergroting van een beeld, de willekeurige kadrering van een pagina, stofjes op de glasplaat van het kopieerapparaat, of een steeds terugkerend vlekspoor van de papierinvoerrol. Deze imperfecties lijken, aldus de maker, op ornamenten die aan de polyfonie van vertaalde uitgaven zijn toegevoegd. In een korte bespreking van Ulisses. 1998-2013, in mei 2015 verschenen in Critique d’art, merkte Ophélie Naessens op ‘dat de lezer door de opeenvolging van verschillende talen [zoals Grieks, Indisch, Russisch, Duits, Catalaans, Chinees, Hongaars, Arabisch, Fins, Zweeds, Portugees, Deens en Taiwanees], lettersoorten [Latijn, Cyrillisch, Grieks, Arabisch en Chinees] en portretten [van Joyce] op een soort van reis wordt uitgenodigd, waarbij Le Merciers uitgave zich als ‘portulaan’ [een handgetekende zeekaart uit Zuid-Europa uit de dertiende eeuw] aandient voor een nooit eerder vertoonde vorm van navigatie doorheen Ulysses en de overblijfselen ervan.’ De in totaal 38 paginagrote illustraties van 25 gedeeltelijk herhaalde boekomslagen en 12 binnenpagina’s, zijn op vrij zwaar papier gedrukt, waarbij de doorgaans zwarte achtergronden flets overkomen. Volgens Le Mercier is dit ook een verwijzing naar de ongecontroleerde digitalisering die oude boeken in de eenentwintigste eeuw ondergaan.
John Morgan, Usylessly, Londen, John Morgan Studio, 2021, 736 pagina’s, 20 bij 24,6 cm, 500 genummerde exemplaren + 30 exemplaren voorbehouden voor de kunstenaar.
Usylessly van John Morgan (1973), grafisch ontwerper en hoogleraar aan de Kunstakademie Düsseldorf, is een bibliografische en typografische ‘boeksculptuur’, een exacte replica van de eerste uitgave uit 1922 van Ulysses door Shakespeare and Company in Parijs. In tegenstelling tot de drie eerdere werken belichaamt deze versie nauwkeurig de fysieke aspecten van de originele editie, zoals de proporties van het boek, het aantal pagina’s, de gebruikte papiersoorten, de gerafelde (handgesneden) pagina’s, het genaaide boekblok met daaraan het vastgekleefde dunne stofomslag, en bovenal de monochroom blauwe kleur van dat omslag, waar Joyce toentertijd speciaal om gevraagd had. Het opmerkelijkste aan Morgans editie is dat er van de 736 pagina’s slechts 64 bedrukt werden – de overige 42 katernen (672 pagina’s) zijn blanco, leeg. Gaat het hier eerder om een metafysische reis dan om een verplaatsing door de stad, de syntaxis of de uitgevergeschiedenis, zoals bij García, Popper en Le Mercier? Of is dit boek gewoonweg ‘usylessly’, zoals de titel suggereert? Dat ene woord werd echter ontleend aan Finnegans Wake, waarin Joyce zijn eerdere roman als onleesbaar omschrijft – als ‘his usylessly unreadable Blue Book of Eccles’.
De bedrukte pagina’s in het midden van Morgans lijvige boek bevatten twee geïllustreerde essays van respectievelijk Edward L. Bishop en Ted Bishop, oorspronkelijk verschenen met een tussenpoos van 27 jaar. Het eerste essay, ‘Re: Covering Ulysses’, gaat over het ontstaan en de opmaak van veertien verschillende uitgaven, zoals de edities verschenen bij Shakespeare and Company (in Parijs in februari 1922, in een oplage van 1000 genummerde kopieën) en Egoist Press (in Londen in oktober 1922, met 2000 genummerde exemplaren, waarvan er 500 door de New York Post Office Authorities verbrand werden; en nog eens in Londen, januari 1923, in 500 genummerde exemplaren, waarvan er 499 door de douane in Folkestone onderschept werden); de Odyssey Press Edition (in Hamburg, Parijs en Bologna in 1932, uitgegeven in twee delen), of de Random House Edition (in New York in 1934, de uitgave ontworpen door Reichl, op het omslag van Birminghams boek afgebeeld).
Het tweede, nieuwe essay van Ted Bishop, ‘Ulysses Blue’, gaat over de fysieke aspecten van het boek en de zoektocht (van zowel Joyce, als later ook Morgan en Bishop) naar de meest toepasselijke blauwe kaftkleur. De legende gaat dat Sylvia Beach, oprichter van Shakespeare and Company, aan de gevel van haar boekwinkel in Parijs een Griekse vlag gehangen heeft om voorintekenaars voor Ulysses aan te trekken. Vervolgens stond Joyce erop dat ook het omslag de kleuren van die vlag – wit en blauw – zou dragen, ‘kleuren die de rots van Ithaca suggereren die uit de zee oprijst,’ volgens Richard Ellmann in zijn boek James Joyce uit 1982, of ‘met witte letters als symbool voor de eilanden in de zee, het thuisland waar Ulysses naar terugkeerde,’ aldus Ted Bishop in zijn essay. Het koste de drukker Maurice Darantière in Dijon in elk geval veel tijd, moeite en proefdrukken vooraleer het eerste exemplaar van de pers kon rollen, en ook voor Morgan en Bishop bleek de zoektocht naar het ‘Griekse blauw’ homerisch. Uiteindelijk eindigde hun onderzoek in het Harry Ransom Center van The University of Texas at Austin, waar zich een verzameling van maar liefst veertig eerste drukken bevindt.
Zoals Samir Kandil het ooit zong – meer bepaald in 2011, in het Spaanse paviljoen op de Biënnale van Venetië, als onderdeel van Dora García’s project The Inadequate, in een performance met als titel Best regards from Charles Filch, in de rol van de bedelaar uit Bertolt Brechts Dreigroschenoper, en met een variatie op ‘Enjoy yourself (it’s later than you think)’, het populaire liedje van Carl Sigman en Herb Magidson uit 1949, door velen gecoverd, onder anderen door The Specials en Doris Day: ‘James Joyce yourself (it’s better than you think).’