May You Live In Interesting Times
Op de hoofdtentoonstelling van de 58e Biënnale van Venetië, gecureerd door Ralph Rugoff, wordt werk getoond van 79 kunstenaars: een bevattelijk aantal, zeker in vergelijking met edities waarop bijna dubbel zoveel kunstenaars aanwezig waren. Bovendien is de tentoonstelling voor het eerst als tweeluik opgevat: elke kunstenaar toont werk in zowel het centrale paviljoen als in de Arsenale. Die aanpak verhoogt de inzichtelijkheid, maar laat ook toe om verschillende facetten van een kunstenaarspraktijk te belichten. Verder koos Rugoff voor een diverse groep kunstenaars, waarvan – voor het eerst in de geschiedenis van de Biënnale – meer dan de helft vrouwelijk is. De tentoonstelling adresseert politieke en socio-economische fricties in een intussen voorspelbare constellatie, bepaald door humanitaire crisis, klimaatopwarming, racisme, wit privilege, populisme en economische ongelijkheid, aan het wankelen gebracht door de acceleratie van fake news.
In een statement maakt Rugoff duidelijk dat het hem niet om een eenduidige thematische lijn te doen is, maar om het op gang brengen van een dialoog: tussen de kunstenaar en het werk, tussen het werk en het publiek, en tussen de toeschouwers onderling. De waarde van de tentoonstelling schrijft Rugoff toe aan de meningen, reflecties en bemerkingen die zich vormen, en die gevolgen kunnen hebben in het dagelijks leven. Vanuit het veilige motto dat kunst de politiek niet kan veranderen, wil Rugoff ‘verschillende standpunten’ tonen die tot een gesprek kunnen leiden. De fijngevoeligheid waarmee dit beoogde gesprek in het leven wordt geroepen is echter allesbehalve een constante in de verschillende bijdrages. Er zijn individuele werken die effectief beroeren, zoals de subtiele reeks sculpturen Flesh in stone van Yu Ji, die een genuanceerde kijk bieden op het spanningsveld tussen globalisering en urbanisatie, en op de teloorgang van het culturele erfgoed in China, Cambodja en Indië. Verwrongen lichaamsfragmenten uit beton hangen aan stalen ringen; de gebruikte materialen verwijzen naar de verwoestende invloed van industriële bouwprocessen op het ecosysteem, en de haast gemutileerde maar anonieme lichamen getuigen op fragiele wijze van de natuurrampen in Zuidoost-Azië. Ook de schilderijen van Njideka Akunyili Crosby of Nicole Eisenman, die respectievelijk huiselijke scènes van zwarte gezinnen en de romantische leefwereld van queer en LGBTQ-gemeenschappen weergeven, dwingen respect af.
Het project BLKNWS van Kahlil Joseph is zowel in de Giardini als in de Arsenale aanwezig in de vorm van streams van clips, memes, interviews en popmuziek. De vraag van de kunstenaar om deze beelden wekelijks uit te kunnen zenden als alternatief voor het klassieke nieuws, werd door televisiezenders afgewezen. BLKNWS, doorspekt met originele associaties, politiek engagement, gevatte humor en een kosmopolitisch bewustzijn, zou nochtans een broodnodig tegenwicht kunnen bieden aan de vaak problematische eenzijdigheid van mainstreammedia. The White Album (2018) van Arthur Jafa toont via een compilatie van YouTube-portretten hoe mensen met verschillende achtergronden zich uitspreken over ras en identiteit. Het resultaat is een indrukwekkend werk dat terecht bekroond werd met de Gouden Leeuw.
Ook minder uitgesproken politiek werk is present. Het resulteert in enkele rustpunten, zoals Michael E. Smiths’ Untitled (2019): een resem verweerde aambeelden loopt over in de binnenkoer die Carlo Scarpa in 1952 ontwierp voor het centrale paviljoen. De spanramen en weefgetouwen waarmee Suki Seokyeong Kang verbeeldt hoe haar trotse grootmoeder gebruikmaakte van een looprek, is een ontroerend en krachtig eerbetoon. Korakrit Arunanondchais immersieve No history in a room filled with people with funny names 5 (2018) werd gemaakt in samenwerking met Alex Gvojic. Het is een fantastische, hypnotiserende en hoopgevende film die verwijst naar de cultuur en het collectieve geheugen van Thailand, ook dankzij de rol die de aan Alzheimer lijdende grootmoeder van de kunstenaar speelt.
Er mogen dan minder kunstenaars deelnemen dit jaar, de opstelling in het centrale paviljoen en in de Arsenale voelt nog steeds als een uitputtingsslag. De werken versterken elkaar niet, en ze dagen elkaar evenmin uit. De opstelling is te arbitrair om er betekenissen uit af te leiden. Ondanks de vermelde sterke bijdragen – en er zijn er nog een paar – overheerst vooral het gevoel dat er geen alternatieven meer bestaan voor de huidige staat van de wereld. May You Live In Interesting Times bevestigt dat er de laatste jaren zoveel crisissen, rampen en politieke conflicten tegelijkertijd plaatsvinden, dat mensen er onverschillig van worden, en dat engagement vooral tot verlamming leidt. Rugoffs goede bedoelingen verdwijnen achter de overweldigende hoeveelheid problematieken en onderwerpen die de kijker haast dwingt tot onthechting. Het is te veel, te eclectisch, te vrijblijvend, en niet zelden compleet misplaatst.
De Zwitsers-IJslandse kunstenaar Christoph Büchel, die vorige editie al ophef maakte met een tijdelijke moskee, vond er dit jaar niets beters op dan het schip dat op 18 april 2015 zonk tussen de kust van Libië en Lampedusa, met om en bij de duizend doden tot gevolg, tentoon te stellen op een kade aan de Arsenale, vlak naast het terras waarop bezoekers bijkletsen, koffie of Spritz drinken en selfies nemen. De vreselijke geschiedenis van de hypocriet genaamde Barca Nostra (‘onze boot’) wordt nauwelijks nog in acht genomen, en enkel als aanleiding gebruikt om weinig diepgaand te reflecteren over de ethische grenzen van hedendaagse kunst. De bijdrage van Büchel toont hoe zelfverklaarde ‘transformatieve’ en politiek correcte megatentoonstellingen uiteindelijk op cynische wijze nutteloos en vrijblijvend worden.
• May You Live In Interesting Times: The 58th Venice Biennale, tot 25 november in de Arsenale en Giardini van Venetië.