width and height should be displayed here dynamically

Mybody.com

In de week na mijn bezoek aan Mybody.com in Nest, valt in de sportschool mijn oog op een reclame voor werkenbijdefensie.nl. ‘Geef alles’, staat er in grote letters, ‘word infiltrant’. Voor de hand liggende zet, denk ik, terwijl ik naar de gespierde lichamen kijk die inderdaad alles lijken te willen geven. De reclameclip is een helder voorbeeld van de problematische relatie tussen lichamelijke kracht en staatsideologie, een onderwerp dat ook een thema is van Mybody.com.

Aan de ingang van de tentoonstelling wordt de reguliere zaaltekst ingeruild voor een reclame op Nest-tv voor de fictieve website www.mybody.com, waar je ideeën, perspectieven en vormen van bewustzijn kan kopen door er aandacht aan te besteden, en niet door er geld voor te betalen. Deze video van Robert Fox past mooi bij Untitled (2019) van Suzie van Staaveren, bestaande uit onder meer een op de vloer aangebrachte grijze streep, dwars door de tentoonstellingsruimte, een metalen leuning rond een kolom, of een aan het plafond opgehangen triangel. Bij beide werken is het niet meteen duidelijk of het om een artistieke interventie gaat, dan wel om elementen die deel uitmaken van de toelichting van de curator, of van de tentoonstellingsarchitectuur. Waar de video op het televisiescherm een onlineruimte vormgeeft, bepaalt Van Staaveren met haar elegante objecten de fysieke ruimte, en dus de manier waarop de bezoeker zich tegenover de andere werken positioneert.

Een van die andere werken is de zevendelige fotoreeks Heavy Weight History (2013) van Christian Jankowski. Hij nodigde bodybuilders uit om publieke sculpturen in Warschau van hun sokkels te tillen; beelden van politieke helden die ideologisch hebben bijgedragen aan de esthetisering van spiermassa en mannelijkheid. Daarnaast toont Jankowski de performance in een Poolse tv-uitzending, waarin een enthousiaste sportcommentator de uitgeputte gewichtheffers omschrijft als ‘gebukt onder het gewicht van de geschiedenis’.

Vooral de zaal waarin de films van Alexis Blake en Köken Ergun tegenover elkaar staan is erg geslaagd. Conditions of an Ideal (2016) van Blake is een bewerkte documentatie van haar gelijknamige performance in de Parthenon Gallery in het British Museum, als commentaar op historische representaties van het vrouwelijk lichaam. De video toont een groep vrouwelijke dansers wier lichaam – zwart, te mager, te masculien, met een beperking — niet voldoet aan het Romeinse en Griekse schoonheidsideaal. Als een gebalde vuist bewegen de dansers langs de historische beelden van de galerie. De choreografie verhoudt zich tot de geschiedenis door de beelden zowel te imiteren als erop te variëren. I, Soldier (2005) van Köken Ergun toont de jaarlijkse Turkse Youth and Sports Day, een evenement dat sinds 1919 op negentien mei plaatsvindt om het begin te vieren van de Turkse onafhankelijkheidsoorlog, onder leiding van Mustafa Kemal Atatürk. De film speelt zich af in een militaire school in Istanbul waar jongeren atletiekoefeningen doen. Met hun sterke lichamen pronken ze terwijl het Turkse volkslied weerklinkt, naast gedichten en een speech waarin discipline en martelaarschap worden opgehemeld onder het motto ‘iedere Turk wordt geboren als soldaat’.

Beide films zijn erg verschillend, maar dat levert een productief contrast op. Enerzijds zien we hoe sterke vrouwen zich ontworstelen aan patriarchale schoonheidsidealen, anderzijds worden we geconfronteerd met een onzekere jongen wiens individualiteit oplost in het gedril van een militair staatslichaam. Terwijl de vrouwen in Blakes film zich verhouden tot de onzichtbare disciplinerende macht uit een verre geschiedenis die nog steeds doorwerkt, zijn de schooljongens van Köken onderworpen aan een onderdrukkende macht die zich hun kracht en hun lichamen toe-eigent. Ook de meditatieve muziek die de performatieve tableaus van Blake begeleidt, contrasteert met de Turkse sentimentele popmuziek die de perfect op elkaar afgestemde, marcherende en vlaggen zwaaiende jongens esthetiseert.

Het werk van Köken via dat van Blake bekijken, roept het groeiend aantal Europese ‘antifa sportclubs’ in herinnering, waar bijvoorbeeld (gesluierde) vrouwen, queers, mensen met een beperking en immigranten welkom zijn om zich fysiek voor te bereiden op een ‘fascistische aanval’. Volgens de antifascisten schiet de intellectuele en genuanceerde taal van links tekort, en moet ook geweld als legitiem actiemiddel en als vorm van verzet ingeschakeld worden. Hoewel die agressie discutabel is, biedt ‘antifa’ een interessante aanzet tot een herinterpretatie van het lichaam, en is het zeker ook een direct voorbeeld van ‘het lichaam als strijdtoneel van machtsstructuren’ waarover de curatoren van Nest met Mybody.com willen nadenken.

Terwijl verschillende posities tegenover menselijke kracht en lichamelijke verheerlijking zowel elegant als betekenisvol kruisen bij Köken en Blake, gaat de rest van de tentoonstelling te veel richtingen op. Esthetische zelfobsessie als gevolg van de commercialisering van het lichaam komt aan bod in de video Morning Ritual (2016) van Shana Moulton. In de installatie Slow Signal (2019) brengt The Rodina een niet-menselijk perspectief op het lichaam, door te onderzoeken hoe gezichten door algoritmen worden omgezet in elektrische signalen. Het geëxploiteerde zwarte vrouwenlichaam krijgt dan weer een plaats in de collagereeks Your History Makes Me So Horny (2011) van Patricia Kaersenhout, waarin de door de porno-industrie publiek gemaakte lichamen letterlijk zijn ‘vastgenaaid’ aan afbeeldingen van witte mannen.

Mybody.com toont overtuigend hoe het lichaam vanuit de meest uiteenlopende overtuigingen wordt ingeschakeld als instrument voor (politieke) machtsuitoefening, maar net daardoor verliest de tentoonstelling helaas aan scherpte.

 

• Mybody.com was tot 3 november te zien in Nest, De Constant Rebecqueplein 20-B, 2518 RA Den Haag.