Visions capitales
Op uitnodiging van het Louvre maakte de Franse schrijfster, psychoanalytica, semiologe en critica Julia Kristeva met werken uit het prentenkabinet een thematische tentoonstelling omtrent de onthoofding. Hiermee treedt ze in de voetsporen van gastcuratoren zoals Peter Greenaway, Jacques Derrida, Jean Starobinski en Hubert Damisch die reeds vroeger toegang tot de collectie hadden gekregen om hun fantasmen vorm te geven. Het thema van de onthoofding is voor Kristeva niet nieuw. Het komt reeds voor in vroegere publicaties als Pouvoirs de l’horreur en Soleils noirs. Haar laatste roman Possessions vertelt het verhaal van een politieonderzoek naar de identiteit van een vrouwenlichaam zonder hoofd.
Het eerste deel van de tentoonstelling concentreert zich rond bijbelse, mythologische en historische thema’s als Judith en Holofernes, Salomé en Johannes de Doper, David en Goliath, Medusa en Perseus, Argus en Mercurius, Lodewijk XVI en de guillotine. Dit vormt op zichzelf al voldoende stof om een boeiende tentoonstelling, annex catalogus te maken. Centraal staat het probleem van de scheiding van lichaam en geest, waarbij het hoofd beschouwd wordt als de zetel van de geest. Eros en thanatos gaan gepaard met angst, angst om het hoofd te verliezen, maar vooral castratieangst. Gelijktijdig wil Julia Kristeva aantonen hoe de artistieke creatie ons toelaat om de terreur van dit verlies te bezweren. De door doodsdrift bezeten en door moord geterroriseerde mens zal volgens Kristeva moeten bekennen dat de enige oplossing om dit lijden te verzachten – zelf spreekt ze van wederopstanding – schuilgaat in de afbeelding. Kristeva’s project verwatert echter wanneer ze zich laat drijven op de vrije associatie van haar grote belezenheid. De verschillende denkpistes die in de tentoonstelling worden aangeboord, zijn niet altijd gemakkelijk te volgen. Via het thema van de onthoofding komt Julia Kristeva tot het probleem van de afbeelding, zowel profaan als sacraal, van het menselijk gelaat. Door het naast mekaar plaatsen van een Medusa uit het atelier van Giacinto Calandrucci, een afbeelding die de toeschouwer versteent, en een icoon uit de 12de eeuw van een Heilig Gelaat, de afdruk van het hoofd van Christus op de zweetdoek van Veronica (vera icon betekende volgens de middeleeuwers ‘waar beeld’) komt Kristeva tot het besluit dat het ‘beeld’ (of de kunst) waarschijnlijk de enige band met het sacrale is die ons nog rest.
Deze ambitieuze bezinning over het wezen van de menselijke figuur en in het bijzonder de vrouwelijke identiteit in onze westerse verbeelding, is een intellectuele onderneming die de opzet van deze tentoonstelling ver overstijgt. De vrije oefening van het kritische denken, gebaseerd op de freudiaanse interpretatie, krijgt in een ideologische context waarbij er overal stemmen opgaan om de doodstraf opnieuw in te voeren en de hedendaagse kunst (vooral in Frankrijk) regelmatig wordt aangevallen, ook een politieke dimensie. Blijft de vraag naar het nut van dergelijke tentoonstellingen. De keuze van de werken is beperkt tot de verzameling van het Louvre, terwijl men in een boek over hetzelfde thema een veel ruimere iconografie kan samenbrengen. Pluspunt is wel dat Kristeva ook elders is gaan kijken en vooral moderne en hedendaagse kunstenaars als Seurat, Picasso, Steichen, Artaud, Bacon, Rainer en Brus in haar betoog betrokken heeft. Het blijft hoe dan ook bij werken van minder historisch en artistiek belang. Ook de opstelling en het parcours bezorgt het discours geen toegevoegde waarde. Vandaar het belang van de catalogus die los van de tentoonstelling voor specialisten en Kristeva-fans hoe dan ook een aanwinst is.
• Visions capitales loopt nog tot 27 juli in het Louvre (01.40.20.51.51).