width and height should be displayed here dynamically

Dominique Gonzalez-Foerster

De laatste jaren lijkt het bij tentoonstellingen van een zekere omvang haast onmisbaar: kunst die de vermoeide bezoekers behaaglijk haar diensten aanbiedt. Noem het kunst waar men op kan gaan zitten, hangen of liggen. Daar kan een videotheek bij te pas komen met werk van collega-kunstenaars, een muziekje, een drankje, massage en de inrichting is doorgaans prima verzorgd. Men voelt er zich haast thuis.

Het werk van de Franse Dominique Gonzalez-Foerster is een atypisch voorbeeld van deze zucht naar interieurs. Zelf neemt ze overigens graag de term ‘interiorisme’ in de mond voor haar werkmethode, een verwijzing naar het persoonlijk intieme en het huiselijke (maar verdacht veel gelijkend op terrorisme). Haar installaties kunnen een bijzonder intiem sfeertje uitdragen, maar zelfs indien meubilair aanwezig is, voelt de bezoeker zich niet geroepen tot ‘lichamelijke annexatie’. Om daadwerkelijk gebruikt te worden blijven de gecreëerde situaties teveel beeld. De ruimten waarin Gonzalez-Foerster een ‘interieur’ plaatst, schildert ze slechts gedeeltelijk in een bepaalde kleur of worden duidelijk zichtbaar van kunstlicht voorzien. Ze laten zich herkennen als tijdelijk ingevoegd, binnengeloodst in een bestaande infrastructuur. Een stoel, tafel of bed blijven binnen dit kader verweesd achter met eventueel enkele foto’s of een wandkleed aan de muur en op de vloer een licht hoorbare radiowekker of mini-televisietoestel. Het zijn schaarse elementen die vragen om samen begrepen te worden. De installaties dragen titels als R.W.F. (naar Rainer Werner Fassbinder in chocoladebruine tint), Nos Années 70, Waterloo-Martini of The Milwaukee Room. Ze lijken op een luchtspiegeling van een soms uitdrukkelijk naoorlogse moderniteit, met een belofte van stille, intense beleving. In die zin kan men haar installaties ervaren als cocons die hun eigen artificialiteit (en oppervlakkigheid) op de spits drijven. Aan de bezoeker wordt de rol toebedacht zich deze ruimte imaginair toe te eigenen, zich over te geven aan geneugten van inbeelding en narratief denken. Een soms wel erg decadente bezigheid, rekening houdend met de verleidelijke monochrome kleursferen of muziektonen.

Zo toonde Galerie Mot & Van den Boogaard tot 13 maart het Pavillon d’Argent, een nachtblauwe hoek die bijna een gehele ruimte omvatte waarvan één wand doorbroken werd door een verticale zip van reflecterende zilverfolie. Van 20 maart tot 17 april wordt er Variante de la Cure Type getoond; deze ruimte confronteert een karige stoel en bed met een panorama van tijdschriftfoto’s van vrouwen tegen de wanden. In dit werk wordt gespeeld met de spanning tussen de manipulerende mediabeelden (en hun diverse woordenloze boodschappen) en het schriele meubilair, de plaats waar je je als kijker snel mee identificeert.

 

• Dominique Gonzalez-Foerster tot 17 april in Galerie Mot & Van den Boogaard, Dansaertstraat 46 in 1000 Brussel (02/514.10.10). Op 20 maart om 12.00 uur wordt haar film Riyo getoond in de Cinéma des Galeries Arenberg.