Architectuur en Alfabet
Letters zijn betekenisdragers, ook zonder dat ze woorden vormen. De Griekse alfa en omega staan in de christelijke leer symbool voor Jezus Christus. In het Hebreeuws, een heilige taal, heeft elke letter een eigen betekenis. Maar ook in minder verheven sferen kan een letter een heel imperium vertegenwoordigen, getuige de gele M van McDonalds. Van goddelijke boodschap tot reclame, iedereen is zich bewust dat een letter nergens ‘zomaar’ staat. Die immer aanwezige symbolische lading heeft tot gevolg dat letters ons intrigeren, of – als we niet begrijpen waar ze voor staan – achterdochtig of boos maken. Hoe dat werkt, ondervond architectuurcentrum RAP in Leiden aan den lijve. Een grote blauwe letter A op het dak leidde al snel tot agressie. ‘Wijkvereniging wil geen irritante letter op het dak’ stond in de ene Leidse krant. ‘Weg met de A’ in een andere. Het RAP had geen bouwvergunning voor deze kunstuiting en verwijderde de letter. Nog even werd gespeeld met de gedachte om hem dan in de etalage te zetten, in het rood, om een discussie over de grens tussen openbaar en publiek terrein uit te lokken, maar daar zag RAP vanaf. Het punt was gemaakt. Een letter is nooit zomaar een letter.
Wat hierin ook een rol speelt, is dat de letter op een gebouw staat. Architectuur is immers op zichzelf al een betekenisdrager. De twee kunnen elkaar versterken of elimineren. Net als RAP weet ook kunstenaar John Körmeling daar alles van. Hij streed tot aan de Hoge Raad om zijn kunstproject geplaatst te krijgen. Wanneer hij in 1988 de opdracht krijgt om een ruimtelijk object te ontwerpen in Vlaardingen, bedenkt hij een kunstwerk dat uit drie delen bestaat. Op een bibliotheek stelt hij de eerste 23 letters van het alfabet voor. Daartegenover staat een flat met op de begane grond een postkantoor, waarvoor hij de letters PTT ontwerpt. En omdat dit gebouw het negende project is van architectenbureau OMA, bedenkt hij voor op het dak de tekst DE NEGENDE VAN OMA. De gemeente vindt het prachtig en Körmeling kan aan de slag. PTT is geen probleem, het alfabet evenmin en voor de letters op het dak is een bouwvergunning nodig die prompt wordt verleend. Maar de vergunning wordt een dag later ingetrokken. De gemeente wil de tekst niet meer, en de bezwaarschriften stromen inmiddels ook binnen. De flat is namelijk een seniorenflat en de tekst zou grievend kunnen zijn voor de bewoners, al komen er geen klachten van de inwonenden zelf. Dan begint een principiële zaak over de vraag wat zwaarder weegt: de autonomie van de kunstenaar of de emoties van de om- of inwonenden. Uiteindelijk verliest Körmeling de zaak, na aanvankelijk gelijk te hebben gekregen van de Rotterdamse rechtbank. Letters raken mensen diep, te diep in dit geval.
Maar hoe werkt het precies? In datzelfde Vlaardingen staat sinds vorig jaar een woongebouw met zorgfuncties van Arons en Gelauff Architecten. De kolommen, noodzakelijk om de overstekken te steunen, zijn ‘ingepakt’ als letters. Kunstenaar Marc Ruygrok maakt er het woord EVEN van, om de tegenstelling tussen tijdelijk (leven) en eeuwig (dood) te benadrukken. Nu komen er wel bezwaren van enkele bewoners, omdat het lijkt alsof de tekst wil zeggen dat ze er maar kort zullen wonen. Die veronderstelling zou wel eens juist kunnen zijn. Waarom is dit kunstwerk dan wél geaccepteerd? Maakt het uit dat ze bekleed zijn met roestvrij staal, waardoor ze minder opvallen? De spiegeling van licht in het materiaal doet de letters verdwijnen en het gebouw lijkt te zweven. Alsof de bewoners met gebouw en al naar Gods rijk worden getild, zou je zeggen. Maar nee, zo werkt het niet. De letters krijgen daardoor juist iets bescheidens. Je kunt om ze heen lopen, je kan er ook gaan op zitten. Deze letters dringen zich niet op, maar staan ten dienste van de voorbijganger. Het allerbelangrijkste verschil is misschien wel dat de letters een constructieve functie hebben, een zware last dragen, ernstig op de grond staan, in plaats van frivool en luchtig de mensen te bespotten vanuit de hoogte, zoals de letters van Körmeling misschien zijn ervaren.
Letters en gebouw brengen elkaar niet per definitie in diskrediet. Ze kunnen ook een symbiose aangaan en de betekenis van elkaars aanwezigheid versterken. In Boedapest staat een classicistisch gebouw van de geheime dienst dat nu in gebruik is als herdenkingsmuseum van het fascisme en het communisme. Het gebouw is niet ingrijpend verbouwd of aangepast, maar wel van een dakoverstek voorzien. De hierin uitgespaarde tekens leiden ertoe dat – wanneer de zon er op een bepaalde manier doorheen schijnt – op de gevel het woord TERROR verschijnt. De bescheidenheid van de ingreep, gecombineerd met het feit dat uitgerekend de zon op de zwarte feiten wijst, bewijst in één oogopslag een groot gevoel voor het drama, de geschiedenis en het optimisme van een heel volk. Een soortgelijke mengeling van emoties, maar dan op het niveau van de stad, creëert Peter Hopman. Als laatste eerbetoon aan het Centraal Station in Rotterdam herschikte hij een deel van de neonletters CENTRAAL STATION tot TRAAN LATEN. Bij de opening, door de kleinzoon van stationsarchitect Sybold van Ravesteyn, kregen alle aanwezigen een witte zakdoek. Inmiddels is het station met letters en al gesloopt.
Deze en nog veel meer projecten zijn te zien op de tentoonstelling Architectuur en Alfabet. De compacte expositie toont voorbeelden uit de hele wereld van letters verwerkt in, geprojecteerd of geschreven op gevels. Er zijn ook plattegronden in de vorm van letters te zien, en een fascinerend luchtalfabet van fotografe Lisa Rienermann. Maar de enige die zich écht bewust lijkt van de potentiële kracht van woord én gebouw is misschien de Schotse kunstenaar Rory Macbeth. Op een niet langer gebruikt elektriciteitsgebouw in Norwich schreef hij in 2006 de integrale tekst van Utopia van Thomas Moore. Alle bakstenen, vensters, dakgoten en lijsten werden beschreven, om zo tot uitdrukking te brengen dat ideeën in stand gehouden moeten worden, ook als daar binnen een samenleving (tijdelijk) weinig begrip voor is. Daar zijn zowel architectuur als alfabet bij uitstek voor geschikt.
• Architectuur en Alfabet tot 29 maart in Architectuurcentrum RAP (Rijnlands Architectuur Platform), Nieuwstraat 33, 2312 KA Leiden, (071/513.75.25; www.rapsite.nl). Bij de tentoonstelling is de publicatie Architectuur en Alfabet verschenen, te bestellen bij RAP.