Benjamin Verdonck. Werk
Terwijl hij in de Antwerpse cultuurtempel Toneelhuis met een grootse retrospectieve van zijn theaterwerk wordt bedacht, toont Benjamin Verdonck enkele straten verder zijn beeldend werk. Omgebouwd tot white cube biedt de garage van LLS387 voor dit werk een presentatieruimte op de juiste schaal. Hier geen grote bouwsels of installaties, zoals hij die in de publieke ruimte en op de bühne bracht, maar autonome maquettes op sokkels. Hier geen onstuitbare drang om de grenzen van het medium te doorbreken, maar integendeel voorzichtige pogingen om zich naar de conventies van de tentoonstellingsruimte te schikken. De expo heeftgeenszins de aanblik van een atelier, maar is wel experimenteel in de zin dat de erg uiteenlopende werken nog naar hun plek zoeken.
Aanvankelijk gefascineerd door objecten maakt Verdonck nu de overgang naar de presentatie ervan, zoals valt af te leiden uit enkele verzamelingen die in de loop van meerdere jaren tot stand kwamen. Kapotte voetballen liggen netjes op een rij, als objets trouvés zonder meer. Een collectie gevonden handschoenen isdaarentegen per kleur gesorteerd en voorzien van een titel: Bureau de ristourne de gants et de moufles perdues sur la présentation simple de l’exemplaire restante, 2002-2008. De blik van Verdonck komt naar voren in 99 koppels op weg naar de ark (2006), een bonte verzameling prullaria die zich telkens per twee aandienen, van kitscherige beeldjes over een paar okkernoten tot ‘Lierse vlaaikes’. 50 x 2 = My Favourite Things (1978-2007) is dan weer ondergebracht in een glazen toonkast, met annotaties per voorwerp die verwijzen naar persoonlijke herinneringen van de kunstenaar. Oefeningen in schikken en herschikken zijn het, voorlopige presentaties waarin Verdonck in de eerste plaats voor zichzelf zijn verzameldrang en fascinaties tracht te kaderen. Dat een en ander in het ongewisse blijft, weet Verdonck zelf ook. Haast achteloos gedrapeerd over een buis dichtbij het plafond hangt nog een verzameling touwtjes, als losse eindjes.
In een ruimte voor beeldende kunst krijgt dat onbestemde een kans, terwijl Verdonck in het theater vaak op een publiek stoot dat nauwelijks overweg kan met ingrepen die geen duidelijke boodschap dragen. Daarvan getuigt overigens een gepubliceerde polemiek met theatercriticus Wouter Hillaert over de nood aan statements, een thema dat ook in de tentoonstelling opduikt, zij het niet zonder ironie. Verdoncks ‘huizen’, ranke structuren uit houtjes en karton bewerkt met balpen en fluostift, zijn schreeuwerige kathedralen voor consumptie, bekroond met een Nikelogo en voorzien van boodschappen allerhande. Ze zijn even trots als labiel, zinderen van de verwijzingen en zijn bij nader inzien behoorlijk ambivalent – hier schemert ook Verdoncks interesse voor kunstenaars als Jenny Holzer en Thomas Hirschhorn door.
Anders dan de schijnbare naïviteit van de verzamelingen is in de maquettes en collages Verdoncks strategie en aandacht voor context duidelijk, opzichtig zelfs. Dat al die werken naast en door elkaar staan in de tentoonstelling zorgt voor een interessante spanning: schuilt de waarde van dit werk of van kunst tout court wel in het zogenaamd politieke gehalte ervan? Elders hangt een fotoreeks als een geënsceneerd performancedocument waarbij Verdonck een gat in het ijs kapt, met als onderschrift: “I was trying to make an art work bashing the Bush administration’s arrogance but I did not know how to make it fit into a white gallery then I got so nervous I needed to cool down.” En bij een gelijkaardige reeks vlak ernaast: “This is me talking to the birds they really like listening to me as long as I bring some bread.” Schipperend tussen een teveel aan politiek bewustzijn en de belangeloze artistieke ingreep, komt Verdonck geregeld tot een wat ongemakkelijk zittende relativering van het kunstenaarschap. In een derde reeks verdwijnt Verdonck (gehuld in een T-shirt met daarop Warhols banaan!) in een haag midden in de stad, een actie die haar eigen futiliteit thematiseert door alsnog zichtbaar te worden als tableau in een galerie.
Die relatie tussen zichtbaarheid en het subversieve gebaar is ook een weerkerend thema in Verdoncks performances, waarvan verscheidene documenten zijn opgenomen in de expo, met wisselend succes. In de genoemde fotoreeksen verheft het document met onderschrift ongeziene acties retroactief tot performance, een ingreep die ook zelf als een ‘performance’ in het beeld werkzaam is. De foto’s van enkele Shopping = fun-acties op de Antwerpse Meir (2003-05), met ‘misplaatste’ Sinterklazen en pompoenmaskers, blijven als groteske beelden betekenisvol in hun nieuwe context. Foto’s van Global Anatomy laten zich maar moeilijk bekijken zonder herinnering aan de theatervoorstelling, daarvoor is de black box te nadrukkelijk aanwezig. Het monumentale karakter verleent deze beelden weliswaar een nieuw statuut, aangepast aan de white cube, maar reduceert daarmee ook hun aanvankelijke wilde polysemie. De videoregistraties van I like America and America likes me (2002) of hirondelle/dooi vogeltje/the great swallow (2008) thematiseren daarentegen geen vragen rond presentatie; zonder de toenmalige politieke context of de narrativiteit van de stad en haar inwoners verliezen deze werken ook veel van hun betekenispotentieel. Dan werkt een foto van laatstgenoemde performance, met Verdonck in vol ornaat op zijn zwaluwnest, beter, dankzij de zorgvuldige presentatie. Ietwat hoog opgehangen leidt deze foto – overigens net als de performance – je blik omhoog, zodat je even verder nog twee nestkastjes ontdekt en uiteindelijk uitkomt bij die fameuze collectie touwtjes.
Vermelden we ten slotte dat op de finissage ook het kunstenaarsboek Werk/Some Work zal worden voorgesteld. Het documenteert Verdoncks oeuvre in de volle breedte, waardoor zijn theaterwerk, performances, beeldend werk en verzamelingen voor het eerst in een totaalverband komen te staan. Naasttalrijke foto’s, tekeningen, theaterteksten, krantenknipsels en filmfragmenten (op de bijgevoegde dvd) bevat het boek ook briefwisseling van Verdonck met enkele collega-kunstenaars, overheden, producenten en critici, waarmee een weinig belicht aspect van zijn werk naar voren treedt. Die brieven verduidelijken niet enkel Verdoncks poëtica, maar zijn een belangrijk medium waarmee hij de grenzen van en tussen disciplines politiseert, als een vorm van institutionele kritiek in het verweer tegen verwachtingspatronen en ‘nuttige’ kunst.
• Benjamin Verdonck: Werk/Some Work tot 29 november in LLS387, Lange Leemstraat 387, 2018 Antwerpen (0497/48.17.27; http://users.telenet.be/lls387). De publicatie Werk/Some Work (2008) is een uitgave van Campo in samenwerking met MER Paper Kunsthalle vzw. ISBN 978-90-76979-67-0.