width and height should be displayed here dynamically

Claire Bataille & Paul ibens

Voor de tentoonstelling Claire Bataille & Paul ibens – projecten en objecten 1968-2002 in het Design Museum Gent hebben de Antwerpse interieurarchitecten Claire Bataille & Paul ibens zelf een overzicht van hun oeuvre samengesteld. Ook de vormgeving van de tentoonstelling werd bepaald door het duo, dat bekendstaat om zijn evenwichtig geproportioneerd en onberispelijk gedetailleerd design. In een serene enscenering stelt het bureau een bonte keuze voor uit de architectuur-, interieur- en vormgevingsprojecten die het sinds zijn oprichting in 1968 realiseerde. Er wordt gebruikgemaakt van diverse presentatiemedia en -materialen: grote fotomontages, een video-opname, maquettes, bouwstoffen, boeken, meubilair, tekeningen en portfolio’s. Daarbij worden de projecten niet netjes na elkaar behandeld, maar duiken ze op verschillende plaatsen in de tentoonstelling op, soms voorzien van een ondertitel, soms ook niet. Zo verschijnt Woning Corthout in Schilde (1974) – een project in samenwerking met architect Langohr – in enkele grote fotografische prints aan het begin van de tentoonstelling, om vervolgens op het einde van het parcours in maquettevorm terug te keren. De tafel Kubus die deel uitmaakt van het interieur is ook in het echt te zien; en ten slotte is Woning Corthout ook prominent aanwezig in de reeks design- en architectuurpublicaties die hier als volwaardig tentoonstellingsmateriaal worden ingezet.

De projecten van Bataille & ibens hebben vaak betrekking op het wonen. Hun architectuurrealisaties zijn veelal woonhuizen en ook hun objecten en meubelen – zoals de H2O-tafel – zijn in de eerste plaats voor woningen bedacht. Vaak zijn deze ontwerpen erop gericht om ruimtes of plekken te creëren die, mede door hun eenvoud en rust, dagelijkse handelingen een quasi-ceremonieel karakter verlenen. In een tekst uit het zopas verschenen boek over Bataille & ibens, verwijst Koen Van Synghel in dat verband naar de watersteen op het einde van de lange centrale hal in Woning Vandendriessche (1984) te Bellem. Dit opvallend esthetische gebruiksvoorwerp herinnert de bewoner er niet alleen aan zijn kuis- of tuingerei van tijd tot tijd schoon te schrobben; het maakt van deze alledaagse handeling ook een gewichtig ritueel. Ook de twee trappen in Woning Vandendriessche – één voor de kinderkamers en één voor de ouderlijke slaapkamer – krijgen een dramatische setting. Ze bevinden zich recht tegenover elkaar, links en rechts van een deuropening. Wanneer de bewoners simultaan van beide quasi-identieke trappen afdalen, kijken zij elkaar aan; gaan ze gelijktijdig naar boven, dan keren ze elkaar de rug toe. De eenvoudige positionering van de trappen genereert als vanzelf een waaier van scenario’s voor menselijke bewegingen.

Dat juist het dagelijks gebruik van deze woonruimtes er betekenis aan geeft, wordt in de Gentse tentoonstelling niet helemaal duidelijk. De enscenering van het geheel mag dan illustratief zijn voor de in wezen modernistische aanpak van Bataille & ibens, er wordt nauwelijks iets gezegd over de cruciale en intrigerende relatie tussen de ‘veeleisende’ objecten en hun gebruikers. De meubels staan zoals gewoonlijk op sokkels en mogen niet worden ‘getest’. In de interieur- en architectuurfoto’s zijn geen mensen of andere levende wezens te bespeuren. Alleen de videoprojectie gaat net iets verder. Met een trage camerabeweging – men denkt aan een 3D-simulatie – worden we door een huis geleid: Woning J. in de omgeving van Antwerpen, zo is af te leiden uit de maquettes verderop. Wanneer de camera het huis betreedt, gaat de voordeur als vanzelf traag open. Bij een computersimulatie zou dat volkomen normaal zijn, maar bij deze ‘reële’ opname rijst onmiddellijk het vermoeden dat zich iemand achter de deur verbergt.

Hoewel het werk van Bataille & ibens vaak intrigeert door zijn precisie en zijn uitgekiende evenwichten, krijgt het in de tentoonstelling ongewild een zekere frivoliteit. Enkel wie volhardt, komt na lang puzzelen te weten hoe een project nu precies in elkaar zit. Voor de anderen komt een bezoek aan de tentoonstelling neer op het consumeren van impressies en het bezichtigen van mooie meubelen en objecten. Zelfs de geometrische tekeningen van Bataille & ibens worden, bij gebrek aan bijschriften of duidelijke links met gerealiseerde projecten, tot abstracte spielerei herleid. Weinigen zullen vermoeden dat ze veelal de neerslag zijn van een concreet, doorwrocht ontwerpproces van een gebouw of een object. Er valt dus wel degelijk meer te zeggen over dit werk dan deze esthetiserende expositie doet vermoeden.

De genoemde publicatie Claire Bataille, Paul ibens. Projecten en objecten 1968 / 2002 is dan ook een welkome aanvulling op de tentoonstelling. In dit boek wordt het werk van het ontwerpersduo vanuit wisselende invalshoeken verduidelijkt. Men vindt er een reeks projectomschrijvingen, een interview en een gedetailleerde inventaris van de meubelen en objecten. Bovendien wordt ook de fragiliteit van het oeuvre tegenover de dominante, op lifestyle gerichte woonmarketing ter sprake gebracht. Modieuze designtijdschriften omschrijven het werk van Bataille & ibens vaak als ‘minimalistisch’; Koen Van Synghel stelt in dat verband dat het zaak is “om door de glossy beelden van de lifestyle-magazines heen te kijken en de interieurs, de gebouwen, het design van gebruiksvoorwerpen op hun eigen merites te beoordelen”. In tegenstelling tot de Gentse tentoonstelling onderneemt de publicatie wel degelijk een voorzichtige poging om zo’n ‘indringende’ kijk op het werk van Bataille & ibens te ontwikkelen.

 

• Claire Bataille & Paul ibens – projecten en objecten 1968-2002 loopt nog tot 9 juni in het Design Museum Gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent (09/267.99.99; http://design.museum.gent.be). Het boek Claire Bataille, Paul ibens. Projecten en objecten 1968 / 2002 (met bijdragen van Marc Dubois, Christian Kieckens, Jan Thomaes, Koen Van Synghel) verscheen in 2003 in de reeks Monografieën over architectuur en design van Ludion, Muinkaai 42, 9000 Gent (09/233.48.16). ISBN 90-5544-441-3.