width and height should be displayed here dynamically

Essays

Besprekingen

Beeldende Kunst

Architectuur & Vormgeving

Publicaties

103

mei-juni 2003

Herhaling en terugkeer

De ‘vooruitgang’ is een project van de westerse wereld dat allang geen echt project meer is. Wat we vandaag nog als vooruitgang menen te herkennen, is een onuitroeibare, blinde dynamiek, een permanente en duizelingwekkende vlucht naar voren, waarover niemand de controle heeft. Juist dit quasi-driftmatige vooruitsnellen geeft vrij spel aan de herhaling en de terugkeer van dat wat we achter ons waanden. In het herhalen manifesteert de vooruitgang zich als een circulaire structuur, een ‘gang’ die niet in rechte lijn ‘vooruitgaat’, maar in zichzelf rondtolt als een draaikolk.

Herhalingen verschijnen overvloedig in de kunst en de massacultuur van vandaag. Enerzijds is er een ware toevloed van remakes vanuit de filmindustrie. Deze remakes teren nog altijd op de mythe van het origineel: zelfs wanneer de nieuwe versie niet uit de schaduw kan of wil treden van een onovertroffen voorbeeld, manifesteert zich in het gebaar van de herhaling zelf al een mythische impuls. Het lijdt geen twijfel dat de talloze herhalingen in de populaire cultuur als reddingsboei fungeren in de draaikolk van de geschiedenis. Anderzijds maken beeldend kunstenaars al sinds de jaren zestig, zo niet langer, gebruik van remakes om de hiërarchie tussen ‘origineel’ en ‘afgeleide’ te saboteren. Wie een bestaand werk kopieert, hoe nauwgezet ook,
produceert per definitie iets ‘anders’. De remakes van Elaine Sturtevant, Sherrie Levine, Stan Douglas en Douglas Gordon verwijzen niet meer naar een oorspronkelijk maken; dergelijke kunst maakt eerder duidelijk dat alles altijd al gemaakt is, maar ook dat het onmogelijk is om twee keer exact hetzelfde te doen. Deze kunst ontneemt ons de illusie dat de draaikolk van de geschiedenis nog op een mythische bron teruggaat. Op de plaats van het origineel worden we slechts aangezogen door het naamloze gat waaruit de geschiedenis oprijst, juist doordat zij erin verdwijnt.

In dit nummer van De Witte Raaf veel aandacht voor de herhaling. Een bijzondere plaats is ingeruimd voor Aby Warburg (1866-1929), de legendarische kunsthistoricus wiens dialectische model van ‘vooruitgang’ in de cultuur door kalmere geleerden als Ernst Gombrich en Erwin Panofsky ten onrechte van zijn dynamiek is ontdaan.

Dirk Pültau / Camiel van Winkel