width and height should be displayed here dynamically

De pestkop


Waar wy zeggen:
oorzaak, bedoelen wy den factor die door meerdere grootte of nabyheid ons ’t meest in het oog valt. En zelfs dáárin vergissen we ons dikwyls.

– Multatuli

 

 

Intratuin

Een gesprek tussen twee caissières bij een vestiging van Intratuin, tijdens een zoveelste regendag eind november 2023. Wat goed, zegt de ene, dat Frans Timmermans de verkiezingen niet heeft gewonnen. De belastingen zouden omhoog zijn gegaan, zodat minder klanten hun geld aan planten en kerstversiering zouden uitgeven. Niets minder dan hun baan stond op het spel. De tweede werknemer van Intratuin knikt instemmend. Geen van beiden hebben ze op een linkse partij gestemd.

Hoe zou Timmermans, lijsttrekker van de samenwerking PvdA-GroenLinks, moeten reageren? Uitleggen dat sterke schouders zware lasten kunnen dragen, dat trickle-down economics een fabeltje is, dat zijn partij er is voor mensen zoals zij? Het zou hem alweer tot een betweter maken. Een groene idealist kan zich vervolgens in het gesprek mengen: die hele toxische Intratuin, vol met vrachtwagenladingen kerstprullaria, kan maar beter worden opgedoekt.

 

Daar komt een einde aan

Geert Wilders wil minder belasting heffen, van middenstand tot miljonairs. Zijn Partij voor de Vrijheid (PVV), waarvan hij het enige lid is, wil tegelijkertijd miljarden uitgeven. Er moeten woningen bijkomen, het eigen risico – 385 euro aan zorgkosten die je zelf jaarlijks moet betalen – wordt afgeschaft, de bejaardenzorg moet beter, het leesonderwijs ook. Benzine en boodschappen worden goedkoper, de energierekening gaat naar beneden.

Het geld wil Wilders weghalen bij het klimaatfonds. Waarom kolencentrales sluiten als ze in China op volle toeren draaien? We kunnen de dijken verhogen. En er is ook geld terug te halen bij ontwikkelingssamenwerking, in ‘Brussel, Italië, Afrika of welk herverdelingsfonds dan ook’. Als we vluchtelingen weren, of naar onze grootste handelspartner Duitsland sturen, hoeven we ze niet op te vangen. De publieke omroep, propagandakanaal voor klimaatpaniek en diversiteit, moet de deuren sluiten, en bij musea valt zeker ook iets te halen.

Autochtone Nederlanders worden niet beschermd. Zij worden achtergesteld en gediscrimineerd. Bij de politiek, in de kunst, bij de publieke omroep, in de wetenschap en bij veel gemeenten. Dat noemen ze ‘voorkeursbeleid’ of ‘positieve discriminatie’. Daar komt een einde aan.

De PVV heeft – net als de BoerBurgerBeweging (BBB), het Forum voor Democratie (FvD), de Socialistische Partij (SP) en de Partij voor de Dieren (PvdD) – het eigen programma niet laten narekenen door het Centraal Planbureau. Dat was tot voor kort in Nederland de gewoonte, al hoorde je kritiek uit progressieve hoek: het zou werkelijk alternatieve, verbeeldingsrijke plannen onmogelijk maken.

De PVV leeft van de verbeelding. Met Wilders komt de verbeelding aan de macht. Het verkiezingsprogramma, dit keer langer dan het beruchte A4’tje uit 2016, laat hem zelf aan het woord. In ‘Nederlanders weer op 1’ zijn de zinnen kort en stellig. Als ze een bijzin bevatten, dan is het om een tegenstelling uit te drukken: ‘Gezondheidszorg die voor veel Nederlanders onbetaalbaar is geworden, wordt wel gratis aan asielzoekers verstrekt.’ Oud-journalist Martin Bosma, Amsterdammer, Wilders’ rechterhand en fractiemedewerker van het eerste uur, heeft er hard aan gewerkt.

De tekst ademt de politieke techniek die ‘polarisatie’ heet. Het verschil tussen links en rechts staat op de voorgrond, waarbij links telkens in de verdomhoek belandt, bijvoorbeeld als het gaat over ‘de linkse haat waarmee helden uit onze geschiedenis worden beschimpt’. Zo wordt de identiteit van de eigen groep gestaald, terwijl de tegenstander tot vijand wordt gemaakt én intern verdeeld. Welke oude partijganger op links heeft binnenskamers niet over woke geklaagd?

Wilders spreekt klare taal. In een wereld die je nauwelijks nog zonder gebruikshandleiding kunt bedienen, en waar de progressieve moraal zich graag van het Engels bedient, is hij de scheidsrechter die op zijn fluitje blaast: ‘Zwarte Piet blijft.’

Wie het verkiezingsprogramma doorbladert, ziet een grote foto van Geert Wilders. Hij probeert zo vriendelijk mogelijk te glimlachen, wat hem moeite kost. Dan volgt een paginagrote foto van een oudere vrouw met een paarse hoofddoek en in een rood lichaamsbedekkend kleed. De vrouw is net een zebrapad overgestoken, je ziet haar rug. Wilders’ beruchte ‘kopvoddentaks’, naar verluidt een vondst van Bosma, hoeft voor de goede verstaander niet te worden herhaald.

 

Politiek correct

Na de adembenemende verkiezingswinst van de PVV op 22 november 2023 – de 35 geschatte zetels werden de volgende dag bijgesteld tot 37, een kwart van het Nederlandse stempubliek – vertelt een jonge kiezer aan de Volkskrant dat hij Wilders net als Thierry Baudet (FvD) vaak op TikTok heeft zien langskomen. Baudet gaat hem veel te ver. Daarom heeft hij op Wilders gestemd, die was meer ‘politiek correct’.

Aanvankelijk wordt beweerd dat veel moslims voor de PVV hebben gekozen, want ze delen Wilders’ kritiek op ‘genderwaanzin’ op scholen. Nader onderzoek weerlegt die gissing. Surinamers hebben wel opvallend veel sympathie voor Wilders, zo wordt daaraan toegevoegd.

In NRC Handelsblad verschijnt een artikel over de dreiging van extreemlinkse activisten na de winst van de PVV. Asha Promes-Eeckhout uit Almere, een Surinaams-Nederlandse danseres, heeft getwitterd te denken aan een soort ‘v/d Graaf-acties’ – Volkert van der Graaf was in 2002 de moordenaar van Pim Fortuyn. Er volgt algauw kritiek op de bron, en die blijkt een trol te zijn. De krant schrapt de naam van Promes-Eeckhout, maar niet het hele artikel. De NRC-journalist bekent aan de NRC-ombudsman een ‘ontzettend stomme beoordelingsfout’ te hebben gemaakt. De ombudsman stelt vast dat (te) veel NRC-columnisten zich de laatste weken tegen Wilders hebben gekeerd.

Voorafgaand aan de verkiezingen zijn de leiders van de grote democratische partijen bijna dagelijks op paginagrote krantenadvertenties te zien. Geert Wilders niet. Een enkel billboard aan de rand van de snelweg volstaat; foto’s ervan gaan rond op sociale media.

Het socialemediabudget van GroenLinks-PvdA bedraagt bijna zeven ton, de PVV geeft er naar eigen zeggen nog geen vijfduizend euro aan uit. Op YouTube komen de parlementaire hoogtepunten (‘Wilders sloopt…’) als vanzelf bovendrijven.

 

Wantrouwen

Socioloog Roy Kemmers voorspelt in de Volkskrant dat veel PVV-kiezers niet lang tevreden zullen blijven met de overweldigende winst. Een groot deel van hen staat zeer wantrouwig tegenover de representatieve democratie, ervan overtuigd dat grote beslissingen altijd achter de schermen worden genomen. Hun aanvankelijke blijdschap zal omslaan in wrok zodra er een coalitie wordt gevormd. De onvermijdelijke compromissen zullen het wantrouwen weer aanwakkeren, al dan niet door Wilders van zuurstof voorzien in een tweet. En als hij het niet doet, staat er een andere stokebrand klaar.

Critici van populisten verwijzen graag naar bestaande wetten en internationale verdragen, schrijft Kemmers, de grondwet in de eerste plaats. Op de kiezers van de PVV maakt dat geen enkele indruk. Democraten moeten duidelijk proberen te maken waar deze begrippen en instituten voor staan.

Dat levert meteen de volgende moeilijkheid op. Radicaal-rechts heeft zich termen als ‘discriminatie’ en ‘ongelijkheid’ toegeëigend, na al eerder ‘de vrijheid’ te hebben opgeëist om een godsdienst te kunnen verbieden.

 

Schandaal

Wantrouwen over het Nederlandse overheidsbeleid – door het parlement mede richting gegeven en gecontroleerd – valt te begrijpen. Politiek Den Haag blonk de afgelopen twintig jaar uit in het verkondigen van ferm beleid, terwijl het kortte op de middelen om dat beleid uit te voeren. De markt was de wonderdokter die langzamerhand onaanspreekbaar werd. Maar bij welk loket kan je dan terecht voor een eenvoudig en werkzaam medicijn?

Het Toeslagenschandaal, losgebarsten rond 2019: circa 24.000 huishoudens moeten na kleine administratieve fouten het volledige bedrag aan toeslagen voor kinderopvang – in Nederland lange tijd exclusief aan vrouwen, en later aan de markt overgelaten – van meerdere jaren terugbetalen, zonder een mogelijkheid om in beroep te gaan. Complete gezinnen worden geruïneerd. Het controlealgoritme van de overvraagde Belastingdienst (dat toeslagen moest uitbetalen en controleren) is ingesteld op ouders van buitenlandse afkomst.

Een aanjager van die fraudejacht was de ‘Bulgarenfraude’, onthuld in 2013. De verontwaardiging was destijds groot, net als de angst om ‘slap’ te worden genoemd. Rutte II, een combinatie van VVD en PvdA, zon op strengere maatregelen, met de hete adem van Geert Wilders in de nek, die tot 2012 het minderheidskabinet-Rutte I (VVD en CDA) had gedoogd.

Rutte III (VVD, CDA, D66, ChristenUnie) viel in 2021 na publicatie van het Toeslagenaffairerapport. Voormalig minister van Sociale Zaken in Rutte II, Lodewijk Asscher (PvdA), trok zijn conclusies: hij trad terug als lijsttrekker. Rutte zelf ging monter verder en vormde een nieuw kabinet (Rutte IV), waarin expliciet geen plek was voor Pieter Omtzigt, die het schandaal samen met Renske Leijten (SP) in de Tweede Kamer op de agenda had gekregen. Gefotografeerde formatieaantekeningen suggereerden dat voortaan zijn ‘functie elders’ lag. Omtzigt verliet het CDA en stichtte na lang weifelen een eigen partij. Het vertrouwen in de politiek, dat na de pandemie al bijzonder laag was, daalde tot een nieuw dieptepunt. Als Rutte in januari 2023 zijn coalitie laat struikelen over een detailkwestie omtrent immigratie, en twee dagen later de beslissing neemt zich niet meer verkiesbaar te stellen, kan Wilders zich klaarmaken voor de oogst.

 

Blunder

‘Nederland schaft zichzelf af,’ schrijft Tom-Jan Meeus in NRC Handelsblad, met een sarcastische verwijzing naar de Duitse politicus-auteur Thilo Sarrazin. De VVD, onder leiding van de nieuwe partijleider Dilan Yesilgöz, heeft zichzelf schromelijk overschat. Yesilgöz beging een politieke blunder door een samenwerking met de PVV niet op voorhand uit te sluiten, wat Rutte na de voortijdige val van het gedoogkabinet (nadat Wilders extra bezuinigingen weigerde) altijd had gedaan. Een stem op Wilders was niet langer weggegooid. Integendeel: zo’n stem zou de VVD dwingen om over rechts te regeren.

Meeus constateert het definitieve einde van de naoorlogse politieke orde. De sociaal- en de christendemocratie hadden het al jaren lastig, maar nu zet ook het liberalisme zichzelf in de uitverkoop. De ervaren Meeus merkt nog maar eens op dat de PVV geen democratische structuur heeft, terwijl algemeen bekend is dat Wilders zich omringt met jaknikkers en fractiegenoten wantrouwt. Bovendien kan hij niet tegen zijn verlies. Zijn meest radicale uitspraken, zoals de retorische vraag na gemeentelijke verkiezingen aan Haagse getrouwen of ze ‘minder of meer Marokkanen wilden’, deed hij toen zijn machtsbasis afkalfde. Bij de verkiezingen van 2014 behaalde de PVV landelijk iets meer dan een halve procent van de stemmen.

 

Droomvlucht

Geert Wilders – een politicus als alle anderen. Dat beeld ontstaat in het najaar van 2023. De W in zijn achternaam wordt een M. Het Jeugdjournaal onthult dat Wilders een grote fan is van De Efteling, met name van de attractie Droomvlucht, en bezoekt met hem een zwerfkattenasiel. Samen met zijn vrouw is hij naar Barbie gaan kijken, vertelt hij aan de Volkskrant. Een leuke film, meent hij, al vindt hij de inhoud ‘natuurlijk’ verschrikkelijk. Zijn favoriete popsong is ‘Back to Black’ van Amy Winehouse. Zijn ideale politicus is Ariel Sharon.

Arjan Noorlander van het NOS Journaal spreekt de dag na de uitslag van een daverende verrassing. Hij maakt een voetbalvergelijking: het is alsof een club die nooit hoog eindigt toch opeens de Eredivisie wint. Het ontbreekt hem aan tijd om daaraan toe te voegen: een club bovendien met een ondoorzichtige financiële structuur en een hekel aan scheidsrechters, die graag in Rusland speelt en de spelregels tijdens de wedstrijd zelf veranderen zal.

 

Kan wel janken

In tv-debatten doet Wilders het goed, werd gezegd, en dan vooral in Het debat van Nederland van de commerciële zender SBS6. Jeroen Pauw, bekend van het discussieprogramma Pauw & Witteman, neemt de productie voor zijn rekening. Gewone mensen mogen vragen stellen aan de lijsttrekkers. Cindy Slaper-Van der Werff uit Zaandam legt zowel Omtzigt (over het minimumloon, dat hij niet wil verhogen) als Timmermans (over het eigen risico in de zorg) het vuur aan de schenen. Timmermans antwoordt ernstig en bemoedigend dat hij de komende vier jaar wil werken aan een oplossing. Slaper-Van der Werff wordt witheet: ‘U wil niet weten hoeveel armoede er is in Nederland. Ik kijk om mij heen en kan wel janken. Zo erg. De komende vier jaar is te laat. We zijn te laat!’

Wilders (‘Ik wil het niet persoonlijk maken, maar…’) vergelijkt vervolgens het loon dat oud-Eurocommissaris Timmermans doorbetaald krijgt, vijftienduizend euro per maand, met het eigen risico dat Slaper-Van der Werff niet kan ophoesten: ‘U kan wachten met dat geld, mevrouw kan niet wachten, die moet nú dat geld hebben!’ Er volgt luid applaus, de camera neemt de geëmotioneerde, nu getrooste vrouw in beeld.

Achteraf wordt duidelijk dat Slaper-Van der Werff een aanhanger van de PVV is. Tijdens een vlucht naar Hongarije ging ze met Wilders op de foto. En Jeroen Pauw, zo wisten insiders, heeft een uitgesproken hekel aan Timmermans. Die afkeer – het mag niet verbazen – is wederzijds.

Timmermans attaqueert Wilders tijdens het debat omdat die kleinkinderen van migranten, die in Nederland geboren zijn, nog steeds betitelt als ‘allochtonen’. Hij eist van Wilders dat hij deze mensen als Nederlanders behandelt. Wilders reageert direct: ‘U kunt eisen tot u een ons weegt, en dat zal even duren.’

Aan het publiek ontsnapt eerst een ‘oh’, waarna gelach en bijval volgen. Een pestkop, concludeert Timmermans de volgende dag, nadat hij tijdens de uitzending beduusd ‘ja, dat duurt wel even’ heeft uitgebracht. In het actualiteitenprogramma Op1 zegt hij een paar dagen later: ‘Ik worstel al mijn hele leven af en aan met overgewicht, dus ik ben wel wat gewend. Als je puber bent, is het nog veel erger.’

 

Treiteren

Wilders is er hartstikke goed in: personen of groepen wegzetten alsof ze een besmettelijke ziekte hebben, zodat je als nuchter denkend mens liever niet direct met hen in contact staat. Het is de etymologische betekenis van pesten. Als geen ander kan hij sneren, juist omdat hij het niet zonder decorum doet: ‘Ik wil het niet persoonlijk maken, maar…’

Wilders heeft de term ‘links’ zo vaak in één adem met ‘elite’ genoemd dat het woord besmet is geraakt. De links-liberale elite, de linkse hobby’s, de linkse grachtengordel. De weerzin klinkt door in zijn dictie. Weerzin is een primaire emotie, net als angst en wrok, en die worden door populisten opgewekt, aangescherpt, in stand gehouden. Ze leven ervan.

Een ander woord voor pesten is treiteren. Treiteren gaat terug tot het Franse traître en het Latijnse traditor, ‘verrader’ dus. De verrader heeft de groep in de steek gelaten en moet daar nu voor boeten.

Wilders heeft Sigrid Kaag, die afgelopen zomer aankondigde de Nederlandse politiek te verlaten (en inmiddels is aangesteld als VN-gezant voor de wederopbouw van Gaza), sinds 2021 geregeld ‘heks’ genoemd. In december van dat jaar stuurde hij haar een kerstkaart, waarmee hij haar een goede vlucht toewenste (een sneer naar de milieuambities van D66) en haar een virtuele bezemsteel schonk. Lachen, joh.

‘Misogynie als politiek wapen,’ berichtte De Groene Amsterdammer. Vrouwelijke politici, zo wees dataonderzoek uit, ontvangen structureel meer haatberichten dan mannelijke collega’s. Kaag ontving er via Twitter in vijf maanden tijd zo’n 13.000. In februari 2022 stond een man met een brandende fakkel voor haar huis in Den Haag. In 2023 werd ze door een groep van tachtig man met brandende fakkels opgewacht toen ze in Diepenheim een lezing gaf. Het had iets middeleeuws, luidde haar verblufte reactie.

 

Ik vraag het netjes en beleefd

Begin 2021 komt het tot een aanvaring tussen Kaag en Wilders die symptomatisch mag worden genoemd. Wilders wil van Kaag in een – alweer – formatiedebat weten waarom vanuit haar partij insinuerende informatie over informateur Remkes is gelekt. Kaag antwoordt kalm, in keurig, je zou kunnen zeggen bekakt Nederlands, dat ze haar excuses heeft aangeboden en dat het verder een interne partijaangelegenheid is. Wilders wordt bozig: hij vindt dat er conclusies moeten worden getrokken, dat D66 voortdurend messen in andermans rug steekt. Kaag blijft rustig, ze reageert diplomatiek of – voor wie niet van haar stijl houdt – uit de hoogte. Ze gaat hoe dan ook ruzie uit de weg: ‘Hier, uhm, heb ik niks op te zeggen. Het spreekt voor zich, het zijn uw woorden.’ En dan wordt Wilders pas echt kwaad achter de interruptiemicrofoon: ‘U kunt toch wel de beleefdheid opbrengen om mij een antwoord… Wat staat u daar nu arrogant met uw armen te zwaaien? Eerst geeft u mij een sneer, en nu zit u wat te mommelen. Ik stel een normale vraag! Ik vraag het netjes en beleefd!’

Kaag moet onwillekeurig lachen. Je ziet haar denken: wie is hier aan het sneren, wie onbeleefd? Maar dat spreekt ze niet uit, misschien omdat ze het kijkerspubliek niet wil onderschatten – het lijkt evident. Commentaar onder het filmpje, van @rachelvroom-barnard: ‘Ik was nooit zo’n fan van Wilders, maar ik kom terug op mijn mening. Hij is de enige die nog normaal praat in de Nederlandse politiek!’

Rutte pakte het anders – platter – aan. Neem een formatiedebat uit 2017. De premier argumenteert dat de PVV, door haar extreme standpunten, een partij is die geen zin heeft om te regeren en het liefst wil worden afgewezen. Rutte maakt een vergelijking met een vrouw die eigenlijk niet bemind wil worden, en zich daarom zo onaantrekkelijk mogelijk voordoet. Kamervoorzitter Khadija Arib werpt tussen: ‘Hoe weet u dat, van vrouwen?’ Maar Rutte, breed lachend als een makelaar, brengt zijn punchline: ‘En als hij dat een persoonlijke aanval vindt, voorzitter, heeft hij volkomen gelijk!’ Wilders onder gelach naar de interruptiemicrofoon. Ouwe jongens, krentenbrood.

 

Champions League

Over de verkiezing van Boris Johnson is geschreven dat die voortkomt uit het specifiek Engelse onvermogen om Britse humor te weerstaan. Hetzelfde zou je over het succes van Wilders kunnen zeggen. Zijn humor is zuiver Hollands, met vooral de botte grap, zonder al te veel subtiele smaken, die ten koste van iets of iemand gaat. Daar moet je tegen kunnen, en zo niet, dan lazer je maar op.

In de populaire talkshow Vandaag Inside (SBS6), een kleine week voor de verkiezingen van 2023, analyseren voetbaljournalisten Wilfred Genee, Johan Derksen en René van der Gijp uitgebreid Het debat van Nederland, mede door Genee geleid. Tv-maker Rutger Castricum, een vaste gast, constateert dat Timmermans, toch geen onervaren politicus, ‘een maatje te klein was voor een debat als dit’. Hij roemt de humor van Wilders. ‘Ja,’ breekt oud-voetballer Van der Gijp in, ‘Wilders was verbaal echt van Champions League-niveau’. Genee toont een fragment na afloop van het debat, achter de schermen: Wilders vertrouwt hem in alle eerlijkheid toe dat hij de indruk krijgt dat Timmermans de strijd al heeft opgegeven, alsof hij zelf niet meer gelooft dat hij winnen kan. Hoe noem je een toeschouwersdemocratie met louter thuisvoordeel en thuisfluiters?

Van der Gijp valt op dat Wilders nooit iemand aankijkt die hij verbaal aanvalt. Voor zich uit kijkend dreunt hij fel zijn zinnen op. Zo kan hij ook moeilijk worden onderbroken, oogcontact ontbreekt. ‘Gijp’ verbindt er geen oordeel aan. Bijvoorbeeld dat Wilders zijn schimpscheuten voorbereid heeft, en ze in een discussie geconcentreerd oplepelt. Of dat het hem geen zak kan schelen wie hij tegenover zich heeft. Of dat hijzelf niet echt veel geloof of waarde aan zijn woorden hecht. Cabaretiers hebben vaak te kampen met zelfhaat, omdat het publiek te makkelijk lacht en hun echte kunst miskent.

 

Gewone mensen

Wanneer linkse partijen verkiezingen verliezen, of niet de grootste worden, krijgen ze steevast dezelfde kritiek: ze hebben te weinig naar de man en de vrouw in de straat geluisterd. Zo’n stem is hoogleraar, voormalig PvdA-minister van Onderwijs en bio-informaticamiljonair Roland Plasterk. Hij wordt door Wilders na de verkiezingen gevraagd als verkenner én als informateur die een rechts kabinet met de PVV mogelijk moet maken. De eerste verkenner, een PVV-senator, blijkt te zijn aangeklaagd door de Universiteit van Utrecht vanwege de onregelmatige verkoop van een bedrijf dat wetenschappelijk onderzoek op de markt bracht. Circa twee miljoen aan gemeenschapsgeld zou in de zakken van onder anderen zijn vrouw verdwenen zijn.

Plasterk pleitte in 2017 in een opiniestuk in de Volkskrant voor een samengaan van GroenLinks en de PvdA. Volgens hem liepen de kiezers naar rechts omdat linkse partijen elkaar de tent uit bleven vechten. Pas zes jaar later kwam het tot die gewenste fusie. Plasterk, inmiddels columnist bij De Telegraaf, hekelde het elitaire denken.

 

Adorno

In een lezing uit 1967, in 2019 in vertaling verschenen bij Octavo, merkte Theodor W. Adorno op dat rechts-radicale kiezers een uitgesproken afkeer van het socialisme hebben. De welvaart van de middenklasse (boeren, middenstanders) neemt af in een kapitalistisch systeem dat geld naar de rijksten laat vloeien. En ze keren zich tegen de partij die dat systeem bekritiseert en hervormen wil. De angst om te verliezen, tot de verliezers te behoren, is veel krachtiger dan het geloof van systeem te kunnen veranderen. Dat was voor de oorlog, bij het fascisme, niet anders.

 

Migratie

In de verkorte onlineversie van het programma van PvdA-GroenLinks ontbreekt het thema migratie. Opvallend, omdat het journaal het afgelopen jaar bijna wekelijks berichtte over het tekort aan opvangplekken voor asielzoekers in de Nederlandse aankomlocatie Ter Apel. Is het een onderwerp waar de partij helemaal niets bij te winnen heeft? En zo ja, is dat een reden om over alle andere mooie plannen te blijven praten, in wat een Truman-show gaat lijken?

De Socialistische Partij doet het anders, met een duidelijke migratieparagraaf waarin politiek bedreven wordt. Nu vangen rijkere gemeentes relatief gezien weinig asielzoekers op, dat moet in de toekomst anders. De SP verliest vier zetels. Analisten oordelen dat het hun aan een ‘duidelijk migratiestandpunt’ ontbreekt, anders gezegd: ze zijn er niet sterk genoeg op tegen, zoals alle partijen op de rechterflank. Partijleider Lilian Marijnissen, die nooit van antiracisme beschuldigd kon worden, is inmiddels opgevolgd door ‘straatvechter’ Jimmy Dijk.

 

Klassen

De veelgeprezen onderwijsserie Klassen (publieke omroep Human) uit 2020 laat zien dat afkomst in Nederland bepalend is geworden voor het schooldiploma dat een kind kan halen. De documentaire toont hoe belangrijk goede onderwijzers zijn voor de ontwikkeling van kwetsbare scholieren. In een van de afleveringen gaat het over pesten, en hoe dat in de klas wordt aangepakt. De groep bespreekt niet alleen het gedrag van de pester, maar ook dat van het gepeste kind.

Het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA telt zo’n honderd pagina’s. Daarin komt het woord ‘rechts’ geen enkele keer voor. Het woord ‘polarisatie’ valt één keer, in afkeurende zin, als het gaat over algoritmes. Multinationals worden gehekeld, en huisjesmelkers ook, maar ze worden niet verbonden met een politieke richting of kleur. Rechts blijft ongenoemd, hoewel de VVD de afgelopen vier kabinetten de hoofdverantwoordelijke was.

Bram van Bon, bestuurder van de jongerenpartij van de VVD, komt feller uit de hoek. Zijn eigen partij heeft jarenlang het woonbeleid aan buitenlandse investeerders gelaten, stelt hij na de verkiezingen, en toch besluiten ze het woningentekort aan asielzoekers te wijten. Zulke zondebokpolitiek is eenvoudigweg bange politiek. Is het dan gek dat de PVV met de winst gaat lopen?

Tim ’S Jongers, hoofd van het wetenschappelijk bureau van de PvdA, meent dat zijn partij wellicht soms te defensief en te lief is geweest. Telkens weer verschijnen er na verloren verkiezingen gewichtige rapporten vol interne kritiek, waarbij de zelfreflectie regelmatig in zelfkastijding overgaat. Hij krijgt voor de voeten geworpen dat zijn partij vooral hoogopgeleide stemmers trekt. ’S Jongers antwoordt fel er ‘fucking trots’ op te zijn zich in te zetten voor mensen die in solidariteit geloven. Toch snapt hij ook dat het moeilijk is om oog te hebben voor de belangen van anderen als je voortdurend geldzorgen hebt.

 

Hoogopgeleiden

‘Hoogopgeleid’ is een scheldwoord in het PVV-verkiezingsprogramma. Hoogopgeleiden hebben altijd hun oordeel klaar, maar ze zeggen het nooit in je gezicht.

Tussen de tv-fragmenten op YouTube van radicaal-rechtse politici die hun tegenstanders ‘slopen’, duikt steeds dat ene fragment van wijlen Eberhard van der Laan op. Voordat hij namens de PvdA burgemeester van Amsterdam werd, was hij kort de minister van Binnenlandse Zaken die tegenwicht aan Wilders moest bieden.

Het is een oud fragment van AT5: lokale bestuurder Van der Laan dient een boze burger van repliek. De boze man, met plat Amsterdams accent, vindt alles ‘waanzin’ wat die politici zeggen. Van der Laan pikt het niet. Hij heeft nog geen woord gezegd en wordt er al van beschuldigd onzin uit te kramen. ‘Je bent nog nooit bij een Amsterdammer geweest,’ schreeuwt de man terug. Van der Laan schakelt van ‘u’ op ‘jij’ over: ‘Ach flikker op, ik woon in De Baarsjes, waar woon jij? Ouwehoer!’ Het applaus volgt, de boze burger glimlacht, eindelijk. De burgemeester van Amsterdam wordt later herdacht om zijn wens dat de bewoners ‘lief’ zouden zijn voor elkaar.

 

Hall

In een lezing uit 1982 merkt Stuart Hall op dat Margaret Thatcher met radicaal-rechts de crisis van de jaren zeventig aangreep om de status quo te verlaten en het politieke krachtenveld scherp bij te sturen, naar rechts uiteraard. Labour verdedigde vooral de bestaande orde. Radicaal-rechts had zoveel succes doordat het een beroep deed op de (nu eenmaal conservatieve) volksmoraal, de common sense. De hardwerkende man strijdt tegen een almachtige bureaucratie. De vrouw en moeder waakt over de veiligheid van haar kind. Wat de xenofobie aangaat, nam Thatcher slim afstand van het racistische National Front, terwijl ze dezelfde standpunten ging verkondigen.

 

Kiezers

Zijn kiezers van de PVV verwende stukken vreten, zoals een krantenlezer uit Wageningen in een ingezonden brief opperde?

Arnon Grunberg ziet een voortgaande secularisering aan het werk – wat verwendheid niet uitsluit. Na de oorlog, vanaf de jaren zestig, keerden miljoenen Nederlanders de verschillende geloofsgemeenschappen de rug toe, en nu nemen ze ook nog afscheid van het humanisme van de Linkse Kerk. (Het humanisme was onder meer een reactie op de heksenvervolgingen. Mary McCarthy schreef ooit dat godsdienst alleen goed is voor goede mensen; voor anderen is het vooral een verzoeking tot trots, toorn en luiheid.)

Josse de Voogd, veelgeciteerd coauteur van de Atlas van afgehaakt Nederland (2022), denkt in dezelfde richting. Door het wegvallen van religieuze verbanden is er minder sociale samenhang, terwijl de overheid het steeds vaker laat afweten. En hij doet er nog een schepje bovenop: uitvoeringsinstanties en het culturele veld worden bevolkt door progressieve mensen, die zo alsnog hun stempel op het land drukken (‘voorrang voor statushouders, verduurzaming, verengelsing en diversiteit’). Heeft hij het over een geitenwollen sokken dragende deep state?

Aafke Romeijn gooit het over een andere boeg. Ze probeert de christelijke lezers van het Nederlands Dagblad te werven voor de linkse zaak, door Wilders’ beroep op de joods-christelijke cultuur – zonder enige barmhartigheid – een vorm van hoogmoed te noemen.

Bieke Purnelle kan er niet meer tegen, schrijft ze in De Standaard, dat de kiezers van extreemrechtse partijen altijd maar weer in bescherming worden genomen. Dat die mensen eigenlijk op Wilders hebben gestemd omdat ze teleurgesteld zijn in de politiek, en bang en onzeker. Purnelle noemt het paternalistisch wensdenken. Alsof er niet ook miljoenen kiezers radeloos zijn over het klimaat, het racisme, de hoge huren, de oorlog in Gaza, de huisprijzen! Zou het in plaats van over een kwart van de kiezers eens over die andere driekwart kunnen gaan?

Annelien de Dijn schrijft in De Groene Amsterdammer dat de PVV niet zomaar xenofoob, maar paranoïde en nationalistisch is. Keer op keer heeft Wilders moslims een bedreiging genoemd. Er zou een samenzwering bestaan tussen de linkse elite en migranten om een ‘Eurabië’ tot stand te brengen. Die ‘omvolkingstheorie’ is populair, zowel bij arbeiders als ondernemers, zo wees onderzoek uit. Ze laten zich minder leiden door economische belangen dan door nativisme.

Merijn Oudenampsen stelt in hetzelfde tijdschrift vast dat Wilders’ anti-islamretoriek tijdens en na de verkiezingsdebatten verstomde. Ook hij haalt peilingen aan: PVV-stemmers zouden weliswaar sterk gekant zijn tegen immigratie, maar tegelijk huiverig voor het ontbreken van klimaatbeleid, de afkeer van de publieke omroep en het verzet tegen de islam. Oudenampsen maakt een onderscheid tussen optimistische, hoopvolle kiezers en pessimistische, wantrouwende kiezers. GroenLinks-PvdA heeft voor een optimistische campagne gekozen, ook omdat de eigen achterban redelijk optimistisch was. Een strategische fout. De proteststem ging niet naar de man van het (Europese) establishment, Frans Timmermans.

 

Loten

David Van Reybrouck kwam alweer tien jaar geleden, geïnspireerd door Bernard Manin, met het manifest Tegen verkiezingen. Zijn diagnose: kiezers voelen zich steeds minder verbonden met politieke partijen, gaan minder stemmen en stemmen vaker op een andere (protest)partij. Commerciële media vereenvoudigen de discussie of leggen de nadruk op schijnproblemen. En kiezers zijn geneigd, zo had onderzoek uitgewezen, sowieso nee te zeggen bij onderwerpen waar ze niet voldoende over weten. Zo komt geen land vooruit.

Als aanvulling (niet als alternatief, zoals zijn titel provocerend suggereert) zou er een parlement van gewone mensen moeten komen. Ze worden lukraak aangewezen en krijgen de taak maatschappelijke kwesties op de politieke agenda te zetten en er beleidsvoorstellen voor te doen. Ze zullen vooraf ruim geïnformeerd worden, en vervolgens in alle rust, niet opgestookt door (sociale) media, niet afgeleid door mobiele telefoons, met elkaar discussiëren. Waar kom je dat nog tegen?

Na de 37 zetels van Wilders lijkt er meer dan ooit reden te zijn voor democratische vernieuwing (de PVV pleit zelf voor een gekozen burgemeester en een correctief referendum). De voorwaarde is dan wel dat er eerst verkiezingen worden gewonnen door een progressieve partij. Voorlopig schijnt de democratie uitstekend te functioneren voor radicaal- rechts, zo laten Viktor Orbán, Benjamin Netanyahu, Narendra Modi, Giorgia Meloni, Javier Milei en Geert Wilders zien. Komend jaar zijn er onder meer verkiezingen in India, de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk en België.

 

Zwakke plek

In Hoe democratieën sterven uit 2019 stellen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt een beschermingsmaatregel voor tegen populisten, die de rechtsstaat uithollen en de democratie verengen tot ‘de meeste stemmen gelden’. De werkelijk democratische partijen, of ze nu rechts of links zijn, moeten hun verantwoordelijkheid nemen. In plaats van politieke winst op korte termijn zouden ze stabiliteit op lange termijn moeten nastreven. Het ‘zouden moeten’ is in hun redenering de zwakke plek.

Bij aanvang van de formatiegesprekken eind 2023 krijgt Pieter Omtzigt, die met zijn Nieuw Sociaal Contract (NSC) twintig zetels haalt, op de publieke omroep de vraag of zijn eis dat Wilders vooraf zal beloven de grondwet te respecteren wel redelijk is. Dan heeft Wilders toch geen enkele ‘onderhandelingsruimte’ meer?

 

Het volk versus de kunsten

In 2010 vormden de VVD en het CDA de minderheidscoalitie Rutte I, gedoogd door Wilders’ PVV. Na de financiële crisis en de miljarden kostende bankenreddingen werd er flink gesneden in de overheidsbegroting. Wilders had in de verkiezingscampagne de kunsten weggezet als een linkse hobby. Cultuur kreeg het zwaar voor de kiezen en werd met 200 miljoen gekort, zo’n twintig procent van het totale budget. Zo konden radicaal-rechtse kiezers tevreden worden gehouden. Er volgde een ‘Mars der Beschaving’ op Den Haag, een titel die bestaande vooroordelen helaas bevestigde. Halbe Zijlstra, de VVD-staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, had zich eerder al met sardonisch genoegen als een cultuurbarbaar geprofileerd.

In de afgelopen verkiezingscampagne gaat het voortdurend om ‘bestaanszekerheid’; dat beeld ontstaat althans in de pers. Na de installatie van de nieuwe Tweede Kamer klinkt algauw de vertrouwde roep om bezuinigingen. Een voorstel van PvdA-GroenLinks om een energietoeslag te betalen met een hogere belasting op banken en met minder belastingvoordeeltjes voor expats wordt weggestemd. De VVD wil een kleinere overheid, het NSC wil schulden afbetalen, BBB pleit ervoor ondernemers te ontzien. De PVV heeft op papier een aantal sociale, ‘linkse’ voorstellen gedaan. Dáár zal oud-VVD’er Wilders water bij de wijn moeten – en waarschijnlijk ook wel willen – doen. En dus moet hij zich op andere thema’s breed maken.

Er dreigt gevaar voor onafhankelijke media (de publieke omroep, maar ook het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek of het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten) en zeker ook voor de kunsten. De oude argumenten zullen van stal worden gehaald: de broekriem moet worden aangehaald, de markt moet zijn werk doen, kunst is elitair en te links (‘ontaard’ durft nooit iemand te zeggen).

 

Slechte kunst

In Het Parool waarschuwt Judikje Kiers, voorzitter van de Amsterdamse Culturele Instellingen, dat er ontzettend veel kunst en cultuur wegvalt als de overheid haar steun intrekt. Onder het vorige kabinet-Rutte IV was er, met dank aan D66-staatssecretaris Gunay Uslu, 170 miljoen euro extra beschikbaar gekomen. Daarmee was de schade die Rutte I had aangericht eindelijk hersteld. Vanaf 2025 zijn culturele instellingen verplicht werknemers een fair loon te geven, anders komen ze niet in aanmerking voor financiële ondersteuning.

Vormt het geen probleem, vraagt de interviewer, dat kunst zo vaak als een ‘linkse hobby’ wordt weggezet? Kunst is niet links, antwoordt Kiers, maar de kritische blik op de maatschappij wordt gemakkelijk als zodanig bestempeld. Wat is er links aan om mensen bij elkaar te brengen, kennis te verspreiden, inzicht te bieden? Bovendien heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het budget voor de periode 2025-2028 al vastgesteld. Daarvan afwijken zou – en hier klinkt terechte vrees door – getuigen van onbehoorlijk bestuur.

Maxim Februari heeft zijn twijfels bij het uitgangspunt dat kunst moet zorgen voor verbinding. Het klinkt te lief in deze tijden, meldt hij in een interview, en het negeert het bestaan van allerlei conflicten. Eerder al had Februari in de Huizingalezing (2020) gepleit voor het belang van ‘slechte kunst’ – kunstenaars die niet de bestaande agenda’s volgen, die niet het collectieve belang vooropstellen, geen rigide moraal hanteren, die humeurig en onbetamelijk durven te zijn. Slechtheid, zou je met een boutade kunnen concluderen, is te belangrijk om aan politici over te laten.

Weinig is funester voor kunst dan wanneer alle voorstellingen en tentoonstellingen welwillende recensies ontvangen. Dat leek tijdens de cultuursanering van 2011 te gebeuren, de sector had het immers al zo zwaar. Er bestaat slechte kunst, en die moet bekritiseerd blijven worden, ook en juist wanneer de intenties loffelijk zijn.

 

Moraal

Rudi Laermans geeft in zijn boek Ik, wij, zij uit 2020 een schijnbaar apolitiek antwoord op de vraag hoe de kunsten moeten reageren op de populistische verleiding. Als alternatief voor het wij-zij-denken noemt hij de intense samenwerking tijdens moderne dansvoorstellingen. Zonder strikte hiërarchie, mét inbreng van alle medewerkers, voorbijgaand aan allerlei individuele meningen en aan de behoefte aan sociale bevestiging, werkt een groep aan een voorstelling. Alle ideeën ter verbetering worden getoetst op hun bruikbaarheid, los van wie het voorstel doet.

Ook Laermans waarschuwt voor al te veel gemoraliseer in de kunsten, of beter: hij legt uit dat de massamedia daar altijd beter in zijn, juist omdat het kijkers trekt: ‘Moralisering genereert aandacht, toch een schaars goed binnen onze aandachtseconomie.’ Hij stelt een andere vraag, die een andere ethiek volgt: ‘Wanneer is het goed om tussen goed en kwaad te onderscheiden?’

Als de kunsten zelf het voorwerp van afkeer en wrok worden, zoals te voorzien valt, zal de neiging bestaan om zich als slachtoffer te presenteren. Dat moet worden vermeden, al was het maar, zoals Eva Illouz stelde in Undemokratische Emotionen. Das Beispiel Israel (2023), omdat radicaal-rechts zich het slachtofferschap volledig heeft toegeëigend.

Ondertussen hebben de eerste ‘onafhankelijke cultuuradviseurs’ (lees: consultants op zoek naar opdrachten) zich al gemeld. De cultuursector moet minder elitair, instituten zullen het over een andere boeg moeten gooien, en sommige instellingen kunnen worden gesloten, was de teneur van een opiniestuk in NRC. Die cultuurbestuurders zijn enkel met hun eigen voortbestaan bezig, nooit op zoek naar een breder publiek. Deze verkiezingen kunnen een omslag ten goede inluiden, mits er meer budget beschikbaar komt.

Lariekoek. Populisten minachten pluriformiteit. Ze zijn beducht voor expertise en vakmanschap. Ze wanen zich de enige vertegenwoordiging van het volk. Ze zullen proberen iedereen weg te duwen die inbreuk maakt op hun claims. Daar ligt het strijdveld.