width and height should be displayed here dynamically

Fabrice Hybert

Zoals gebruikelijk bij Fabrice Hybert vraagt men zich ook ten aanzien van zijn expositie Citoxe in De Appel weer af of zijn werk nu ontzagwekkend complex, verbluffend simpel of toch veeleer warrig en chaotisch is. Hybert heeft een hekel aan eenduidigheid en vastgeroeste structuren, en in een van de aardigste werken in Citoxe is zijn woede over hokjesdenken voelbaar. Uit ergernis over de wijze waarop de mens in dierentuinen de fauna ordent, schiep Hybert met My Zoo een anarchistische modeldierentuin met speelgoedbeesten, waarin het kan gebeuren dat een reusachtig insect met een krokodil probeert te paren. De benedenverdieping van De Appel heeft hij ingericht als een parcours van drie zalen, waarvan de eerste is gewijd aan de meteorologie: hier is op een monitor de Météo isotopique te zien, bestaande uit toeristische promotiefilms (indien voorhanden) van gemeentes die globaal hetzelfde klimaat hebben als Amsterdam. Op die manier wordt een netwerk van plekken met dezelfde gemiddelde temperatuur en neerslag gevormd. Terwijl steden in hun promotiemateriaal benadrukken hoe uniek ze wel niet zijn, kijkt Hybert naar wat ze met elkaar verbindt. De Météo isotopique is een zogeheten P.O.F., een Prototype d’Objet en Fonctionnement; in de volgende zaal zijn een aantal van deze onzinnige, antifunctionalistische prototypes bijeengebracht. Hybert tracht hiermee het bedrijfsleven te infiltreren en op zijn kop te zetten. Hij is er inderdaad in geslaagd om een van de P.O.F.’s, die in De Appel getoond wordt, een vierkante voetbal, door de Franse winkelketen FNAC te laten produceren. Terwijl de onfunctionaliteit van sommige P.O.F.’s amusant is (prachtig is de Escalier sans fin, een soort combinatie van een trap en een wip), is deze voetbaldobbelsteen toch vooral een gimmick, een gadget. Deze productsoort speelt een aanzienlijke rol in onze economie, die niet uitsluitend op nuttige dingen kan draaien, en door erin te voorzien, werkt Hybert voor de firma’s die hij eigenlijk wil ontregelen.

Het meest geslaagde onderdeel van het parcours is de derde zaal, waar afstanden op telepathische wijze worden overbrugd. Hybert ziet telepathie als een primitieve vorm van televisie, van instanttransmissie van beelden en informatie. Naast de intrigerende resulaten van een telepathie-sessie van kunstenaar David Haines is er ook een soort proefopstelling die het voor iedereen mogelijk maakt zijn telepathische vermogens te testen: als iemand die achter een blinde ruit zit, klopt, moet men beslissen of deze ‘ja’ dan wel ‘nee’ denkt en de betreffende keuze op een schema aankruisen. Hier liggen ook exemplaren van het foldertje dat als uitnodiging voor Citoxe werd verstuurd, en dat een multiple choice-persoonlijkheidstest bevat. Hier blijkt dat iemand die overwegend ‘A’ heeft aangekruist ‘eXotic’ is, hetgeen volgens Hybert iemand is met een sterke nationale identiteit, die van andere culturen slechts de ‘decorative highlights’ consumeert. Wie vooral ‘B’ heeft aangekruist, is ‘citoXe’: iemand die voor globalisatie is, voor het gezamenlijk evolueren van de gehele mensheid: ‘a tomorrow person’. Iemand die in categorie ‘C’ valt, is ‘intoXicated’: een ostentatief multicultureel persoon: “A Belgian who loves to eat French fries in Japan”. Hybert biedt hier bewust drie kwaden, althans drie posities met grote problemen. Hier spreekt de pessimistische kant van de idealist Hybert, het besef dat – terwijl het nationalisme gewoon voortwoekert – zijn ideaal van een ongecentreerd rhizoom is verbasterd tot politiek correcte en gemakkelijk consumeerbare multiculturaliteit.

 

• Citoxe van Fabrice Hybert tot 16 augustus in De Appel, Nieuwe Spiegelstraat 10, 1017 DE Amsterdam (020/625.56.51).