Gerard Herman. Arm en erg hard.
De jonge Gentse kunstenaar en woordengoochelaar Gerard Herman kan al een aardig palmares voorleggen: van een deelname aan de groepstentoonstelling Unscene II in het Brusselse Wiels in 2012 tot een performancebijdrage aan het Leuvense Playground-festival in 2013. Hij is actief in de beeldende kunst en werkt met de meest diverse media – objecten, sculpturen, video’s, installaties – maar hij tekent ook cartoons, is muzikant in de freejazzgroep Sheldon Siegel, en verzorgt het radioprogramma Vogelen des velds bij de onafhankelijke Antwerpse zender Radio Centraal. Museum M presenteert nu de eerste museale solotentoonstelling van de 24-jarige kunstenaar.
Dankzij de medewerking van het museum kon Herman een aantal nieuwe werken construeren op maat van de zalen waarin ze zijn tentoongesteld. Gerard Herman. Arm en erg hard – een cynisch, maar passend anagram – loodst de toeschouwer moeiteloos door de hardnekkige absurditeit van het leven.
L’Orchestre régional de pauvranië (2013) verwelkomt de bezoeker met een zwak tromgeluid. De wind van een ventilator zet via een ingenieus systeem twee drumsticks in beweging, die echter niet verder geraken dan een traag en pover geroffel op een trommelvel. Arm en erg zacht: het is alsof Herman de titel van de tentoonstelling parafraseert én tegelijk op zijn kop zet. De hardheid van het mechanische wordt met een aandoenlijke Do It Yourself-esthetiek gecounterd.
De tentoonstelling toont Hermans werk in zijn grootste diversiteit. In de zeventig tekeningen van Stopzetting Hobby (2013) tekent hij met een sobere, zwarte lijnvoering de realiteit van zich af. De spiegel die de kunstenaar voorhoudt, kaatst geen eenvoudige antwoorden of boodschappen terug. De toon is nu eens luchtig en relativerend, en dan weer ongemeen hard. Vooral de kunstwereld krijgt rake klappen te verduren. Enkele willekeurig getekende vlekken waarbij prijzen staan aangeduid, stellen de perfide logica van de kunstmarkt aan de kaak. Verder moeten ook de industrie van de kunst in de openbare ruimte en de kunstkritiek eraan geloven. Teksten als ‘Daar weerklinkt de meningstoeter weer!’ of ‘Ik zal straks eens aan jouw conclusies trekken’ maken duidelijk hoe Herman kijkt naar de zeer aanwezige, maar al te makke opiniecultuur in sommige media.
Tegenover Stopzetting Hobby verzamelde Herman op één muur de cartoons van Vrije Bijdrage (2009-2012), een maandelijkse rubriek die Herman creëert voor het magazine Ruis, uitgegeven door het Gentse muzieklabel Kraak. Ook deze cartoons worden gekenmerkt door een tegelijk kinderlijke en harde toon, en ze schipperen tussen ironische woordspelingen en een donker sarcasme. Op de pagina’s van het magazine komt het scherpe karakter van de tekeningen nog beter tot uiting.
Hoewel Herman zich zeer bewust is van de ‘arme en erg harde’ wereld waarin hij leeft, wil de kwajongen in hem ook ontsnappen aan de ernst. Taal, humor en kunst lijken hierbij geschikte uitwegen. Hij speelt ze niet alleen uit in zijn tekeningen, maar ook in de titels van zijn werken. Aan de ‘conceptuele fietstochten’ die hij samen met zijn vrienden onderneemt, geeft hij namen als Uit een Belgisch dal klimmen (2013) en Aartselaartseaartselaar (2013). De uitstapjes zelf documenteert hij met foto’s van zijn vrienden en zichzelf, die in Museum M in vitrines zijn gelegd. De beelden fungeren haast als relikwieën van hun heilige vriendschap.
De pogingen van Herman om de poëzie van het alledaagse te verkondigen, zijn niet altijd even geslaagd. In Gerard legt alles terug bij, Herman organiseert een feest (2013) nodigt een jukebox de toeschouwer uit om een nummer te kiezen. Alle nummers bestaan uit ingesproken samenvattingen van soapseries, die Herman uit enkele tv-bladen plukte. Zijn stem wordt ondersteund door vrolijke freejazzelementen. De installatie zou moeten aantonen dat het banale van deze tekstjes een ongekende schoonheid en poëzie verbergt, maar dat blijkt vrij problematisch wanneer de jazz even vergeten wordt.
Gerard Herman is op zijn best wanneer hij luchtig en hard uithaalt zonder een positieve boodschap te willen verkondigen. Achteraan de tentoonstellingszaal staat Billboards (2013) opgesteld. Op een groot, zelf in elkaar getimmerd reclamepaneel staat in koeien van letters het woord Alles te lezen. Daarachter staat een kleinere versie waarop Nog een keer alles is geschreven. De constructie is uit alle hoeken van de zaal zichtbaar en eist automatisch de aandacht van de toeschouwer op. Door de grote geschilderde zwarte letters op de papieren vellen van de Billboards en door het herhalingseffect van de installatie, deelt Herman een stevige tik uit aan de reclamesector en stelt hij wellicht ook de pretentie van menig ambitieus kunstenaar in vraag.
Ondanks een paar bedenkelijke werken, heeft Hermans eerste solotentoonstelling genoeg potentie om overeind te blijven. De jonge kunstenaar zoekt ijverig naar oplossingen om zijn onbezorgde bestaan te kunnen voortzetten – door bijvoorbeeld zijn jongensachtige fietstochten als kunst te presenteren – maar staat tegelijk met beide voeten in de harde volwassenenwereld. Hij weet dat de lichtvoetige manier waarop hij probeert systemen te omzeilen, gedoemd is tot falen – het maakt zijn werk des te aanstekelijker.
• Gerard Herman, Arm en erg hard, tot 23 maart in Museum M, Leopold Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven (016/27.29.29; www.mleuven.be).