width and height should be displayed here dynamically

Gregor Schneider. Tote Räume

West Den Haag toont, voor het eerst in Nederland, een representatieve selectie van een van de interessantste kunstenaars van dit moment. Het werk van Gregor Schneider (1969) – dat gestalte krijgt in sterk uiteenlopende vormen, materialen en technieken – roept gevoelens op van vervreemding en angst; het herinnert aan het existentialisme van enkele generaties terug.

Verschil in referentiekader leidt tot verschil in waarneming: die gedachte behoort tot de kern van Schneiders thematiek. Interrogation Room (2006), gesitueerd in de kelder, is een witte, taps toelopende ruimte, met op de korte zijde een spiegel in de vorm van een raam. Rechthoekige wandborden, eveneens wit, vormen de enige bekleding in het verder kale vertrek. Beetje bij beetje krijg je greep op de ruimte en krijgt de ruimte greep op jou, zeker wanneer tot je doordringt dat deze kamer een verhoorkamer van de Amerikaanse militaire gevangenis in Guantánamo Bay voorstelt. Schneider ‘reconstrueerde’ Gitmo’s geluiddichte gangen, isolatiecellen en verhoorkamers eerder al in de spraakmakende totaalinstallatie Weiße Folter (2007) – de benaming van een psychische martelmethode waarbij de gevangene langdurig geïsoleerd wordt in een lege, helwitte, geluiddichte ruimte; de afwezigheid van zintuigelijke prikkels moet de gedetineerde breken.

Schneiders Interrogation Room bevindt zich nu in een door Marcel Breuer ontworpen gebouw, dat van 1959 tot 2018 dienstdeed als Amerikaanse ambassade. De geschiedenis van het gebouw intensiveert zijn ‘politieke’ werken, onder meer Cube Venice (2005), een niet uitgevoerd ontwerp voor een Ka’aba op het San Marcoplein in Venetië. De gevarieerde lay-out van de voormalige ambassade leent zich bijzonder goed voor Schneiders continue poging om de waarneming en ervaring van de toeschouwer te manipuleren. Deuren en drangers van de kleine kantoorruimtes op de eerste verdieping, waar het door hem en curator Marie-José Sondeijker uitgezette parcours begint, zijn voor de gelegenheid teruggeplaatst zodat elke kamer een afgesloten ruimte wordt. Het zijn ‘dode ruimtes’, ontdaan van hun oorspronkelijke functie, en juist daarom buitengewoon geschikt om er ‘Schneider-ruimtes’ van te maken. Een boekje met looproute en beschrijving van de werken dient als gids. Voor de rest is de bezoeker op zichzelf teruggeworpen, want de kunstenaar heeft bepaald dat de route solo moet worden afgelegd: een confronterende ervaring.

Wat achter de deuren wordt aangetroffen varieert van fotoregistraties van Schneiders projecten tot driedimensionaal werk, zoals bouwelementen, kamers, figuren en objecten. Het parcours opent met een jeugdwerk. Begraben uit 1984 – Schneider was 15 jaar oud – registreert hoe de kunstenaar in een open veld een gat graaft, erin kruipt en het daarna weer dichtgooit. De dood in al zijn facetten zal hem nooit meer loslaten. Paradies (2000) is een matras bevlekt met lichaamssappen: het zouden residuen zijn van ‘auto-erotische fantasieën’. Zwillingstochter (no.1+2) uit 2008 bestaat uit twee identieke, liggende meisjesfiguren, van hoofd tot knieën met een plastic zak bedekt. Schneider zet vaker verdubbeling in – ook los van dit schokkende beeld – om de waarneming en het denken te ontregelen. Zo richtte hij voor het videowerk Die Familie Schneider (2004) twee identieke rijtjeshuizen in Londen precies hetzelfde in met, in tweevoud (vertolkt door een identieke tweeling), een afwassende moeder in de keuken en een masturberende vader achter een douchegordijn. Het formalistisch ogende Completely insulated boxes (1986) bestaat uit twee dezelfde kubussen van één kubieke meter. Ze zijn aan de binnenkant geluiddicht gemaakt. Is dat wat we niet zien toch van invloed op onze perceptie? Schneider denkt van wel. Hij stelt zich voor dat ‘in een van die verzegelde kisten een mens zou kunnen zitten, schreeuwend, en stervend, zonder dat iemand daar iets van zou merken’. Deze extreme uitdrukking van angst zou mogelijk ‘van binnenuit een effect buiten de kist […] hebben’. De doorwerking van wat verborgen is – ook wat alleen gedacht kan worden – in de perceptie van het zichtbare is een terugkerend thema in Schneiders werk.

Al snel komt op de eerste verdieping Haus u r in beeld, Schneiders magnum opus. Een serie foto’s toont de jarenlange, ingrijpende verbouwingen van zijn privédomein, het woonhuis op Unterheydener Straße 12 in Rheydt, op het terrein van de loodfabriek van zijn familie. Van buiten oogt het als een normaal huis, maar binnen blijft van die indruk niets over: kamers in kamers, ramen die geen vensters zijn, deuren idem dito, enzovoorts. Op de begane grond van West zijn videoregistraties van Haus u r te zien, alsook van de reconstructie op de biënnale van Venetië in 2001, getiteld Totes Haus u r, waar Schneider internationaal mee doorbrak.

De sfeer is op deze verdieping compleet anders: donkere, verbonden ruimtes waar Schneiders projecten op grootbeeldvideo worden geprojecteerd rond enkele spaarzaam uitgelichte rekwisieten. De meeste aandacht krijgt Geburtshaus Goebbels (2014). In 2014 kocht Schneider, verontrust door het groeiende nationalisme en neonazisme in Duitsland, het geboortehuis van Joseph Goebbels, slechts op een steenworp afstand van Haus u r. Om de symboolwaarde van het huis te ontkrachten besloot hij het te ‘ontkernen’: hij haalde de binnenkant weg, alleen het lege karkas staat nog overeind; de geest van de nazitijd is verdreven.

In de labyrintische kelder onder de ambassade begint een zoektocht naar de ruimtes die Schneider heeft gecreëerd. Hier komt de essentie van zijn kunst het meest tot zijn recht. Naast Interrogation Room maken vooral Darkroom (2008) en Cryo-tank Phoenix 3 (2006) indruk. Darkroom is een zwak verlichte ruimte met wanden van stalen platen (een ruimte die soms bij wijze van performance wordt bevolkt door een groep naakte zwarte mannen). Het werk doet denken aan de darkrooms uit de homoscene, maar ook, zeker in de context van de tentoonstellingslocatie, aan zogenoemde black sites: geheime gevangenissen van de CIA. Cryo-tank Phoenix 3 is een replica van een cryonische tank waarin bevroren lichamen opgeslagen worden met als doel ze weer tot leven te wekken. Phoenix verwijst naar de mythische vogel die keer op keer uit zijn as herrijst. Via Cold Storage Cell (2007) en U R 42 B, Doppelgarage (2003) vindt de bezoeker ten slotte zijn uitweg uit de kelder, om weer in de realiteit te belanden.

Schneiders kunst werpt de toeschouwer terug op zichzelf. Zijn suggestieve en soms verontrustende beelden dwingen je tot nadenken over de relatie tussen de realiteit en de vaak onzichtbare krachten die op de ervaring van die realiteit inwerken. Het is glamourloos werk, recht voor zijn raap, onsmakelijk soms. Dit overzicht uit ruim dertig jaar ‘driedimensionaal en concreet denken’ biedt een ervaring om niet snel te vergeten.

 

• Gregor Schneider. Tote Räume, tot 6 december in West Den Haag, Lange Voorhout 102, Den Haag.