width and height should be displayed here dynamically

Hans Eijkelboom. Goede bedoelingen en modern wonen.

 De Bijlmer is wereldberoemd in Nederland. Een boek over die wijk maakt dus nieuwsgierig. De wijk maakt deel uit van de nog jonge functionalistische woonwijk Amsterdam Zuidoost, waar verkeersstromen strikt gescheiden zijn, monotone woonflats worden omgeven door royale oppervlakken groen en winkels in monofunctionele centra gebundeld zijn. Hoewel bedoeld voor Hollandse middenklassegezinnen, vulde de wijk zich in de jaren 70 en 80 met een internationale gemeenschap van mensen die nergens anders terecht konden. Er liepen veel junkies en criminelen rond. De onherbergzaamheid van zowel de openbare ruimte als de veel te grote appartementsblokken zorgde ervoor dat de oorspronkelijke doelgroep zijn neus ophaalde voor de ruime, lichte flats. In ons aangeharkte land heeft de Bijlmer de reputatie wild en gevaarlijk te zijn, vol vreemde figuren, drugs, criminaliteit en geheimzinnige kerkgenootschappen.

Een integrale herstructurering, die vanaf de jaren 90 op touw werd gezet, moet hierin verandering brengen. De autowegen worden weer op maaiveld gebracht met fietspaden en stoepen erlangs. Een deel van de flats is vervangen door rijtjeshuizen. Mensen die het moeilijk hebben, worden geholpen door maatschappelijk werkers, schuldhulpverleners, gezinscoaches en wat de verzorgingsstaat zoal nog meer te bieden heeft. Bevolking, functies, verkeersstromen: alles moest meer gemengd worden. In zijn essay in het boek Goede bedoelingen en modern wonen. Fotonotities over de Bijlmer schrijft criticus Hans den Hartog Jager dat de ene onrealistische maakbaarheidsfantasie simpelweg door de andere is vervangen, maar dat is een veel te makkelijk oordeel. Er worden geen grootschalige stedenbouwkundige blauwdrukken meer gemaakt voor de Bijlmer. Ambtenaren en woningcorporaties weten heus wel dat een multicultureel paradijs niet gemaakt kan worden. Maar ze weten ook dat ze de Bijlmerbewoners die het op sociaal-maatschappelijk vlak goed doen een toekomst moeten bieden in hun eigen wijk. Deze bewoners willen vaak weg uit de flat en gaan op zoek naar een groter, leuker huis in de buurt.

De Bijlmer blijft de meest internationale wijk van het land en is allesbehalve een standaard buitenwijk, maar zo grimmig als twintig jaar geleden is het er al lang niet meer. Er zijn nauwelijks méér ‘basende junks in schemerige portieken’, zoals Den Hartog Jager ze noemt, dan in de Amsterdamse binnenstad. De Bijlmer wordt in bepaalde kringen als een hippe, dynamische wijk gezien. Ze is opgenomen in architectuurgidsen, jonge architecten houden er workshops over wonen, kunstenaars werken er aan grote projecten. Er kan in de Bijlmer méér dan elders in de stad, waar de gentrification al verder opgerukt is.

Fotograaf Hans Eijkelboom woont er ook. In opdracht van het Academisch Medisch Centrum, dat in de buurt gevestigd is, maakte hij foto’s in de wijk. Het zijn, zoals dat bij Eijkelboom nu eenmaal het geval is, onnadrukkelijke foto’s met weinig accent op de technische kant van het vak. Het zijn snapshots, klein afgedrukt op mat papier. Het zijn observaties, vaak erg grappig. De toeschouwer kijkt door de ogen van Hans Eijkelboom, die beelden heeft geselecteerd en gecombineerd en die zo de absurditeit van de werkelijkheid genadeloos fileert. Het grootste deel van Goede bedoelingen en modern wonen bestaat uit grotere of kleinere series die parallel aan andere series afgedrukt zijn. De formaten van de foto’s verschillen, vaak van klein naar wat groter, als een crescendo. Een serie fietspaden die abrupt eindigen in een rood-wit geblokt hekwerk. Wat doen al die dieren in de Bijlmer en waarom hebben zoveel mensen gruwelijke driehoekige conifeertjes in potten voor de deur? En graffiti is vaak mooier dan goedbedoelde kunst in de openbare ruimte, dat heeft Eijkelboom met deze foto’s nu wel bewezen.

Behalve veel ‘neutrale’ foto’s van lege openbare ruimten komen er natuurlijk ook series foto’s van mensen in het boek voor. Identiteit is een pregnant thema in het werk van Eijkelboom. Het leuke aan deze series is de grote diversiteit van de geportretteerden, van zakenmannen tot nette zwarte dames met elk een gouden handtas onder de arm geklemd, wat een wijk als de Bijlmer natuurlijk kenmerkt. Bij de bekende series van Eijkelboom beseft de toeschouwer op ieder moment onherroepelijk, zoals Den Hartog Jager treffend schrijft, ‘dat hij heel goed zelf in een van deze series zou kunnen opduiken – wat voor iedereen, altijd weer even ongemakkelijk is’. Maar de meeste lezers van dit boek zullen zelden of nooit in de Bijlmer komen, dus is dat gevaar minder groot. Dit zijn geen beelden die uit de hoofdstraat van ieder willekeurig stadje kunnen komen. Maar ze bevestigen evenmin het oude beeld van de grimmige Bijlmer, want dat is sleets.

We zijn in Nederland gewend geraakt aan overontworpen omgevingen, vastgelegd in glossy foto’s. Aan bijzondere ontwerpen, van trendy lantaarnpalen tot smaakvolle klimrekken en ecologische parken. Nagenoeg alles is Dutch Design in de Nederlandse woonomgeving – om wanhopig van te worden. In de Bijlmer komt dat gevoel slechts sporadisch op en dan heeft het meteen iets geks, want de openbare ruimte in de Bijlmer is voor het grootste deel sober. Het lijkt erop dat een deel van de besluitvormers in de Bijlmer de laatste jaren heeft ingezien dat de omgeving niet altijd maakbaar is, maar dat je wel ingrepen kan doen om te proberen het uit de hand gelopen modernistisch ideaal te nuanceren, aan te vullen en zodoende geschikt te maken voor de mensen die er willen (blijven) wonen. En dat blijken er nog altijd een heleboel te zijn. Het beeld dat Eijkelboom schetst is niet zozeer mild, het is eerlijk en onmiskenbaar Bijlmer, met al zijn gezichten.

 

• Hans Eijkelboom, Goede bedoelingen en modern wonen. Fotonotities over de Bijlmer (inleiding Hans den Hartog Jager) verscheen in 2010 bij NAi Uitgevers, Mauritsweg 23, 3012 JR Rotterdam (010/201.01.33; www.naipublishers.nl).