Jacqueline Mesmaeker
De solotentoonstelling van Jacqueline Mesmaeker (°1929) in La Verrière, de galerie met een imposant glazen dak van de Fondation Hermès in Brussel, net achter de Hermès shop, was de laatste in een reeks van negen die de Fondation hield onder de noemer ‘Poésie Ballistique’. Met die reeks wilde curator Guillaume Désanges oeuvres belichten die drijven op de complexe relatie tussen taal en beeldende kunst, ‘onder het beschermheerschap van Marcel Broodthaers’. Mesmaeker maakt die aanspraak in elk geval waar.
Mesmaeker vatte de tentoonstelling duidelijk op als een werk op zich: alle onderdelen ervan zijn ondergeschikt aan een overkoepelend concept. Wat meteen treft is dat tegenover elkaar liggende wanden met elkaar communiceren door middel van een gelijkaardig werk. Op de wanden links en rechts van de inkom zijn dat de twee wandgrote, rebusachtige woordassemblages Fouquet en cascade (2017) en Versailles en cascade (2017). Aan de twee andere wanden hangt maar één bescheiden, ingekaderd werk met de verwante titels Versailles avant sa construction (1981) en Versailles après sa destruction (2018).
De ‘Cascades’ bestaan uit parallelle kolommen van woorden. Per kolom springen ze heen en weer rond een centrale letter. Je ziet meteen dat de begrippen ‘Versailles’ en ‘Fouquet’ erin verstopt zijn. Door de uitvoering met kleefletters lijken ze op verklarende teksten bij tentoonstellingen, maar veel verheldering brengen ze niet. Ze bestaan vooral uit ‘gewone’, alledaagse woorden, met af en toe een woordspelletje zoals een alliteratie. Uitzonderingen zijn, aan de Versailles-zijde, namen uit de Franse geschiedenis als Fouquet, Mazarin, Colbert. De geschiedenis van Louis XIV en zijn Procureur-Generaal Nicolas Fouquet lijkt zo de rode draad. De koning ontdeed zich van Fouquet en perkte de macht van kardinaal Mazarin in met de hulp van minister Colbert en musketier D’Artagnan. Meteen daarna begon Louis XIV aan de bouw van Versailles, naar kwatongen beweren uit jaloezie: Fouquets somptueus kasteel van Vaux-le-Vicomte stak het Louvre (letterlijk) naar de kroon. Maar om onduidelijke redenen behoren ook ‘Cisjordanie’, ‘Jerusalem’ en ‘Meredith’ tot de woordenlijst.
De fotowerken op de twee andere wanden vallen haast in het niet bij de rebussen. Versailles avant sa construction is een kleine, grijzige fotoafdruk van een open landschap met bosjes in de verte, gevat in een verguld kader met een brede passe-partout met daarop de titel van het werk. Aan de tegenoverliggende wand omlijst een verweerd kader een spiegel vol oxidatievlekken. Daarop werd de titel Versailles après sa destruction gedrukt. Het beeld is dus slechts een vlekkerige reflectie van de zaal en de foto aan de andere zijde.
Beide beelden suggereren samen een alternatief verhaal over Versailles. Maar uiteraard is het landschap met bosjes fictief. Niemand kon ooit deze foto maken. Wat je meent te zien komt enkel in je verbeelding tot stand door de suggestieve titels van beide werken, hun inkadering en hun plek in de ruimte. Wellicht is het ‘beeld’ van Versailles voor de bouw van het kasteel zelfs een readymade. Van de weeromstuit verlenen beide werken echter ook de ‘echte’ geschiedenis iets fictioneels.
Dat wordt op een licht ironische manier verduidelijkt door drie precieuze tentoonstellingskastjes op hoge pootjes in het midden van de zaal. In een langwerpig kastje staat een leporello met zwart-witfoto’s van Versailles uitgestald. Ook deze Secret outlines, Versailles (1998) is een readymade: een souvenir van een bezoek aan Versailles, uit een tijd toen foto’s maken nog omslachtig was. Als je goed kijkt, merk je dat de eigenaar van het fotoboekje met potlood lijnen en tekeningen toevoegde aan de foto’s. Op een foto van Le lit de Napoléon Ier duiden enkele lijntjes bijvoorbeeld een naakte vrouw aan. Een enkele keer knipte de eigenaar een stuk van de omlijsting van de foto weg om een boograam te completeren. Een gelijkaardige serie bewerkte beelden van Fontainebleau zie je in een video aan de ingang.
Net daarnaast prijkt een versteende peer in een apart kastje. Dit stuk kreeg geen titel. In de lijst van werken staat gewoon ‘Poire pétrifiée, milieu du XIX siècle’. In de achttiende eeuw raakte men niet uitgekeken op het bizarre fenomeen dat vruchten in kalkgrotten niet wegrotten maar verstenen. Maar de peer verwijst ook naar Louis XVIII, die na de val van Napoleon tussen 1814 en 1824 koning van Frankrijk werd. Dat was een uitgehold koningschap, een fictie alweer. De cartoonist Honoré Daumier stak er de draak mee; hij stelde de kop van de koning voor als een peer. In een laatste kastje liggen Bourses de ceinture (2018), geweven geldbuideltjes in felle kleuren, zoals die in de achttiende eeuw in zwang raakten. De tinten zijn overigens verwant aan die van de sjaals uit de collectie Hermès, te koop in de winkel naast de galerie.
Meer is in de zaal niet te zien, op één haast onmerkbare ingreep na. In de ‘verdiepte’ voegen van de wanden van de zaal duwde Mesmaeker op enkele plaatsen felroze gordijnkoorden. Deze Introductions roses (1995-2019) spelen een dubbelzinnige rol. Ze benadrukken dat de zaalmuren voorzetwanden in gipskarton zijn, die de echte constructie aan het gezicht onttrekken. Maar tegelijk lijken het vergeten decorstukken, die verwijzen naar de pracht en praal uit vroegere eeuwen.
Die kleine toevoeging is typerend voor wat Mesmaeker hier doet. Met enkele goed gekozen objecten, precies geplaatst en voorzien van de juiste woorden evoceert ze een glorieuze wereld, een hele geschiedenis die ons voorafging en gevormd heeft. Maar in dezelfde beweging haalt ze dat hele verhaal onderuit als een verzinsel, een gedachtespinsel. We leven met woorden, beelden, verhalen als deze, maar eigenlijk zijn het luchtbellen. Net zoals het leven in Versailles zelf een luchtbel was. Die spatte weliswaar in 1789 op eclatante wijze uiteen, maar verhalen en beelden uit die tijd blijven wel door onze hoofden spoken.
• Jacqueline Mesmaeker. Poésie balistique was tot 30 maart te zien in La Verrière Hermes, Waterloolaan 50, 1000 Brussel.