width and height should be displayed here dynamically

Kunstonderwijs in Vlaanderen in 1987: een nulmeting

Toen Jef Cornelis en Chris Dercon in de zomer van 1987 de film 3 x kunstonderwijs realiseerden, waren reeds enige jaren onderhandelingen gaande over de hervorming van het kunstonderwijs in Vlaanderen. In de film komen de meningen van de drie geïnterviewde directeurs over deze hervormingen niet of nauwelijks aan bod, terwijl zij er in de gesprekken met Chris Dercon wel uitspraken over deden. De onderstaande citaten zijn afkomstig uit transcripties van de gesprekken die bewaard zijn gebleven in het archief van de openbare omroep. Aan de hand van de citaten kunnen niet alleen de opinies van de betrokken directeurs over de geplande wijzigingen worden nagetrokken, ze bieden ook inzicht in de situatie van het kunstonderwijs in Vlaanderen anno 1987.

Pierre Vlerick: Er zijn al heel wat gesprekken die nu verlopen, heel wat gesprekken in Brussel op ministerieel vlak bijna om een lange type te vormen, waar ik griezelend tegen ben. De toegangsmogelijkheden tot de academie gaan heel wat scherper worden. De studies zullen langer duren, de examens zullen heel wat harder zijn en dat houdt in, en dat vrees ik, dat het Hoger Kunstonderwijs in Vlaanderen een net van Normaalscholen zal zijn, waar men perfect de mensen vormt [die de handleiding kunnen volgen] om blote madams op een wit papier te tekenen.

Chris Dercon: Wat moet er volgens u dan veranderd worden? Hoe zou het kunstonderwijs er eigenlijk moeten uitzien?

P.V.: Zoals hier. Zeer kort, excuus.

*

Chris Dercon: In 68 hebben zich een aantal veranderingen voorgedaan binnen het kunstonderwijs. We staan voor de deur van een aantal nieuwe veranderingen. Er zijn weer gesprekken op gang gekomen. Hoe zou volgens u het kunstonderwijs er eigenlijk moeten uitzien?

Gerard Gaudaen: Wel. Het kunstonderwijs zal altijd in de eerste plaats het accent moeten leggen op het creatieve. […]

C.D.: Wat moet er dan veranderd worden?

G.G.: Van mijn part moet er niet zoveel veranderd worden omdat de structuur, zoals zij momenteel is, niet zo slecht is. Ik denk dat er momenteel een aantal mogelijkheden zijn voor die kunstenaars of voor die jonge mensen die zich daaraan willen interesseren. Alleen gaat het naar een bepaalde structuur toe die overstapmogelijkheden laat die wanneer men bijvoorbeeld ziet dat men verkeerd zou gekozen hebben, na een eerste of een tweede jaar, die dus nog gemakkelijker overstapmogelijkheden van het een naar het ander, ook naar de universiteit bijvoorbeeld, ik denk aan kunstgeschiedenis, of zij die hier dan toch ervaren dat ze na een paar jaar niet geroepen zijn om vrij kunstenaar te worden, dat zij ook nog mogelijkheden krijgen op een ander terrein. Dat is een van de opties dacht ik voor de toekomst.

*

Paul Lerno: Er wordt gewerkt aan een heel grote hervorming. Binnen de Hoge Raad is men nu al een paar jaar bezig met […] een aparte wet […] voor het hoger kunstonderwijs, waardoor dus het kunstonderwijs zou ingeschakeld worden in de algemene onderwijsorganisatie, zijnde de indeling in het korte en lange type. […]

Chris Dercon: Maar heeft dat zijn voordelen?

P.L.: Ik geloof dat het voordelen en nadelen heeft. Ik ga zeggen dat het niet zomaar iets – dit is niet zomaar allemaal koek en ei, maar ik ben wel van één punt overtuigd, maar het is een extern punt eigenlijk, een beetje vreemd aan het Hoger Kunstonderwijs, aan het heel specifieke van kunstonderwijs: men kan er niet aan uit. Men moet het kunstonderwijs inschakelen in de algemene bestaande onderwijsconcepten, want anders wordt het kunstonderwijs ook helemaal een randgeval, dat zo een beetje buiten de maatschappij zal staan. En volgens mij wordt het kunstonderwijs dan een soort vergeetput, ja. […]

C.D.: Wie zit er nu in zo’n Hoge Raad? […] Zitten daar beeldendekunstspecialisten in, die de noden van de basis kennen?

P.L.: Daar zitten er in maar daar zitten ook veel directeurs in van scholen.

C.D.: Wie zijn dan de beeldendekunstspecialisten in die Hoge Raad? Zijn dat belangrijke kunstenaars of mensen die al jaren in aanraking zijn met het beeldendekunstgebied? Zijn dat museumdirecteuren?

P.L.: Neen, van de museumdirecteuren zit er geen enkele in. Het zijn allemaal mensen uit het onderwijs, echte onderwijsmensen.

C.D.: Dus de Hoge Raad marginaliseert zichzelf al?

P.L.: Neen, dat is nu eenmaal zo dat dat het gevolg is van Koninklijke Besluiten die die Hoge Raden vaststellen. Wat erop neerkomt dat die Hoge Raad bijna helemaal samengesteld is uit schooldirecteurs en ten tweede uit personeelsleden uit het kunstonderwijs en dat die dan namens de vakbonden afgevaardigd worden. Maar eigenlijk is het een onderonsje van mensen van het kunstonderwijs.