width and height should be displayed here dynamically

Leidsche Rijn

Leidsche Rijn is een van de grootste bouwlocaties van Nederland. 30.000 woningen moeten er ten westen van Utrecht komen, waarvan 20.000 voor 2005. De omvang van de operatie en de voortvarendheid waarmee deze is aangepakt, heeft nationaal opzien gebaard. Al was het maar vanwege het voorstel een gedeelte van de A2, een van de drukste snelwegen van Nederland, te overkappen om een cesuur tussen de nieuwe wijk en de stad te voorkomen. Dit idee kwam uit de koker van Riek Bakker van BVR, die in 1995 het Masterplan voor Leidsche Rijn ontwikkelde. Begin 1997 volgde hierop een ontwikkelingsvisie van het bureau Max.1, dat benadrukt een ‘beeldloze stedenbouw’ na te streven: plannen moeten zich kunnen plooien naar onvoorspelbaarheid, toeval en de factor tijd.

Het is jammer dat in de tentoonstelling in architectuurcentrum Aorta het jargon van Max.1 wat al te gemakkelijk is overgenomen, temeer omdat Aorta inzicht wil bieden in het planproces, meer dan in de fysieke kwaliteiten van Leidsche Rijn. De tentoonstelling laat echter het tegendeel zien: beeldloze stedenbouw bestaat niet. Reeksen kaarten tonen mogelijke uitwerkingen van beslissingen over functies, dichtheden, soorten vervoer, investeringsniveau, waterhuishouding. Ook al beweert Max.1 dat deze kaarten autonome lagen zijn, “van een abstracte receptuur voor het ontwikkelingsproces van het nieuwe stadsdeel”, elke kaderstellende regel of voorwaarde heeft een ruimtelijk, en dus beeldend aspect. Hoe gedetailleerd die beelden zijn, is een ander verhaal. Het moge duidelijk zijn dat de omvang en tijdspanne van Leidsche Rijn niet met een blauwdrukplan gediend zijn.

Een van de opvallendste uitgangspunten bij Leidsche Rijn is de aansluiting van het nieuwe stadsdeel op het landschap en de reeds aanwezige bebouwing. Wegen, waterlopen, boomgaarden, boerderijen, enzovoort die als waardevol zijn aangemerkt, worden opgenomen in de plannen. Hoe dit uitgangspunt concreet wordt vormgegeven, wordt duidelijk in de presentatie van het deelplan Langerak 1 waarvan Kees Christiaanse Architects & Planners de stedenbouwkundigen zijn. Christiaanse baseert de structuur van Langerak op het slagenlandschap. De smalle langgerekte stukken grond worden om en om bebouwd en vrijgehouden, de sloten worden wegen. Een stadsweg met winkels en voorzieningen – en als het even kan een benzinepomp – begrenst het noorden van dit woonwijkje: daar moet, als bij een Belgische straatweg, een lint van verschillende kopgevels ontstaan. Ook in het ontwerp voor het tweede deelplan, Parkwijk, van het bureau Palmboom en Van den Bout komt de structuur voort uit de op de locatie aangetroffen elementen: een stelsel van ‘kamers’, ‘enclaves’ en ‘lange lijnen’. Zo worden de doodzonden van de 19de-eeuwse stedenbouw, lintbebouwing en een langgerekte polderverkaveling, een eeuw later herontdekt. Wat vroeger pragmatisch en onartistiek bevonden werd, is nu zorgvuldig en karakteristiek.

De indeling van de tentoonstelling is bescheiden en effectief. Onder de rijk gedecoreerde gietijzeren balkenconstructie van de tentoonstellingsruimte staat een eenvoudige steiger, die plaats biedt aan een omloop voor het algemene deel en twee ‘binnenkamers’ voor de twee deelplannen. De ontwerpen worden elk toegelicht met een korte videofilm, informatief en goed gecut. Op beiden komen een stedenbouwkundige, een landschapsarchitect en een architect aan het woord, waardoor alle schaalniveaus afzonderlijk maar ook de onderlinge wisselwerking verhelderd worden. Samen met de presentatietekeningen, maquettes en zelfs een enkele straatsteen, is met minimale middelen een evocatief beeld van het toekomstige Leidsche Rijn neergezet. Het wordt tijd dat de tentoonstellingsmakers van het Nederlands Architectuur instituut verplicht in de leer gaan bij Nederlands lokale architectuurcentra. Telkens weer blijkt dat daar de verbeeldingskracht en het organisatietalent te vinden zijn, die het NAi zo node mist.

 

• Leidsche Rijn: Langerak en Parkwijk is nog tot 6 februari te zien in het Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, 3512 JP Utrecht (030/232.16.86).