width and height should be displayed here dynamically

Lisette Model

Het fotografisch oeuvre van de Oostenrijks-Amerikaanse fotografe Lisette Model (1901-1983) is opvallend consistent. Haar onderwerp: de mens in zijn (brede) sociale omgeving. Als een ware sociale kameleon slaagt zij erin elk milieu te infiltreren: of het nu gaat over de volkse buurten van Parijs, de mondaine badplaatsen aan de Middellandse Zee of het rusteloze nachtleven van New York, overal dringt haar camera door. Deze sociale nieuwsgierigheid naar het leven van de moderne stedeling is een wel vaker terugkerend thema in de fotografie van de prille jaren 30 en 40, maar het register waarin Model dat leven vat, is ongezien voor die periode. Haar blik is nooit zachtmoedig dromerig zoals die van Willy Ronis, Izis of zelfs Robert Doisneau, maar ook nooit laatdunkend hardvochtig of voyeuristisch zoals die van Weegee. Ook al verschijnt de straat er nooit als een plaats van gemoedelijk contact, ze is evenmin die bitse arena waar men elkaar voortdurend naar het leven staat.

Zoals bij zovele fotografen in de jaren 30 en 40 was de professionele carrière van Model intiem verbonden met de ontwikkelingen op de markt van geïllustreerde tijdschriften. In de meest vruchtbare periode van haar carrière (van 1939 tot 1949) vond ze relatief gemakkelijk toegang tot de belangrijkste tijdschriften, maar vanaf de jaren 50 veranderde dat. Op dat moment begon de visuele pers een behoudsgezindere koers te varen en de verbeten felheid van Models beelden paste niet langer in dat nieuwe redactionele beleid. Een wende drong zich op: vanaf 1952 begon Model een nieuwe carrière als lesgeefster aan de New School for Social Research in New York, een baan die ze bijna tot aan haar dood in 1983 zou uitoefenen. Meteen kwam haar eigen fotografische praktijk op een zijspoor terecht. De (relatieve) onzichtbaarheid van haar beelden betekende echter niet dat haar invloed taande, integendeel zelfs. Haar beelden vonden via toonaangevende musea en instellingen nog steeds de weg naar een breed publiek, en door haar onderwijs beïnvloedde ze een hele generatie fotografen (een van haar leerlingen was Diane Arbus).

De menselijke figuur staat bijna zonder uitzondering centraal in haar foto’s. Zelfs in haar meest abstracte composities – opgebouwd rond de desoriënterende reflecties in de winkelramen van New York’s Fifth Avenue – is het lichaam onder de vorm van afgehakte ledematen en zweverige silhouetten nog steeds dreigend aanwezig. De efemere vorm die het lichaam in deze beelden aanneemt, is echter niet het standaardlichaam dat we meestal in haar foto’s ontmoeten. Daar zien we vooral een volumineus lijf opdoemen dat het beeldkader vaak tot barstens toe vult. Model kijkt nooit meewarig neer op dat imposante lichaam, maar probeert juist de vitale kracht ervan te vatten. Vaak beklemtoont ze de vleselijke massa van haar onderwerpen nog door een mild aangezet kikvorsperspectief of een lichte perspectiefvertekening, waardoor het lichaam nog meer in de breedte lijkt uit te deinen. Beide formele keuzes transformeren het lichaam tot een monument van vlees, een monument van norse volharding ook.

Verbetenheid die zich vastzet in een pijnlijke grimas op het gelaat van een etende man, het in lompen gewikkelde lichaam van een gezette vrouw die uitgeput neerzijgt op de bovenste trede van een trap, de spits getuite lippen van een wat oudere vrouw die een leven van teleurstelling en verbittering probeert te verbergen achter een zorgvuldig opgemaakt uiterlijk, een door weer en wind voortbanjerende zwarte vrouw met slobberende kousen: de door Model gefotografeerde lichamen dragen duidelijk de sporen van een harde levensstrijd. Geen frêle, gladde en soepel draaiende lichamen, wel getaande gezichten, omvangrijke lijven, stramme ledematen. Niet de hoekige jazz of de explosieve balorigheid van het jonge lijf interesseert haar, maar wel de trage sloomheid van het zware, oudere lichaam dat zich reeds een geschiedenis herinnert. De massieve beelden van Model concentreren zich volledig op de materiële dimensie van de menselijke figuur: haar aandacht gaat naar de lichamelijke spanningen die zich aan de oppervlakte aftekenen, niet de diepere zieleroerselen die eraan ten grondslag kunnen liggen. Haar portretten reveleren geen psychologisch inzicht en pretenderen al evenmin een maatschappijkritische lectuur te geven (wat sommigen er niet van weerhouden heeft dat er toch in te zien).

Het logge lichaam is geen volgzaam onderwerp dat zich gewillig overgeeft aan de vragende blik van de fotografe, maar een stug, in zichzelf gekeerd object. Dit lijf stoot af: nooit is er sprake van een echte ontmoeting tussen de geportretteerde en de fotografe. Model zoekt geen contact – ook niet letterlijk: ze wisselt vaak geen woord met haar modellen – maar probeert juist de (fundamentele, want existentiële) afstand die zich tussen haar en de ander opent fotografisch te verkennen. Vandaar dat zij meestal kiest voor de enkeling en slechts hoogst uitzonderlijk mensen in interactie toont. De fotografische dialoog is een krachtmeting die zich in eerste instantie tussen fotografe en model afspeelt, niet tussen de geportretteerden onderling: Lisette Model weigert zich op te sluiten in de veilige positie van de onzichtbaar opererende voyeur.

Haar motto: fotografeer enkel dat wat je angst aanjaagt. Pas wanneer de verhouding tussen fotograaf en wereld van alle vertrouwde zekerheden is ontdaan, kan er een werkelijk nieuw en verrassend inzicht ontstaan (al de rest behoort tot de veilige repetitie van het reeds gekende). Niet verwonderlijk dus dat Model vooral de transformerende kracht van de fotografische act beklemtoont. Zoals zoveel reportagefotografen in die tijd lokaliseert ze de verbeeldingskracht van de fotografie in de snelheid waarmee ze de wereld capteert. Via de razendsnel opererende camera krijgt de fotograaf toegang tot (maar geen controle over) een wereld die aan de normale menselijke blik ontsnapt. De portretten van Model maken ons ongemakkelijk omdat ze weigeren het lichaam dat daar voor ons wordt geëtaleerd te verklaren. Fotografie brengt hier geen bevrijdend inzicht voort, maar is een instrument om existentiële mogelijkheden af te tasten, om andere manieren van bestaan (althans virtueel) te exploreren. Het is hetzelfde inzicht dat we ook terugvinden in het werk van haar bekendste leerlinge, Diane Arbus.

 

• Lisette Model nog tot 6 juni in het Jeu de Paume, Place de la Concorde 1, Parijs (01/47.03.12.50; www.jeudepaume.org).