width and height should be displayed here dynamically

Maarten Van Severen. Retrospectieve

Op het gelijkvloers van het Design museum in Gent is deze winter een retrospectieve te zien van de internationaal gelauwerde, Belgische ontwerper Maarten Van Severen (°1956). De tentoonstelling is een initiatief van het museum in samenwerking met de vzw Designcentrum Vlaanderen. Op het gelijkvloers staat een dense verzameling meubelen en andere projecten. Het geheel omspant een periode van midden jaren tachtig, het begin van Van Severens ontwerperscarrière, tot vandaag. F88, een fauteuil uit 1988 met inox poten en een dik, gebogen leren vel als rug, is een van de oudste creaties op de tentoonstelling; Cutlery 2003-04, een prototype van een bestek dat momenteel ter tafel ligt bij Alessi, behoort tot de recentste projecten. De selectie van de producten, het concept van de tentoonstelling en de keuze van de presentatietechnieken waren in handen van Van Severen. Moniek E. Bucquoye was tentoonstellingscommissaris.

De overzichtstentoonstelling presenteert geen afgerond geheel. Zij doet zich eerder voor als een tijdelijke opslagplaats waar de ontwerper, aan de hand van een zorgvuldige schikking, een stand van zaken heeft opgemaakt. De producten worden niet chronologisch gepresenteerd, maar vormen een soort typologische clusters. Zo staan bij het begin van het parcours verschillende kasten bij elkaar. Wat verder is een rij zitobjecten te zien: stoelen – waaronder de succesvolle .03 (Vitra, 1998) – een aantal versies van de ‘chaise longue’ (waaronder Maarten Van Severen MEUBELEN, 1995), de ‘blue bench’ (Maarten Van Severen MEUBELEN, 1997) enzovoort. In het midden van de zaal staat een verzameling dicht bij elkaar geschoven tafels en naast de trap is een hoog metalen rek volgestouwd met meubelstukken en persoonlijke verzamelobjecten van de ontwerper.

De tentoonstelling doet zich ook voor als een studieplek. Parallel met het metalen rek staat een lange tafel met enkele stoelen. Bezoekers kunnen er plaats nemen om een bonte puzzel van tekeningen, foto’s, kleine draaiboekjes en maquettes (van architectuurprojecten waaraan Van Severen heeft meegewerkt) van dichtbij te bestuderen. Zo zijn er de bibliotheek, de infobalie en de bookshop van het Van Abbemuseum in Eindhoven (2001), de herinrichting van het Boxy huis in Deurle (2000) en de auditoriumzitjes in OMA’s Casa da Musica in Porto (1999-2005).

Met uitzondering van enkele korte citaten van de ontwerper, de museumdirecteur en de tentoonstellingscommissaris, is er in de tentoonstelling weinig tekst over het werk van Van Severen terug te vinden. De stockachtige opstelling legt eerder de nadruk op de zelfbewuste, maar ingetogen verschijning van de ontwerpen. Enkel de video die Terenja Van Dijk naar aanleiding van de retrospectieve heeft gemaakt, geeft expliciet uitleg over het ontstaansproces van sommige objecten, over de betekenis van enkele stukken uit Van Severens collectie en over de geschiedenis van de architectuurprojecten. De video wordt vertoond in een apart hok met een huid van gekreukelde goudfolie. We zien Van Severen over zijn werk praten, terwijl hij op verschillende locaties vertoeft: thuis, in het Van Abbemuseum, in het Boxy huis en in de bedrijfsgebouwen van Vitra in Basel.

De video vervult een belangrijke rol in de tentoonstelling. Hij toont dat er over het oeuvre van Van Severen heel wat te vertellen valt: niet alleen over de eigengereide, uitgepuurde verschijning van het werk of over de gedrevenheid van het ontwerpersgenie, maar ook over het technisch vernuft van de producten, over de problematiek van het ontwerpen ‘binnen’ een architectuurontwerp, over de samenwerking met internationale productiehuizen als Vitra, Edra of Alessi of over de vertaling van een ambachtelijk naar een industrieel werkproces. Het laatste woord over Van Severen is nog lang niet gezegd. Het nieuwe boek Maarten Van Severen. Werken/Work (Stichting Kunstboek, 2004) dat tegelijk met de opening van de tentoonstelling is verschenen, brengt hier nauwelijks verandering in. Net als de publicatie Maarten Van Severen (Ludion, 2000) bestaat het voor een groot deel uit een rijke, door het team van Van Severen samengestelde compilatie van foto’s, tekeningen en referentiemateriaal, naast een beknopt overzicht van het oeuvre. Anders dan het vorige boek bevat de recente uitgave echter geen uitvoerige bespreking van het werk. Er zijn wel enkele bijdragen van de gerenommeerde buitenlandse zaakvoerders Rolf Fehlbaum (Vitra), Alberto Alessi (Alessi) en Harm Scheltens (Pastoe), van de Finse designer Simo Heikkilä en van de Belgische auteurs Marc Dubois, Anna Luyten en Chris Meplon. Het gaat eerder om persoonlijke getuigenissen of hommages aan de ontwerper dan om gedetailleerde of kritische projectbeschrijvingen. Wat dat betreft lijkt het boek op de tentoonstelling: de presentatie is uitnodigend en prikkelt de nieuwsgierigheid, maar men blijft ook een beetje op zijn honger.

 

• Maarten Van Severen. Retrospectieve, tot 27 februari 2005 in het Design museum Gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent (09/267.99.99; http://design.museum.gent.be).