width and height should be displayed here dynamically

Manor Grunewald: Veil of the invisible one. Ricou Gallery, Brussel.

Tot eind januari was in de Sébastien Ricou Gallery in Elsene de tentoonstelling van de jonge Gentse schilder Manor Grunewald te bezichtigen. In de klare ruimtes op de gelijkvloerse verdieping hing een selectie van zeven, veelal donkere schilderwerken. Beneden in de kelder lokte Grunewald de toeschouwer in een claustrofobische kijkdoos voor zijn installatie Deeds without words: Hollywood is more primitive (2012). Een houten schutting versperde de toegang tot de ruimte. Door de spleten heen waren geprojecteerde fragmenten van horrorfilms uit de jaren 50 te zien. Deze vormden de aanleiding voor de nieuwe reeks werken, die vooral als ensemble geslaagd waren. Veil of the invisible one (2012), het werk dat zijn titel aan de expositie leende, was ter hoogte van de trap opgehangen en zat zo als een scharnier tussen beide delen van de expositie in. In de rechterbovenhoek van dit doek is een gevonden beeldfragment aangebracht, dat het verminkte gezicht van een verbrande mijnwerker voor en na hospitalisatie toont. Het tweeluik laat onverholen de gruwelijke waarheid zien, om ze meteen weer te verhullen en te vergeten.

In deze expositie leek het Grunewald vooral te fascineren hoe dergelijke verschrikkingen door de banaliteit van beelden heen kunnen schemeren. De schilder gebruikt vaak bestaand, alledaags beeldmateriaal uit kranten of magazines. Hij verknipt de beelden, bewerkt ze met acryl, olie of spuitbus en verwerkt ze als collages of zeefdrukken in zijn schilderijen. Het dreigende landschap op het grootste werk, Debts, threats and a ‘for sale’ sign (2012), vormde in oorsprong de onopvallende achtergrond van een bestaande foto. Twee stills uit bovenvermelde horrorfilms vormen de basis voor een koppel kleinere doeken, More than teeth were dropped (2012) en An enchanted evening (2012). In het laatste werk valt nog net een man met lendendoek te ontwaren, maar nergens is het oorspronkelijke beeld nog in zijn totaliteit herkenbaar. Grunewald laat het onder meerdere lagen en aanpassingen wegdeemsteren, tot elke rechtstreekse toegang onmogelijk is gemaakt. Hoewel het narratief secuur is weggefilterd, blijft de gruwel door het werk spoken. De cumul van moeilijk herkenbare beeldfragmenten, de mistige waas die Grunewald over alles heen drapeert en ook de suggestieve titels, die eveneens found footage zijn, zetten het geheel onder spanning.

De zeer introverte werken verwachten van de toeschouwer een indringende blik, maar houden hem tegelijkertijd op afstand. Dat gebeurt bij uitstek en misschien wat letterlijk in de ‘kijkdoos’-filminstallatie in de kelder. De houten planken met de smalle spleten – die ooit de vloer bekleedden van Grunewalds atelier – verhinderen dat je het geheel kan overzien. Een watervlak bedekt de vloer tussen de schutting en de projectie, en weerspiegelt het geprojecteerde tot aan de voeten van de toeschouwer. Er is geen geluid en alle gruwelijke scènes zijn uit de montage weggeknipt. Door de ingreep verdwijnen de typerende naïviteit en het expliciete karakter van het genre. Zo verleent Grunewald de beelden van de installatie hetzelfde enigmatische aura als zijn schilderwerken boven. De horror is niet meer zichtbaar, maar blijft voortdurend impliciet aanwezig. De operatie is vergelijkbaar met die op het verbrande gelaat van de mijnwerker in het titelschilderij van de tentoonstelling. Door het oorspronkelijke beeldmateriaal uit te hollen, is het in staat  nieuwe betekenissen en associaties op te roepen.

Toch hanteert Grunewald ook een tegengestelde strategie, waarbij hij bewust weinig spectaculaire, onschuldige beelden selecteert die hij vervolgens deels verminkt en omsluiert. De dialectiek tussen de werken onderling voert de spanning verder op. Daardoor weerklinkt zelfs een spookachtige ondertoon bij 31-08-12 / 19-09-12 (2012), het doek dat tijdens het schilderen van de reeks de vloer afdekte.

 

• Manor Grunewald, Veil of the invisible one, 29 november 2012 – 26 januari 2013, Ricou Gallery, Opperstraat 54, 1050 Brussel (02/350.71.31; www.ricougallery.com).