width and height should be displayed here dynamically

Marie-José Van Hee Architecten: More Home, More Garden

In deze monografie over de Belgische architect Marie-José Van Hee (1950), uitgegeven door de in Gent en Antwerpen gevestigde boekhandel Copyright, komen architecten, academici, bevriende kunstenaars en bewoners zij aan zij aan het woord. Dat zorgt voor een grote diversiteit in benadering, uiteenlopend van toon en met aparte klemtonen. Het is een persoonlijk boek, waarin de uitgebreide voorstelling van Van Hees eigen woning in Gent centraal staat, dat de lezer onderdompelt in de leefwereld van de architect. Meer afstandelijke ‘architectural critiques’, zoals het woord ‘essay’ in de proloog wat ongelukkig wordt vertaald, bevat de publicatie niet. De teksten in More Home, More Garden zijn openlijk subjectief, in die zin dat ze ontstonden binnen de levens- en werksfeer van de architect enerzijds en van de bewoners anderzijds. Architectuur wordt dus niet als object geïsoleerd van genese of gebruik: het boek toont uitdrukkelijk geen ‘houses’ maar ‘homes’.

De auteurs reflecteren over hoe de gebouwen tot stand kwamen en over hoe ze ervaren en bewoond worden, eerder dan dat ze binnen een bredere maatschappelijke of architectuurhistorische context tot een waardeoordeel willen komen. Op verschillende manieren wordt de nadruk gelegd op auteurschap, ontwerpproces en subjectieve ervaring, vaak met bewondering en genegenheid voor de architect, en met een grote zorg voor de (re)presentatie van haar werk. De categorieën ‘more home’ en ‘more garden’ structureren ook de website van Marie-José Van Hee architecten, en de titel werd in 2018 al gebruikt voor een bijdrage aan de architectuurbiënnale van Venetië. Dit boek is binnenshuis gemaakt, en daarin ligt juist de kracht ervan.

Ook beelden reflecteren de ‘idiosyncratische’ opzet – de term is van Katrien Vandermarliere, die de inleiding schreef, en in 1993 de eerste tentoonstelling van het werk van Van Hee cureerde in deSingel in Antwerpen. Op vraag van de architect vangt het boek aan met een reeks schetsen, op kalk- en kladpapier, zoals op een brief van een Gentse hifiwinkel uit 26 juni 1989, netjes uitgevouwen, opgehangen en gefotografeerd, met variaties en drukke krabbels in de marge. De tekeningen getuigen van de indrukwekkende ontwerpintensiteit achter Van Hees werk. Ze zetten de toon en bouwen spanning op voor het vervolg. Het is fascinerend om te zien en te lezen dat Van Hees ‘ascetische’ en ‘beheerste’ ruimtes – zoals geprezen door de auteurs – voortkomen uit tekeningen die ze zelf omschrijft als ‘vuil, luidruchtig, slordig, weifelend’. Bovendien roepen ze vragen op over hoe Van Hee beslissingen neemt. Hoe maakt een ontwerper een keuze uit een reeks van zeventien verschillende geveltekeningen? Wat gebeurt er in de haast enigmatische afstand tussen schets en gebouw? Het boek geeft die antwoorden niet prijs, maar dat is niet zo verwonderlijk. Zoals Kristiaan Borret opmerkt in een tekst uit de vorige monografie van Van Hee, waarvan fragmenten worden overgenomen: deze architect heeft het niet voor ostentatieve 360-gradenpanorama’s, noch voor de transparante doos of de onzichtbare gevel.

More Home, More Garden biedt dus geen panorama van Van Hees werk, maar wel een reeks precieze invalshoeken. Dat vertaalt zich in de autonomie die de fotografie als medium krijgt. Als illustraties bij de teksten of als onderdeel van de fotografische reeks More Garden fungeren de beelden zelden of nooit als eenduidig documentatiemiddel. Hoe leeg de verbeelde ruimtes ook zijn, ze worden nooit eenduidig de protagonist. Er is altijd wel iets dat de gebouwen net buiten focus houdt, zoals weelderige planten en bomen (bijvoorbeeld in het coverbeeld), een rood gordijn in de wind, of twee plastic varkentjes die langs een regenpijp naar boven en naar beneden klimmen. Dat is anders in het chronologisch overzicht van projecten, net als in de documentatie van een selectie gerealiseerde gebouwen. De meer gedetailleerde presentatie aan de hand van foto’s, plannen en sneden toont een ander en misschien onderbelicht aspect van Van Hees architectuur: hier staan geen evocatie en immersie centraal, maar wel het vernuft van de ontwerpen in relatie tot hun site, hun functie en hun programma.

Het is duidelijk dat dit boek vooral inzet op het presenteren en beschrijven van een karakteristieke sfeer die vaak getypeerd wordt als ‘stil’. Stilte is een boeiende metafoor, maar de vraag is of hij door herhaaldelijk gebruik niet inboet aan kracht en complexiteit. Van Hees interieurs – en/of de manier waarop ze verbeeld worden – mogen dan een monastieke en bijna plechtige kwaliteit hebben, ze zijn ook het resultaat van bewonderenswaardige koppigheid en radicaliteit. De eenzijdige nadruk op het ascetische aspect van dit werk is gevoelig aan connotaties van zwijgzaamheid en overmatig sérieux. ‘Stil’ wordt al gauw een pover adjectief, bijvoorbeeld naast de heerlijk contra-intuïtieve manier waarop kunstenaar Kris Martin Van Hee omschrijft als ‘een vrome ketter, of een frivole non’.

Volgens architect Helen Thomas gebruikt Van Hee vaak het woord ‘feest’. More Home, More Garden toont ook die feestelijke Van Hee, hoewel niet even expliciet als de ascetische. De bijdragen van de bewoners evoceren de wilskracht in haar architectuur nog het best. Zij wijzen de lezer erop hoe bijzonder en anders het is om dagelijks in Van Hees wondere wereld te vertoeven: woningen zonder deurbellen, met geheime vluchtroutes, met eigen woontorens en verborgen tuinen, trappen zonder leuning, kamers waar de kat koning is, met als enige meubels huis-werk-tafels, bedbanken en koelkast-trappen…

Van Hees ontwerpen komen met een voorstel – dat de bewoners al dan niet kunnen aannemen – van een andere manier van leven. Haar wereld mag wonderlijk zijn, maar is daarom nog niet evident. (In een recent interview in De Morgen Magazine vertelde Van Hee dat ze onlangs voor het eerst een zitbank aanschafte, en die bovendien zelden gebruikt.) De woningen in More Home, More Garden zijn ‘fully homes’, maar ze zijn niet braaf – integendeel, ze lijken een vorm van respect en autonomie af te dwingen. Dit zijn woningen die hardnekkig weigeren achter hun bewoners te verdwijnen, en die op leegte hopen, om meer plaats te maken voor meer leven. De zogenaamde stilte van deze kamers vraagt er haast om door uitbundig, vol, intens leven verstoord te worden. Van Hees eigen woning lijkt als manifest te dienen voor die vraag, net als More Home, More Garden.

 

• Helen Thomas, Katrien Vandermarliere, Marie-José Van Hee, Javier Fernández Contreras, Christian Kieckens, Colm mac Aoidh, Marie-José Van Hee Architecten: More Home, More Garden, Copyright Slow Publishing, Gent, 2019, ISBN 9789082763515.