Nam June Paik. The Future is Now
Schetterende muziek, flikkerende beelden, levende planten en brandende kaarsen. De tentoonstelling van Nam June Paik (1932-2006) in het Stedelijk valt met de deur in huis door te openen met TV-Buddha (1974), een van Paiks meest iconische werken. De video-installatie bestaat uit een closed circuit television (CCTV): een achttiende-eeuwse boeddha wordt door een videocamera gefilmd en is gelijktijdig te zien op het witte ronde tv’tje tegenover het beeld – de boeddha kijkt naar zichzelf. Paik verbindt traditie en moderniteit, oosterse spiritualiteit en westerse technologie. Eenzelfde thematiek komt terug in One Candle (Candle TV) (2004). In de behuizing van een ouderwetse tv brandt een kaars. De traditionele meditatietechniek middels het staren naar een flakkerende kaars wordt in relatie gebracht met het flikkeren van een tv.
Paik, van Koreaanse afkomst, groeide op in Japan. Na studies esthetica in Tokio vertrok hij eind jaren vijftig naar West-Duitsland om musicologie en kunstgeschiedenis te studeren. Hier ontmoette Paik avant-gardecomponist John Cage en kunstenaars uit de fluxusbeweging, die van grote invloed zouden zijn op zijn artistieke ontwikkeling. In 1964 verhuisde hij naar New York, waar hij zich met name zou richten op videokunst.
Na een van de eerste museale solotentoonstellingen van Paik te hebben ingericht in 1977, stelt het Stedelijk zijn werk opnieuw tentoon. The Future is Now, gecureerd door Sook-Kyung Lee (Tate Research Centre), Rudolf Frieling (San Francisco Museum of Modern Art) en Leontine Coelewij (Stedelijk), was vorig jaar al te zien in Tate Modern. In zestien zalen en met meer dan tweehonderd werken zijn de vijf decennia van Paiks artistieke carrière vertegenwoordigd: vroege partituren, robots, videosculpturen en installaties. Paik wordt gevierd als visionair, die de impact en het belang van massamedia en technologie voorzag, en die zocht naar experimentele manieren om te communiceren met zijn publiek. Paiks verlangen om mensen met elkaar te verbinden middels technologie staat centraal. De kunstenaar wordt dan ook niet onterecht neergezet als een netwerker – wel vijf zalen worden besteed aan artistieke samenwerkingen – met de uitgesproken ambitie grensoverschrijdend te werken. Die transnationalistische benadering is zeker passend, hoewel het oeuvre van Paik nu en dan wat ondergesneeuwd raakt door het werk van zijn beroemde vrienden. De hoeveelheid documentatiemateriaal, deels inherent aan het performatieve werk van Paik, geeft eveneens te denken, en draagt bij tot het licht hagiografische karakter van deze overzichtstentoonstelling, die logisch noch chronologisch is opgebouwd, maar wel met veel zorg en respect voor de kunstenaar is gemaakt.
De tweede zaal kondigt zich al van ver aan: in de ‘futuristische tuin’, de zaalvullende video-installatie TV Garden (1974-77), zitten tussen het exotisch gebladerte een dertigtal televisietoestellen verscholen waarop de video Global Groove speelt, een knipoog naar de global village van Marshall McLuhan. De geur van aarde en levende planten vermengt zich met de flitsende beelden en het geluid van de televisies. Een transculturele stortvloed van beelden raast voorbij: Japanse Pepsireclame, Nixon, Merce Cunningham, een Nigeriaanse dansvoorstelling, Charlotte Moorman. Avant-gardekunst loopt over in pop-iconografie. Technologie wordt onderdeel van de natuur.
In 1963 vond Exposition of Music – Electronic Television plaats in Galerie Parnass in Wuppertal, het onderwerp van de volgende zaal. Zoals de titel doet vermoeden, markeerde deze eerste grote solotentoonstelling voor Paik de overgang van experimentele muziek naar de exploratie van elektronisch beeld. Van alledaagse voorwerpen maakte hij muziekinstrumenten en installaties, en hij manipuleerde voor het eerst televisietoestellen. Hoewel Paik zich uiteindelijk op het elektronische, bewegende beeld zou richten, bleef muziek een belangrijke rol spelen. Dit blijkt ook uit de legendarische samenwerking met celliste Charlotte Moorman, aan wie verderop in de tentoonstelling een zaal wordt gewijd.
De volgende zaal vertelt het verhaal van de artistieke relatie tussen componist John Cage en Paik. Cage inspireerde Paik niet alleen met zijn fascinatie voor het toeval, maar ook met zijn interesse in het zenboeddhisme, die Paik tot een herevaluatie bracht van zijn culturele oorsprong. In Zen for Head (1962) tekende Paik met zijn in zwarte inkt gedipte hoofd een lijn op een lange strook papier, en verbond zo deze radicale performance met de Aziatische kalligrafie. Met werken als de performance Etude for Pianoforte (1960) toont The Future is Now ook de humor van Paiks oeuvre: hij speelt eerst een stukje Chopin, pakt vervolgens een schaar, loopt op John Cage af die in het publiek zit, en knipt diens stropdas af. In het fotoverslag aan de muur zien we een grijnzende Cage; de afgeknipte stropdas hangt keurig achter museaal glas.
Sinds Joseph Beuys in 1963 een door Paik geprepareerde piano te lijf ging met een bijl, hadden de kunstenaars een warme band. De zaal gewijd aan hun artistieke samenwerking toont gezamenlijke performances alsook Chongro Cross (1991), een eerbetoon aan Beuys met een betonnen afgietsel van diens iconische hoed. De kunstenaars, beiden afkomstig uit landen die door de Koude Oorlog waren gesplitst, geloofden in het utopische concept van Eurazië, en beiden hadden affiniteit met het sjamanisme. Het wetenschappelijke en het spirituele, mens en natuur, Oost en West, trachtten ze te verenigen. Ze probeerden met hun kunst de wereld te verbeteren, en wilden mensen activeren. In tegenstelling tot Beuys, die politiek actief werd, zocht Paik oplossingen in technologie, informatie en communicatie. Met zijn satellietuitzendingen, te zien in deze tentoonstelling, connecteerde hij zowel live optredende kunstenaars als kijkers van over heel de wereld. Paik wilde technologie humaniseren, zoals de vrolijke robots in The Future is Now laten zien. Oom en Tante robot, gemaakt uit oude radio’s en tv’s, lachen de bezoekers vriendelijk toe. Kritischer is Nixon (1965-2002), waarin het gezicht van Richard Nixon wordt vervormd door een magnetisch gemanipuleerde televisie.
Kroon op deze tentoonstelling is de immense installatie Sistine Chapel, gemaakt voor het Duitse paviljoen op de Biënnale van Venetië in 1993. Een audiovisuele collage bedekt muren en plafond van de zaal: beelden van opnieuw Cage, Beuys en Moorman, maar ook van David Bowie en Janis Joplin flitsen voorbij. Met dit immersieve en experimentele werk van de Koreaanse visionair eindigt deze prachtige tentoonstelling, die getuigt van Paiks geloof in technologie. De globale technologische ontwikkeling heeft helaas niet alleen goeds voortgebracht. Toch herinnert The Future is Now aan de belofte die media en de ‘elektronische snelweg’ nog steeds in zich dragen.
• Nam June Paik. The Future is Now, tot 23 augustus in Stedelijk Museum, Museumplein 10, Amsterdam.