width and height should be displayed here dynamically

Paul Gauguin. De doorbraak naar moderniteit

Het Van Gogh Museum lijkt zich steeds intensiever te richten op Van Goghs favoriete kunstbroeder Paul Gauguin. Samen met het Art Institute of Chicago organiseerde het museum enkele jaren geleden de blockbuster Van Gogh & Gauguin. Die expositie ging over de wederzijdse invloed van de twee schilders, waarbij vooral veel aandacht uitging naar de negen weken waarin ze samen een atelier in Arles deelden.

Hoewel de titel anders doet vermoeden is Paul Gauguin: De doorbraak naar moderniteit bescheidener van opzet. Het onderwerp is zelfs tamelijk specialistisch te noemen en richt zich op een tentoonstelling in 1889 waarvoor Gauguin onder meer een grafiekmap produceerde. Op aanraden van kunsthandelaar Theo van Gogh maakte Paul Gauguin een map met elf zinkografieën, gedrukt op kanariegeel papier, die bekend staat als de Volpini-serie. Enkele jaren geleden kocht het Van Gogh Museum er een exemplaar van, dat nu voor de gelegenheid verder onderzocht werd.

Het maken van een serie litho’s was voor Gauguin een strategische zet om zijn werk bekend te maken bij een groter publiek. Dat hij daarbij koos voor de lithografie, past in een bescheiden opleving van deze techniek, die vooral voor commerciële doeleinden werd gebruikt, maar ook door kunstenaars als Manet, Fantin-Latour en Redon was ontdekt. De opeenvolgende bladen laten mooi zien hoe Gauguin steeds meer grip krijgt op de techniek van het tekenen op zink. In het frontispice maakte hij nog een klassieke beginnersfout: hij vergat blijkbaar dat de voorstelling in spiegelschrift gedrukt zou worden, waardoor geschreven teksten achterstevoren staan. Gaandeweg zie je dat Gauguin handiger werd in het tekenen en schilderen op zink en dat het hem lukte om verschillende grijstinten en structuren te verkrijgen. Terwijl hij begon met tekenen met lithografisch krijt, beproefde hij in latere bladen de verschillende mogelijkheden van tusche, zoals de inkt voor lithografieën genoemd wordt. Ook experimenteerde hij met ongebruikelijke composities. In een van de prenten verruilde hij het rechthoekige formaat voor een waaiervorm. In een ander blad steken twee hooimijten uit het kader, en voegde hij twee hondjes toe die als het ware buiten beeld blijven.

Zoals gezegd kwam het initiatief voor de Volpini-serie van Theo van Gogh, die wist dat zo’n onderneming een gunstige uitwerking kon hebben op de verkoop van Gauguins schilderijen. Als gérant van de firma Boussod, Valadon & Cie kende hij de mogelijkheden van zulke uitgaven als geen ander. De timing van de serie had in elk geval niet beter kunnen zijn. Gauguin presenteerde zijn map op de Exposition Universelle van 1889, de vierde en meest ambitieuze in een reeks tentoonstellingen die door de Franse staat was georganiseerd en die uiteindelijk achtentwintig miljoen (!) bezoekers zou trekken. Naast de allerlaatste technologische snufjes, een village nègre met mensen uit verre oorden en geschilderde panorama’s telde de tentoonstelling ook een aantal kunsttentoonstellingen. Op de Exposition Décennale werd kunst van de laatste tien jaar getoond, terwijl op de Exposition Centennale een eeuwoverzicht werd gepresenteerd. Gauguin bedacht een alternatief voor dit officiële kunstprogramma, om zijn eigen werk en dat van zijn kunstenaarsvrienden te promoten. Samen met collega-kunstenaar Emile Schuffenecker organiseerde hij een tentoonstelling in het Café des Arts op het festivalterrein. De directeur van het etablissement heette Volpini, de naam die uiteindelijk verbonden werd aan zowel de tentoonstelling als de grafiekmap.

Het Van Gogh Museum heeft het grootste deel van deze Volpinitentoonstelling kunnen reconstrueren. Omringd door tientallen caféstoelen worden op bruine wanden schilderijen getoond die destijds op de tentoonstelling in Café des Arts hingen. Naast werk van Gauguin zelf ook werk van Schuffenecker, Charles Laval, Emile Bernard, Louis Anquetin en andere gelijkgestemden. Hoogtepunt van deze selectie is ongetwijfeld het prachtige doek Dans les vagues, een ongebruikelijke compositie waarin een vrouwelijk naakt is afgezet tegen een groene branding. Grote afwezige in Café des Arts was Vincent van Gogh, die door zijn jongere broer Theo buiten de tentoonstelling werd gehouden. Want Theo, die zijn best deed om het werk van Gauguin te promoten, was niet gelukkig met de Volpinitentoonstelling. De kunsthandelaar probeerde Gauguins werk door stille en strategische diplomatie aan de man te brengen, niet door al te luid klaroengeschal. Vreemd genoeg lijkt ook Gauguin zelf op het laatste moment afgehaakt te hebben. Hij liet het organisatorische werk grotendeels over aan Emile Schuffenecker, terwijl hij zelf naar Bretagne vertrok, op zoek naar het eerlijke boerenleven. En toen de tentoonstelling, na allerlei wijzigingen in de oorspronkelijke opzet, uiteindelijk openging, werd duidelijk dat het publiek vooral afkwam op de vrolijke sfeer, waarin het caféorkest onder leiding van ‘prinses Dolgorouky’ een hoofdrol speelde. De lithografische map van Gauguin hing niet aan de muur, maar was opvraagbaar aan de bar. Ook verschenen er maar mondjesmaat recensies over de expositie. Zo ontstaat toch een beeld van een expositie die een groots statement voor de nieuwste kunst had moeten worden, maar die destijds vooral functioneerde als een aardige voetnoot in de marge van de wereldtentoonstelling.

Als derde onderdeel van Paul Gauguin: De doorbraak naar moderniteit wordt de thematiek van de Volpini-serie verder uitgediept. Dit onderdeel, in de bovenzaal van de tentoonstellingsvleugel, is zonder meer het mooiste van de tentoonstelling omdat er verrassende en veelal onbekende kunstwerken met elkaar worden geconfronteerd. De iconografie van de Volpini-serie vinden we hier terug in schilderijen, tekeningen en prachtige houten en ceramische beelden. Je herkent afzonderlijke thema’s in de exotische landschappen van Martinique, de boerinnen uit Pont-Aven en de melancholische Arlesiennes. Tegelijk stelt zich de vraag in hoeverre de Volpini-serie op zichzelf baanbrekend was, zoals het Van Gogh Museum suggereert. Want de indruk is toch vooral dat de map met elf zinkografieën gewoon op een cruciaal moment in Gauguins leven is gemaakt en dat ze onderdeel vormt van een veel langere ontwikkeling.

 

Paul Gauguin. De doorbraak naar moderniteit, tot 6 juni in het Van Gogh Museum, Paulus Potterstraat 7, Amsterdam (020/570.52.00; www.vangoghmuseum.com).