width and height should be displayed here dynamically

Pol Matthé: Unterschriften

Met Unterschriften realiseerde Pol Matthé een ingenieus samenhangende tentoonstelling in de Galerie Marion de Cannière in Antwerpen. Matthé is fotograaf van opleiding, maar het potentieel van het gevonden beeld, woord of object vormt de motor van zijn beeldende  praktijk, die erg contextgevoelig is en niet zelden in dialoog treedt met een specifieke ruimte.

Hij zette de architectuur van de galerieruimte bijna onmerkbaar naar zijn hand. Of preciezer gezegd: naar zijn lichaamslengte, die de hoogte van de drie deuropeningen bepaalde. De inrichting vroeg om een beweeglijk en associatief kijkgedrag: van inzoomen op details in de beeldruimte tot het scannen van alle uithoeken van de galerieruimte.

Een uitvoerige begeleidende tekst, geschreven door Delobel, lichtte de ontstaansgeschiedenis van de werken nader toe. De kunstenaar is niet alleen in zijn persoonlijke beeldbank, maar voor de gelegenheid ook in het Stadsarchief gedoken; dit om onderzoek te voeren naar de geschiedenis van het gebouw, waar ooit nog een drukkerij en een opslagplaats huisde. Zijn ogenschijnlijk karige buit bestond uit enkele zwervende woorden die uitgesneden waren in een reeks ingelijste vaalgrijze vellen karton: ‘Unterschriften’, ‘minuut’ en ‘bergen van hout’. In de alledaagse informatiestroom besteedt Matthé maximale aandacht aan een minimum aan media, en steunt hij op de constante wisselwerking tussen taal en beeld. Comme Floride is een uitgelezen voorbeeld. Bij het binnenkomen liep je recht op een overheadprojector waarop een transparant balletje lag met een merkwaardige inhoud: een afbeelding van een doorgesneden sinaasappel en het vrolijke opschrift ‘Florida’, ook wel bekend als the Sunshine State in de Verenigde Staten. Die connotatie vond haar echo in de schaduw die het balletje op het plafond wierp en waar je met enige fantasie een opkomende zon in kon zien.

Een balletje opgooien is zinspelend over iets beginnen te spreken, om voorzichtig een idee naar voren te brengen. Over de hele lijn van de tentoonstelling dienden cirkelvormige motieven als leidraad. De opvallendste cirkel was een secuur uitgesneden doorkijkgat in de muur waarover een grafische instructie van een basketbalmanoeuvre geprojecteerd werd (Murmur). De dubbelzinnigste: een vergeeld tijdschriftknipsel over een wetenschappelijk teamlid dat van het koude water drinkt uit een gat in het ijs, ingelijst achter glas met een uitnodigend kijkgaatje (Membre 1967).

En tot slot, de meest herkenbare: een ingelijst werkje waarin vier cirkels, wederom geperforeerd in een kartonnen passe-partout, elkaar volgens een lichte curve opvolgen (Trous blancs). De meanderende plaatsing van de cirkels deed denken aan John Baldessari’s gekende techniek, gebaseerd op toeval en repetitie, om een rechte lijn te bekomen door drie of vier ballen gelijktijdig in de lucht te gooien. Of naar de prijsstickers die Baldessari gebruikte, in navolging van galeriehouders, om de gezichten van de geportretteerden in zijn gevonden foto’s af te plakken en zich zo de personages toe te eigenen. Een van de uitgespaarde cirkels legde een fragment van een foto bloot die Matthé een paar keer eerder gebruikte: een zwart-witportret van een trio poserende petanquespelers.

Het opnieuw bewerken van bestaande werken is, net als het door elkaar gebruiken van verschillende talen, een expliciet teken van Matthés zoekende houding, die vraagt om een eveneens actief zoekende kijker. Hij stelt zich op als een tegenspeler die niet in zijn kaarten laat kijken, maar wel precieze clues aanbrengt. Zijn keuze van titels speelt daarin een rol. Want hoe je het Franse woord ook wil vertalen, een membre is een deel van een groter geheel. Unterschriften is de Duitse meervoudsvorm van ‘onderschrift’ (bij een afbeelding) of ‘handtekening’ (in dit geval van een kunstenaar). En murmur is, in het Engels, bijna altijd een zacht bijgeluid of een ‘gesluierde’ manier om zich uit te drukken.

Met Coal Age Man 1981 gaat Matthé nog een stap verder en gebruikt hij de plasticiteit van de taal om de verschillende woorden die in het titelwoord besloten liggen te ontsluiten. Op elk van de 21 lijsten waren verschillende lettercombinaties te lezen – zoals CO L AGE,  C    A     N en C  L   E  AN – op een met koolzwarte inkt bedrukte fond. Door weglating subtiel de nadruk leggen op de wijze waarop betekenis gereconstrueerd kan worden: dat is de mediumoverschrijdende methode van Matthé. En precies in het invullen van wat verhuld blijft, ligt het plezier van het kijken.

 

• Pol Matthé, Unterschriften, 5 september – 6 oktober 2014, Galerie Marion de Cannière, Pourbusstraat 3, 2000 Antwerpen (03/283.09.88; www.mariondecanniere.com).