width and height should be displayed here dynamically

Positions #6. Bodywork

Al enkele seizoenen organiseert het Van Abbemuseum Positions: een expositiereeks die telkens vijf kunstenaars bij elkaar brengt. De editie van dit jaar staat in het teken van het menselijk lichaam en heeft als (meerduidige) titel Bodywork. De uitgenodigde kunstenaars verkennen het spanningsveld tussen het menselijk lichaam en arbeid, en benadrukken met name de ethische vragen die dat oproept. Althans, dat is de belofte; niet alle kunstenaars hebben echter zo’n duidelijke of expliciete focus op het lichaam en/of arbeid.

De expositie opent met The Doors (2019) van Zach Blas. Boven een hoogpolig tapijt hangt een zestal schermen waarop pulserende metatronvormen worden geprojecteerd. Een dozijn kamerplanten, die niet zouden misstaan in een ontvangstruimte op de Zuidas, hongeren in het donker naar fotosynthese. In het midden staat, badend in groen neonlicht, een vitrine gevuld met stimulerende middelen. Blas’ kantoortuin on speed is een respons op de bedrijfscultuur in Silicon Valley, waar het inmiddels gebruikelijk is om geestverruimende middelen te slikken om harder en meer te kunnen werken. De psychedelische beelden op de schermen, alsook de titel van het werk, verwijzen naar rockster (en fervent drugsgebruiker) Jim Morrison, in de jaren zestig het icoon van de Amerikaanse hippiebeweging. Ironisch genoeg, zo lijkt Blas te illustreren, is het microdoseren van allerhande neuroboosters tegenwoordig de standaard bij ’s werelds grootste techbedrijven.

Praneet Soi maakte een tweedelig werk over de arbeidsomstandigheden van de medewerkers van Philips in Eindhoven én van een boerengemeenschap in Palestina. Centurion (2020), in de eerste zaal, verwijst naar de naam die werd gegeven aan de grootschalige reorganisatie van Philips in 1990, waarbij veel ontslagen vielen. Via een reeks schetsen op doek verbeeldt Soi een aantal huidige medewerkers van het elektronicabedrijf; een portretserie van bescheiden ogende, witte mannen van middelbare leeftijd. Soi voerde twee jaar lang regelmatig gesprekken met hen over ‘de bezieling van het vak’. Te midden van de portretten hangt een schematische afbeelding van ‘Philipsdorp’, de wijk die in 1910 werd opgericht om Philipsmedewerkers te huisvesten. Achter de pittoreske rode daken doemt een ruimteschipachtige constructie op: het Philips Stadion dat in 1998 geopend werd. De titelloze illustratie schept een vervreemdend beeld van het (op papier) romantische Philipsdorp, waar de woonsituatie van medewerkers gaandeweg een toeristische bezienswaardigheid wordt.

Verderop in de tentoonstelling wordt Anamorphosis. Notes from Palestine (2019) getoond, over de Palestijnse olijfolieproducent Canaan. In de installatie, die uit schilderijen, schetsen, notities en een videomontage bestaat, voert Soi het landschap op als metaforisch lichaam, en laat hij het contrast zien tussen het ‘paradijselijke’ landschap van Palestina en het feit dat het een vrijwel onmogelijke plek is voor commerciële activiteiten. Lokale ondernemers kunnen maar met moeite rondkomen als gevolg van de Israëlische bezetting. Veel Palestijnen zijn daardoor genoodzaakt om te emigreren, wat Palestina – op wrange wijze – voor hen een ‘vakantiebestemming’ maakt.

De volgende zaal biedt plaats aan de installatie No Such Organisation (2020) van Navine G. Khan-Dossos, een werk dat reflecteert op de toenemende onveiligheid van journalisten ten gevolge van onlinegeweld, bijvoorbeeld door de toepassing van spyware. De honderd gouaches richten zich in het bijzonder op de dood van de Saoedische journalist Jamal Khashoggi, die in 2018 op gruwelijke wijze werd vermoord in Istanbul. De zaak werd uitgebreid besproken in de Turkse media, maar Khan-Dossos vond het opvallend dat dergelijke artikelen altijd vergezeld gingen van een vrij betekenisloze stockfoto. De confronterende, fysieke realiteit van de moord bleef daardoor onderbelicht, aldus de kunstenaar. Als reactie maakte Khan-Dossos elke dag een schilderij met geometrische, arabeske tegelmotieven, gebaseerd op krantenartikelen over de zaak. Tussen die motieven duiken de symbolen van socialemedia-applicaties en bedrijfslogo’s op. De herkenbaarheid van de klassieke patronen (letterlijk: clichés) vormt een echo van de op nieuwssites figurerende stockfoto’s. Op een tweetal desktops in het midden van de installatie kunnen bezoekers de krantenartikelen opzoeken die aan de oorsprong van de schilderijen liggen.

Waar No Such Organisation zich baseert op een gewelddadige gebeurtenis, confronteert Interbody (2020) van Alja R. Steinvåg de toeschouwer direct met een beklemmend beeld. ‘Deze installatie bevat confronterende beelden’, waarschuwt niet voor niets een bordje bij de ingang. Op de grond ligt een levensgrote siliconenpop die, met een naald in de arm en de blik op oneindig, in verdoving lijkt weggezakt. De zaaltekst licht toe dat de pop Michael Mastromarino voorstelt, een Amerikaanse kaakchirurg die verslaafd was aan pijnstillers. Nadat hij op non-actief werd gesteld, maakte hij zich schuldig aan orgaanhandel. Mastromarino ‘oogstte’ de organen via samenwerkingen met verscheidene begrafenisondernemers, die hem de dode lichamen aanboden voordat ze werden opgebaard. Aan de muur zijn plankjes bevestigd waar mensenbotten op liggen, voorzien van op pvc-buizen lijkende plastic spalkjes, die Mastromarino gebruikte om de holtes van de weggesneden organen te camoufleren, zodat de nabestaanden niets zouden merken.

In de volgende zaal is de operatiezaal van Mastromarino nagemaakt, inclusief siliconenlijk op een lijkschouwingstafel en een stapel FedEx-dozen waarin de organen werden verscheept. Ondanks al deze cynische bombast ontkomt Interbody aan de kitsch van het horrorfetisjisme. Steinvåg onderstreept de droge logistiek van Mastromarino’s praktijk. De plastic spalkjes en FedEx-dozen laten zien hoe berekend en pragmatisch Mastromarino te werk ging. Zulk realisme maakt het griezelig.

De meeste werken in Bodywork onthullen confronterende waarheden over hedendaagse arbeidsomstandigheden en exploitaties van het lichaam. Eén werk valt uit de toon. Laure Prouvost schept met de ludieke installatie Swallowing breathing caring on the commons in our trapped love landscape excited to be with you (2020) een ‘zintuiglijk landschap’ waarin de bezoeker een geit volgt die de mensentaal onderzoekt via allerlei bizarre, wonderlijke objecten. Verspreid over een kunstmatig duingebied liggen de voorwerpen ter bewondering uitgestald. Een gebakken ei, een duif, een paar billen… Het werk van Prouvost biedt wellicht een vrolijke interruptie in dit duistere, laatkapitalistische geheel, maar de koddigheid heeft in deze context ook iets decadents.

 

Positions #6. Bodywork, tot 26 september in het Van Abbemuseum, Stratumsedijk 2, Eindhoven.