width and height should be displayed here dynamically

Raphaela Vogel. KRAAAN

Raphaela Vogel, A Woman’s Sports Car, 2018, courtesy van de kunstenaar, BQ, Berlin, foto Eddo Hartmann

In het midden van de museumzaal staat een sportauto op een platform dat langzaam ronddraait. Het is een Spitfire, een Engels model dat ooit werd aangeprezen als ‘sportwagen voor de vrouw’. Een zwartglanzende haarvlecht op de zitting moet het kittige karakter benadrukken; op de kentekenplaat staan de letters M-AMA. De twee koplampen projecteren videobeelden in de vorm van kattenogen die traag over de wanden glijden. De opnamen zijn gemaakt met een lens van 360 graden, waardoor de horizon soms kromt tot een volmaakte cirkel die goed de pupil van een oog zou kunnen zijn. Een kunstig gecoiffeerde poedel markeert enthousiast plassend zijn territorium, terwijl muziek uit een parfumreclame voor Chanel klinkt. A Woman’s Sports Car (2018) zinspeelt op allerlei gemeenplaatsen, over vrouwen, auto’s, poedels, en over het kunstbedrijf. Zoals de hond zijn domein afbakent en zijn gedrag de grenzen van de museale betamelijkheid aftast, zo markeert Raphaela Vogel (1988) haar artistieke positie door vooringenomen denkbeelden met speels plezier te ontregelen.

Het ingesleten vooroordeel dat vrouwen niet kunnen autorijden bijvoorbeeld, wordt gelogenstraft in de video-installatie Einparken (2013-2018). De beelden zijn gefilmd door de zijruit van Vogels bestelbus, die met knarsende banden in één vloeiende beweging achteruit wordt ingeparkeerd. Het dierenvel dat als filmscherm dient, hangt in een frame van verchroomde buizen, waarmee binnen de museumruimte een eigen parkeerplaats wordt gecreëerd. Vogel voltooit haar werken pas wanneer ze die op locatie installeert. Weinigen zijn daar zo bedreven in als zij. Haar tentoonstelling in De Pont bestaat uit een dozijn installaties waarin sculptuur, video, performance en muziek in een verrassende mise-en-scène samenkomen.

In de vroege video’s uit 2011 zien we de kunstenaar in haar atelier à la Bruce Nauman prutsen met allerlei materialen en gereedschappen, zoals een camera aan een elastiek. Vogel werkt steevast alleen, zonder crew; ze doet alles zelf, van camerawerk tot montage en geluid. In vrijwel alle video’s verschijnt ze zelf in beeld. Tegelijk is zij ook degene die met behulp van een drone of een selfiestick regisseert hoe ze wordt bekeken.

In Uterusland (2017-2019) roetsjt ze door een waterglijbaan met een levensechte babypop, alsof moeder en kind samen door hetzelfde geboortekanaal glibberen. Aan het plafond hangen afgietsels van drainageslangen van een volautomatische melkmachine. De titel van de installatie suggereert een attractie in een pretpark, in de vorm van een gigantische baarmoeder wellicht, maar in de gefilmde performance oogt de doorweekte kunstenaar eerder uitgeput en afgemat dan ontspannen. Vogel waakt ervoor haar publiek volledig onder te dompelen in een hypnotische roes. Haar burleske over baren en borstvoeding heeft het aandoenlijke van schuifdeurtheater dat door zijn onvolkomenheid altijd als schouwspel transparant blijft.

Her en der in de tentoonstelling blijkt de liefde van de kunstenaar voor de volkse oorsprong van de entertainmentindustrie, voor slapstick, carnaval en circus. In Können und Müssen (2022) wordt een groot anatomisch model van een penis voortgetrokken door een stoet giraffen van polyurethaan, ingespannen met een koperen ketting die als een slap urinestraaltje uit de plasbuis komt. Blijkbaar neemt deze praalwagen van prostaatproblemen de almacht van de mannelijke potentie niet al te serieus.

De omvangrijke installatie Rollo (2019) bestaat uit een tiental reusachtige schaalmodellen van bekende bouwwerken, afkomstig uit een voormalig attractiepark. Het Vrijheidsbeeld, de Tower Bridge, de Arc de Triomphe, de bezienswaardigheden horen letterlijk en figuurlijk tot de hoogtepunten van de westerse beschaving. Ze worden onderling verbonden door buizen die in het midden samenkomen in een constructie die is volgehangen met ronde, metalen luidsprekers en daardoor wel iets weg heeft van het Brusselse Atomium. Uit de speakers klinkt Nina Simones ‘Ain’t Got No, I Got Life’, de bitterzoete klaagzang van een vrouw die niets bezit behalve haar lichaam en haar leven. Boven dit Madurodam van de vrije wereld torent een ledscherm met duizelingwekkende beelden van Vogel die hoog op een bouwkraan is geklauterd. Je zou er een spiegel van westerse hoogmoed in kunnen herkennen, maar ook een ode aan filmmaker Helke Sander, die in 1985 reconstrueerde hoe een jonge moeder met twee kleine kinderen een bouwkraan in Hamburg beklom en dreigde te springen als ze geen betaalbare woonruimte zou krijgen. Sanders ijzingwekkende film – zeer ongeschikt voor kijkers met hoogtevrees – is elders in de tentoonstelling te zien, samen met een gruizige muziekdocumentaire uit 1980 over krakers, punks en antifascisten in West-Berlijn. In beide films wordt roekeloze creativiteit gemobiliseerd in de strijd tegen het grootkapitaal.

Aantekeningen over ‘Das Verhältnis von Sein und Bewusstsein im System des Kapitalismus’ volgens Karl Marx zijn te lezen in The (Missed) Education of Miss Vogel (2021), dat bestaat uit een reeks beschilderde hertenhuiden. Als een soort sjamanistische schoolschriften weerspiegelen ze de kennis die de kunstenaar gedurende haar leerjaren heeft opgedaan: over de correspondentie tussen beeld en geluid in de films van Eisenstein bijvoorbeeld, de dressuur van paarden, en Bourdieus theorie over de correlatie tussen inkomen en smaak. Op een van de dierenvellen prijkt Johann Wolfgang von Goethe naast Rudi Carrell. De Alkmaarse koning van het Duitse televisieamusement had ooit een hit met de meezinger ‘Goethe war Gut’, waarin hij de rijmkunsten van de gevierde dichter prees (‘Goethe war gut / Man, der konnte reimen!’).

Wat Vogels tentoonstelling zo inspirerend maakt, is het gemak waarmee de kunstenaar zich vrijelijk allerlei cultuuruitingen toe-eigent, van sportwagens tot schlagers, en deze weet in te zetten voor spitsvondige speculaties over de maatschappelijke betekenis van kennis en kunst vandaag. Wie bepaalt het beeld? Wie kijkt toe? Leent kunst zich nog voor subversief verzet? En hoe onschuldig is amusement? Met grote, theatrale gebaren brengt Raphaela Vogel zogenaamde zekerheden over gender en klasse aan het wankelen. Haar tentoonstelling is een overtuigend bewijs dat buiten de pot plassen verfrissend kan zijn.

 

• Raphaela Vogel. KRAAAN, tot 27 augustus, De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg.