width and height should be displayed here dynamically

Katja Novitskova. Model Earth

Katja Novitskova, Pattern of Activation (C. Elegans), 2023, courtesy van de kunstenaar en Kraupa-Tuskany Zeidler

In de lichte vleugel boven in het Fries Museum komen oeroude rotstekeningen samen met algoritmisch gegenereerde beelden. Voor haar solotentoonstelling Model Earth wilde Katja Novitskova (1984) de bezoeker het gevoel geven door hedendaagse grotten met kunst te lopen. Tussen herkenbare Novitskova-beelden als de serie Invasion Curve (2017) – aan het plafond hangen digitale prints op polyurethaanwas in organische vormen— zijn op de witte muren meer dan levensgrote tekeningen aangebracht die variaties lijken op prehistorische rotstekeningen. De tekeningen zijn zo abstract dat het zowel mensen als planten of dieren kunnen zijn, en ze nemen zelfs de vorm van sporen aan. Dit is een belangrijk thema in Novitskova’s werk: de abstractie van data, algoritmes en kunstmatige intelligentie, die het synthetische met het ‘natuurlijke’ verbindt en daardoor vervaagt.

Model Earth is verdeeld over vier kleine ruimtes en toont zeer recent en veel ouder werk, maar voelt aan als een enkele installatie met meerdere componenten. Dat pakt goed uit. Het maakt het mogelijk verbanden te leggen binnen het oeuvre van de kunstenaar. Op zichzelf staand zijn de werken soms obscuur. Wat betekent bijvoorbeeld de tekst ‘start-bias encoded- finish’ op een doorzichtig stuk zwevend plastic? Al heen en weer lopend door de ruimtes beginnen overeenkomsten tussen vormen, kleuren en materialen op te vallen. Wat dat betreft had de expositie best nog groter mogen zijn; dit werk komt binnen het bredere oeuvre beter tot zijn recht.

Novitskova bracht in 2010 de culthit Post Internet Survival Guide uit: een handleiding voor de complexiteit van de digitale informatiestroom. Daarbij legde ze het virtuele en digitale domein vast in een materieel object – een boek en een installatie. Dat procedé past ze ook toe in het recentere Annual Report (2018). Het gaat om prints, gebaseerd op datasets, die zijn aangebracht op rechthoekige platen die doen denken aan een kleitablet, zij het dat deze klei synthetisch is. Op een van die tabletten staat in grote letters ‘Rate of Extinction’. Het is een omineuze, roodgekleurde grafiek die steil omhoogschiet in het meest recente tijdvak; jaartallen ontbreken. In het bijschrift valt te lezen dat Novitskova zich heeft gebaseerd op klimaat- en biodiversiteitdata. De prints zien er door hun vorm (de ‘kleitablet’) ‘gedateerd’ uit. Nieuwe informatie overschrijft in een razend tempo oudere informatie.

Door die algoritmisch gegenereerde beelden vast te leggen op klassieke culturele dragers laat Novitskova de kijker opnieuw nadenken over de betekenissen van afzonderlijke beelden die in een eindeloze digitale stroom zelden beklijven. Op een van de werken uit de serie Earthware (2019) staat bijvoorbeeld een gnoe. Zijn oog licht oranje op in de camera. Hij is vastgelegd op 13 juni 2017 om 23.21 uur met een wildcamera. De datum staat in de zwarte rand van het digitale beeld, dat is geprint op een grote aluminium plaat. Gaten in de plaat zijn opgevuld met zilveren nagellak. Een mensachtige figuur, zoals op de rotstekeningen elders in de tentoonstelling, is door Novitskova naast het dier geplaatst.

Bij deze beelden wordt gebruikgemaakt van fotografie, en daarmee is de verwachting gewekt van loutere representatie. Maar de technologie waarmee de beelden zijn verzameld omvat meer dan een camera die vastlegt, namelijk ook een algoritme dat beeld genereert. Die digitale momentopname krijgt hier de status van kunst, op een rechthoekig ‘doek’ op een witte museummuur. De gnoe was daar, keek recht naar de lens en werd het middelpunt van het werk.

De gecombineerde installatie Pattern of Activation (C. elegans) uit 2017 lijkt dan weer op het decor van een twintigste-eeuwse sciencefictionfilm. Op een spiegelvloer krioelen aluminium spiralen, van waaruit wormachtige wezens oprijzen, geprint op epoxyplastic. Uit hetzelfde materiaal zijn grijze eieren gemaakt, die ook een uitvergrote microscopische opname zouden kunnen zijn van bacteriën, virussen of sporen. Grijs en zilver wisselen af met rood, oranje, paars en neongroene vlekken. ‘Caenorhabditis elegans’ is de naam van een rondworm waarvan het genoom volledig is ontcijferd en waarvan een complete digitale simulatie bestaat. Deze worm wordt veelvuldig gebruikt in laboratoriumonderzoek. Het nietige, maar voor de technologie zo belangrijke wezen wordt door de kunstenaar tot hoofdrolspeler verheven in zijn eigen set. De C. elegans is hier een acteur, geen anoniem proefkonijn.

De nieuwe video-installatie Gardens of the Galaxy (2023) biedt een zeer snelle opeenvolging van beelden. Zo snel dat je niet alles kunt onderscheiden, en er ook niet al te lang naar kunt kijken. Een aantal beelden zijn op den duur herkenbaar: een hert, zebra, luipaard, gnoe, konijn, raaf, emoe, gazelle, mens en bizon. Ze zijn gesnapt op verschillende plekken op aarde, door verschillende wildcamera’s op verschillende tijdstippen. Het getik en geruis van de beelden vormt een compositie op zich. Het oplichtende oog van de gnoe, slechts een fractie van een seconde te zien, is een visuele echo van de oplichtende ogen van zijn op doek vastgelegde ‘individuele’ soortgenoot uit de reeks Earthware.

De wildcamerabeelden in Gardens of the Galaxy worden afgewisseld met gepixelde beelden, bolletjes die bloedcellen blijken te zijn. Een enorme hoeveelheid aan plaatsen, tijden, organismes wordt hier samengeperst tot een video van nog geen minuut. In de begeleidende zaaltekst staat vermeld dat de beelden uit datasets afkomstig zijn die door vrijwilligers geïndexeerd worden om AI ‘te trainen in het herkennen van beelden’. De nadruk van de tentoonstelling lijkt zo vooral te liggen op hoe de mens omgaat met natuur en technologie, of dat nu een kleitablet, rotstekening of dataverzameling is. Wie de zaalteksten als ondersteuning beschouwt in plaats van als duiding, kan ook uitkomen bij een andere vraag, die impliciet door Novitskova’s werk wordt gesteld: wat als wij onszelf in de bizon, de gnoe of in de C. elegans herkennen? Het doet denken aan wat mediatheoreticus Bogna Konior schreef: dat in relatie tot technologie mensen ook voor de vraag staan wat het onmenselijke in hen is, en hoe ze zichzelf definiëren in relatie tot dat onmenselijke, dat zowel dier als algoritme kan zijn.

 

• Katja Novitskova. Model Earth, tot 2 september, Fries Museum, Wilhelminaplein 92, Leeuwarden.