width and height should be displayed here dynamically

Suchan Kinoshita

Wie voor eind februari het Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen wil betreden, stuit op een dichtgetimmerde hoofdingang. De Duits-Japanse kunstenares Suchan Kinoshita heeft de toegang tijdelijk naar de nooduitgangen verlegd. Deze operatie maakt deel uit van het tiental ingrepen waarmee Kinoshita de ruimtes, het parcours en de werking van het museum naar haar hand heeft gezet, om er haar eigen ruimtes en haar eigen ‘kunstwereld’ te installeren. Ze vervangt het amechtige zalenplan door een doorlopende wandeling tussen beide uiteindes van het langgerekte gebouw, een parcours dat opgeladen wordt met geluiden, animatiefilms, spaanhouten kamers en piepschuimwanden. Toch draait de tentoonstelling, getiteld eerste huwelijk, allerminst om een spel van ruimte, materiaal en zintuiglijke prikkeling. Doorheen alle operaties op het MuHKA-gebouw hertekent Kinoshita in de eerste plaats de relationele ruimte tussen bezoekers en kunst; voortdurend varieert ze de afstand tussen publiek, museum en tentoonstelling. Dit uitgangspunt maakt van eerste huwelijk zowel een artistieke speelplaats als een conceptuele hersenbreker voor het museumpubliek.

Het activeren van de intellectuele vermogens en de ontdekkingsdrift van het publiek komt wel vaker voor in de hedendaagse kunst. Dit soort public art wil niet zozeer kunst vóór als wel kunst mét het publiek maken. Onder de stimuli om het publiek te activeren, keren een aantal elementen voortdurend terug; de tentoonstellingen bestaan uit een serie kleine installaties, opgebouwd uit verschillende doe-het-zelfmaterialen (piepschuim, spaanplaten, siliconen of leidingbuizen) en gestoffeerd met persoonlijke of alledaagse objecten (stof, doosjes, kledingstukken…). Bovendien gaat het vaak om installaties die pas inzichtelijk worden wanneer men ze in werking zet – door voorwerpen op te nemen en te betasten, of door één of andere geënsceneerde observatiepost te bezetten. Het is echter niet altijd de onmiddellijke ambitie van dergelijke kunst om de bezoeker in een complete enscenering te laten meedraaien; het gaat veeleer om het moment waarop de bezoeker al spelend de interne logica en samenhang van de tentoonstelling inziet, en ontdekt welke plaats hij of zij daarin zelf inneemt.

In het MuHKA laat Kinoshita die aha-erlebnis ontstaan door bezoekers in de rol te brengen van een rondlopend theaterpubliek, een methode die in de flyer bij de tentoonstelling gerelateerd wordt aan de theateropleiding van de kunstenares. Bij het betreden van het museum door de tijdelijke ingang kom je meteen tussen de verschillende piepschuimen en bordkartonnen kamers terecht. De muren en vloeren van het museum zijn herleid tot een ononderbroken achtergrond voor de verspreide kamers. Op alle muren van het museum hangen bordjes op ooghoogte, met daarop de naam van een bepaalde persoon die Kinoshita ontmoet heeft en de datum van die ontmoeting. De vloer is bedekt met geperforeerde perskartonplaten, die een pad vormen dat de verschillende zalen aaneenschakelt. De kamers draaien telkens letterlijk om het thema ‘iemand te kijk zetten’. In het werk Staubstelle gebeurt dat door het ontleden van de inhoud van een stofzuigerzak: stof, haren en allerlei kleine rommel geven een intiem beeld van een persoonlijk huishouden. Observatoire is dan weer een installatie waar het publiek en de opzichters van het museum onderling van rol wisselen door een spel met camera’s, video’s en houten rekken. De laatste en veruit grootste installatie, Tomatentraum I, valt samen met de driehoekige zaal aan het uiteinde van het museum. Ze bestaat uit verschillende kleine kamers en wanden. Een eerste kamer is ontoegankelijk; door een micaraam zien we het wanordelijke interieur. Iets verderop staat, voor de museummuur, een wand waarop een getekende film wordt geprojecteerd die de driehoekige zaal waarin we ons bevinden in klare lijnen natekent. Het beeld draait rond, tot het stilgezet wordt bij twee echte, levensgrote personages die op stoelen tegenover elkaar zitten. Ze pakken appels op van een hoopje dat naast hen ligt en gooien die terug. Niet ver van deze projectiewand staan twee fauteuils tegenover een groot raam van de museumzaal. Wie erin gaat zitten, kijkt uit op de Scheldekaaien. Tegen een andere muur staat nog een ineengetimmerde kamer die dit keer wel toegankelijk is. Vanaf de banken in de kamer krijg je uitzicht op de geprojecteerde animatiefilm in de zaal, en je hoort hier nu ook de geluidsband die bij de getekende film hoort. De afstand die de afgesloten kamer creëert tegenover de zaal en de projectie, zorgt er voor dat andere bezoekers die in de zaal voor de projectiewand lopen, eenzelfde rol krijgen als de levensgrote personages in de animatiefilm. De twee naar buiten kijkende fauteuils herhalen deze toeschouwerservaring voor de passanten buiten het museum. Op dezelfde manier wordt duidelijk dat de personen op de naambordjes een achtergrondpubliek vormen voor de tentoonstelling en voor Kinoshita’s werk. Dit uitgangspunt vormt de rode draad in de tentoonstelling, en wordt door de afzonderlijke werken uitgediept. Hoe flexibel Kinoshita die ervaring van het publiek wel uitspeelt, komt nog het best naar voren in de dubbelinstallatie eerste huwelijk/tweede huwelijk, die ook de titel van de tentoonstelling opleverde. Het ‘huwelijk’ bestaat voor Kinoshita uit het tijdelijk vastleggen van de afstand tussen twee personen – ‘tijdelijk’, want het gaat uitdrukkelijk om een eerste of tweede huwelijk. In een kamer vol kerkstoelen kijk je naar een trouwceremonie in een animatiefilm. De raadselachtige woorden die op het scherm worden geprojecteerd, krijgen pas betekenis als je ze leest in het licht van die mettertijd veranderende afstand. Terwijl het publiek deze ceremonie bekijkt en er tegelijk deel van uitmaakt, draait achterin de zaal een luxaflex open. Geruisloos worden het huwelijk en de gasten deel van een voorstelling voor een ander publiek, in de kamer achter de luxaflex. Kinoshita speelt niet zomaar een voorspelbaar spel van zien en gezien worden, ze manoeuvreert de bezoeker in een voortdurend verspringend standpunt ten opzichte van de installaties, het museum en zichzelf.

 

• De tentoonstelling eerste huwelijk van Suchan Kinoshita is tot 23 februari 2003 te zien in het MuHKA, Leuvenstraat 32, Antwerpen (03/238.59.60; info@muhka.be of www.muhka.be).