width and height should be displayed here dynamically

Taryn Simon. A Living Man Declared Dead and Other Chapters.

Op de dag dat de omstreden doodstraf van Troy Davis in de Verenigde Staten werd uitgevoerd, opende de tentoonstelling A Living Man Declared Dead and Other Chapters van Taryn Simon in de Neue Nationalgalerie te Berlijn. Deze tentoonstelling is sinds mei van dit jaar ook in Tate Modern in Londen te bezichtigen en zal volgend jaar in het MoMA in New York te zien zijn.

Het samenvallen van de opening van de tentoonstelling met de hevig bediscussieerde excecutie was niet toevallig. In Taryn Simons eerste serie The Innocents (2003) documenteerde de fotografe onterecht ter dood veroordeelde mensen in de Verenigde Staten die op grond van DNA-tests uiteindelijk werden vrijgesproken. Hierbij ging de kunstenares in op de rol van de fotografie in het veroordelingsproces. De fotografie initieerde immers deze juridische missers, na een onjuiste identificatie door getuigen of slachtoffers op basis van een signalementsfoto. Simon fotografeerde de na jaren vrijgekomen onschuldige gevangenen op de plaats van het delict of van hun alibi, waardoor de fotografie opnieuw een verwrongen reconstructie van de situatie oproept. In het project An American Index of the Hidden and Unfamiliar uit 2007 hield Simon de Verenigde Staten een spiegel voor. Op zoek naar gebeurtenissen die aan het zicht van de samenleving waren onttrokken, toonde zij de donkere kamers van de Amerikaanse maatschappij, zoals het Cryonics Institute in Michigan, waar mensen zich na hun dood laten invriezen in de hoop ooit door een nieuwe methode weer tot leven te worden gewekt. Simon onthulde de verborgen geschiedenissen met een vaak koel, indringend perspectief en legde zo de dualistische moraal van haar vaderland bloot.

Haar laatste project, A Living Man Declared Dead and Other Chapters, ontstond in de periode 2008-2011. Het draait rond bloedverwantschappen tussen mensen en bijbehorende familiegeschiedenissen. Simon reisde de hele wereld rond om haar materiaal te verzamelen. De onophoudelijke keten van geboorte tot sterfte met de gerelateerde verhalen van lokale dynastieën ordende ze in achttien hoofdstukken. Met de dikwijls beklemmende uitkomsten van haar vorige series in het achterhoofd verwacht men ook bij deze serie geen vrolijke familiekiekjes.

De titel van de tentoonstelling verwijst naar het hoofdstuk over Shivdutt Yadav, een Indiër, die er op een goede dag tijdens een bezoek aan het lokale gemeentebureau achter kwam dat hij samen met zijn twee broers en zijn neef als overleden stond geregistreerd. Bij navraag bleek dit te zijn gebeurd om het stuk land dat zijn familie bezat te kunnen verkopen aan iemand anders. Sinds 2001 probeert Yadav een rechtszaak tegen de huidige landeigenaren aan te spannen, maar door corruptie zal het waarschijnlijk tot aan zijn werkelijke dood een verloren zaak blijven.

Ieder hoofdstuk is in drie subhoofdstukken onderverdeeld. Zware antracietkleurige lijsten klemmen de afzonderlijke deelhoofdstukken in en corresponderen met de beladen thema’s alsook met de zware architectuurelementen van het gebouw, zoals de granieten steunpilaren. Het eerste gedeelte kan men van links naar rechts lezen en toont portretfoto’s van alle levende leden van een familie. In de grootformaatfoto’s wordt de geportretteerde sereen tegen een witte wand afgebeeld. Het tweede subhoofdstuk somt de namen van alle familieleden op, aangevuld met leeftijd en bezigheden. Tevens vertellen de gedetailleerde, op een zakelijke toon geschreven teksten in dit onderdeel over de opmerkelijke familiegeschiedenissen. Het rechtergedeelte laat vervolgens Taryns ‘voetnoten’ zien, foto’s die het verhaal visueel ondersteunen en als toevoeging op de sobere portretfotografie kunnen worden opgevat. Dit gedeelte getuigt dikwijls van het gewelddadige karakter van de verhalen, zoals dat over een albino babylijkje in Tanzania. Albino’s vallen in dit land vanwege de vermeende toverkacht in hun ledematen nog steeds ten prooi aan mensenjagers die de lichaamsdelen voor een hoge prijs aan tovenaars verkopen. Sommige leden van families waar het ontbreken van huidpigmenten voorkomt, lopen in dit land constant het gevaar te worden omgebracht.

Hoewel de fotografie esthetische gelijkenissen vertoont met de portretfotografie van Rineke Dijkstra, zijn ook de verschillen onmiddellijk duidelijk. De verhalen die de stambomen, bloedverwantschappen en erfelijke factoren met elkaar verweven, maken de uit balans geraakte levenssituatie, de sociale afgrond of zelfs de dood van het gedocumenteerde subject aanschouwelijk. Deze koelbloedige relazen zijn onlosmakelijk verbonden met het ambigue beeldmateriaal. Simon verleent haar frontale portretten een natuurwetenschappelijk karakter.

Niet de beelden zelf zijn confronterend, wel het feit dat je als toeschouwer in het ongewisse blijft over de afloop van een onacceptabele situatie. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de weeskinderen in de Oekraïne? Zijn ze daadwerkelijk gedoemd om in de prostitutie of criminaliteit terecht te komen of zelfs zelfmoord te plegen, zoals de statistische prognose voorspelt? Het is bewonderenswaardig hoe Simon erin is geslaagd het oneindige, complexe netwerk van familiaire verhoudingen en de externe invloeden die erop inwerken – zoals politieke macht, religie en lokale gewoontes – te ontrafelen en visueel te vertalen.

 

Taryn Simon. Living Man Declared Dead and Other Chapters, nog tot 1 januari 2012 in de Neue Nationalgalerie in Berlijn, Potsdamer Straße 50, 10785 Berlin (030/26.64.24.242, www.neue-nationalgalerie.de), en tegelijk tot 2 januari 2012 in Tate Modern, Bankside, London SE1 9TG (020/78.87.88.88; www.tate.org.uk/modern) en zal vanaf 1 mei 2012 tot augustus 2012 in het MoMA in New York te zien zijn. Bij dit project verscheen een publicatie met teksten van onder meer Homi K. Bhabha en Geoffrey Batchen.