width and height should be displayed here dynamically

The Boat is Leaking. The Captain Lied

Vreemd dat het zeldzaam is: een decorontwerper die gevraagd wordt om een tentoonstelling in te richten, en een theatrale omgeving voor kunst te bedenken. Het was nochtans een van de redenen voor het welslagen van The Boat is Leaking. The Captain Lied, afgelopen zomer en herfst te zien in de Venetiaanse vestiging van de Fondazione Prada. Natuurlijk is Anna Viebrock (1951) niet zomaar een decorbouwer: al sinds het begin van de jaren 80 werkt ze samen met Duitstalige regisseurs als Renate Ackermann, Jossi Wieler en (recenter) Christoph Marthaler, en ze heeft van het ontwerpen van theaterdecors een kunst gemaakt, of ze heeft op basis van die activiteit een idiosyncratisch oeuvre opgebouwd. Het was Udo Kittelmann, directeur van de Berlijnse Nationalgalerie, die Viebrock uitnodigde om samen met kunstenaar Thomas Demand (1964) en schrijver en televisiemaker Alexander Kluge (1932) na te denken over een tentoonstelling. Om het ‘brainstormen’ te stimuleren, aldus Kittelmann, werd naar het trio een foto verzonden van een werk van Angelo Morbelli (1853-1919), een Italiaanse neo-impressionistische schilder. Giorni… ultimi! uit 1883 toont een zaal waarin een honderdtal grijsaards in zwart uniform op lange schoolbanken naast elkaar zitten. Om de een of andere reden dachten Kluge en Viebrock dat het schilderij een groep gepensioneerde matrozen weergeeft. Het was niet zo ver van de waarheid, want Morbelli heeft de reeks waarvan Giorni… ultimi! deel uitmaakt, geschilderd op basis van een fotoreportage in een van de allereerste Europese ouderlingentehuizen in Milaan. In de catalogus geeft Kittelmann toe dat hij niet in staat is om te reconstrueren hoe dit misverstand – of de overinterpretatie dat het om bejaarde zeelui gaat – in het leven werd geroepen. De gesprekken tussen Demand, Viebrock en Kluge kwamen in elk geval in het teken te staan van maritieme metaforen, iets wat nog werd versterkt door de locatie van hun groepstentoonstelling: het zeventiende-eeuwse Palazzo Corner della Regina, langs het Canal Grande in Venetië, een stad die op het water lijkt te drijven, en door het afhouden van de eigen ondergang al eeuwenlang vele wetten van waarschijnlijkheid tart. 

Het beslissingsproces achter de tentoonstelling was dus allesbehalve transparant te noemen, en net daarin lag de kern van de fantastische ervaring waartoe een bezoek kon uitgroeien. Veel bleef onuitgesproken; het onzekere bestaan van betekenissen werd onophoudelijk gesuggereerd, eerder dan dat feiten werden opgedrongen. Wanhoop over schipbreuken en andere catastrofen, of over een doodlopende wereldgeschiedenis in het algemeen, wisselde af met de suggestie van ongeëxploreerde opties en vergezichten. The Boat is Leaking. The Captain Lied slaagde er continu in een gevoel van nakende revelatie op te wekken, in plaats van een set activistische en onweerlegbare onderzoeksresultaten te presenteren – iets wat in de hedendaagse kunst de norm geworden lijkt, en waar even verderop ook de hoofdtentoonstelling op de Biënnale van 2017 zich meermaals aan te buiten ging. In een bijna polemisch contrast daarmee, groeide de samenwerking tussen Demand, Viebrock en Kluge uit tot een ode aan de kunstgreep, in het volle maar paradoxale besef dat steeds meer in onze maatschappij artificieel en vals is, maar dat kunst het domein blijft waarin de spanning tussen werkelijkheid en verzinsel het best wordt ervaren.

De tentoonstelling opende met Ampel, een video van Demand uit 2016, in een donker kamertje net voorbij de ingang: een verkeerslicht voor voetgangers, zoals steeds bij Demand griezelig precies in papier nagemaakt, wisselt af tussen rood en groen. Ondertussen zingt Leonard Cohen: ‘Everybody knows that the boat is leaking / Everybody knows that the captain lied’ – een nummer uit 1988, maar de synthesizermuziek en de backing vocals zijn vervangen door een dreigende soundscape van Tyondai Braxton, waardoor de stem van Cohen nog lager gromt dan gewoonlijk.

Meteen daarna kwam Viebrock in actie, die het tentoonstellingsparcours letterlijk in scène had gezet, al dan niet in samenwerking met de architectuur van het palazzo, van de piano terra over de primo tot aan de secondo piano nobile. Soms recupereerde ze decors uit voorstellingen: over de trappen van het palazzo lagen bijvoorbeeld lopers die ook in Riesenbutzbach. Eine Dauerkolonie van Marthaler uit 2009 dienstdeden. Elders maakte ze nieuwe elementen, zoals vier deuren op de benedenverdieping, twee links en twee rechts van de centrale hal met zuilen. De deuren, die niet geopend konden worden, suggereerden nogal sardonisch wat zich ook in dit palazzo zou kunnen bevinden, mocht Miuccia Prada niet in kunst investeren: een hotel; een nachtclub met als naam, in roze neonletters, ‘SAFARI’; een bouwwerf afgesloten door een tijdelijke deur in vezelplaat; of niets minder dan een elektriciteitscentrale, achter een stalen deur met een rooster. Op de eerste verdieping bouwde Viebrock de zaal uit Giorni… ultimi! van Morbelli na, en op houten banken kon er op iPads naar kortfilms van Kluge worden gekeken. Een van de deuren gaf toegang tot een witte moderne museumzaal, inclusief lichtgevend plafond, waarin werk van Morbelli werd getoond. Het meest fantastische moment in dit circuit van een twintigtal kamers, was de ruimte waarin een klein podium met coulissen werd geïnstalleerd (overgenomen uit Alban Bergs Lulu in de versie van Marthaler), waarover de bezoeker naar een backstage ruimte kon lopen, om daar een blik te werpen op Backyard (2014) van Demand, met een reconstructie van de achtertuin van een van de daders van de aanslag tijdens een marathon in Boston in 2013. Bij elke stap, elke wisseling van positie, elke deur die werd opengedraaid verscheen een ander, vaak even contrasterend als verwant, even speels als dreigend, facet van eenzelfde universum. Het is een procedé dat ook typisch is voor Kluges teksten en voor zijn langspeelfilms, zoals Der Angriff der Gegenwart auf die übrige Zeit uit 1985, die in een piepklein bioscoopzaaltje werd vertoond. Narratieve of historische continuïteit en volledigheid is in deze film – net als in Kluges gehele oeuvre – afwezig, en als er ergens zekerheden of inzichten te ontdekken zijn, dan niet in nadrukkelijk geconstrueerde kop-en-staart-verhalen, maar in de clash van anekdotes en personages die aanvankelijk niets met elkaar te maken lijken te hebben, en net daarom iets voor elkaar en voor de kijker kunnen betekenen. Met The Boat is Leaking, The Captain Lied toonden Kluge, Viebrock en Demand, samen en afzonderlijk, dat kunst nog steeds waarheden suggereert langs de omweg van de leugen, de constructie en de kunstgreep, en op die manier het wegzinken van de lekkende boot die wij de wereld noemen, mee blijft verijdelen.

 

The Boat is Leaking. The Captain Lied was te zien van 13 mei tot 26 november 2017 in Fondazione Prada, Calle Corner della Regina, 2215, 30135 Santa Croce, Venetië (041/810.91.61; fondazioneprada.org).