width and height should be displayed here dynamically

The Part In The Story Where The Part Becomes The Part Of Something Else

Witte de With haalt de banden aan met Azië. In 2012 trok het samen met de Chinese kunstinstelling Springworkshop de Singaporese kunstenaar-curator Heman Chong aan om een uitwisselingsprogramma te ‘modereren’ tussen Hong Kong en Rotterdam. Onder de toepasselijke titel Moderation(s) vonden in beide instellingen de afgelopen twee jaar discussies, workshops, performances, residenties, tentoonstellingen en een conferentie plaats. Er kwamen onderwerpen aan bod als de relatie tussen het woord en het ding, de kracht van het object als bemiddelaar van kennis en ervaring, en de grenzen van taal en spraak bij het ‘vertalen’ en begrijpen van objecten. De ideeën en theorieën die uit het project voortkwamen worden in The Part Of The Story Where The Part Becomes The Part Of Something Else in de praktijk gebracht. Het feit dat de titel gebaseerd is op een serie solotentoonstellingen, getiteld The Part Of The Story Where We Lost Count Of The Days I-III, over Chongs activiteiten als kunstenaar, schrijver en curator, doet de vraag rijzen of hier sprake is van een groepstentoonstelling of een uiting van Chongs eigen artistieke praktijken.

Uitgangspunt van de tentoonstelling is dat elk kunstwerk steeds naar het volgende verwijst, waardoor associatielijnen ontstaan die uiteindelijk alle werken met elkaar in verbinding zouden moeten brengen. ‘Als er verbindingen bestaan tussen de dingen, is het dan mogelijk deze verbindingen te zien als materiaal, als vorm, als aanzet tot spraak en verhalen? […] en wat is dan de verbindende taal?’, vragen Chong en co-curator Samuel Saelemakers zich in de tentoonstellingsgids af. In de opstelling van de werken van de ruim veertig deelnemende kunstenaars, onder wie de helft afkomstig uit Hong Kong, hanteerden zij principes als variatie en herhaling, gelijkenis en verschil, synchroniciteit en ontsporing, principes ontleend aan contactimprovisatie, de beroemde dansmethode van Steve Paxton. ‘De werken nemen de leiding: een dans, een gesprek, een verhaal ontstaat’, aldus de curatoren.

Welnu, welke associaties roept de combinatie van een bloemenboeket van Willem de Rooij en het plastieken equivalent van Kwan Sheung Chi – volgens het principe van gelijkenis en verschil – in de eerste zaal op? Vergankelijkheid, cultuur versus natuur, culturele en economische verschillen tussen Azië en het Westen? In relatie tot werken van Pierre Bismuth en Freek Wambacq kunnen de boeketten ook nog gaan over auteurschap, toe-eigening en authenticiteit. Bismuth toont twee niet aangesloten videoschermen met de titel In prevention of technical malfunction – Unplugged Bruce Nauman. Freek Wambacq heeft een kunstwerk van zijn partner en collega-kunstenaar Peggy Franck in een tapijt gerold. De Rooijs bloemenboeket is bovendien louter uit witte bloemen samengesteld, waarmee hij enerzijds verwijst naar de dominantie van wit in het presenteren van kunst sinds de jaren 60 en anderzijds naar het meerduidige idee van blank zijn. Vanuit dit aspect kan ook weer een relatie worden gelegd met het werk van Iván Argote elders in het gebouw, die een white cube in de vorm van een piñata maakte, waarmee hij het symbool voor de dominantie van westerse kunstopvattingen deconstrueert. Argotes notie van institutionele kritiek leidt vervolgens naar George Rickeys Two Vertical Rectangles Gyrating in de volgende zaal. Deze kinetische metalen sculptuur stond jarenlang in het centrum van Rotterdam, maar werd om veiligheidsredenen weggehaald. Het kunstenaarsduo Bik Van der Pol besloot vervolgens om het ‘werkloze’ kunstwerk de kunstruimte binnen te halen en een discussie over de functie en betekenis van kunst en kunstruimten op gang te brengen.

Het wordt niet duidelijk wat deze kritische werken vervolgens vandoen hebben met bijvoorbeeld de poëtische werken van On Kawara, Douglas Gordon en Felix González Torres, die door begrippen als tijd en ruimte met elkaar worden verbonden. Gordons poëtische spiegelzinnen ‘never again, for the last time’ en ‘ever again, for the first time’ kunnen echter wel weer worden gerelateerd aan het tekstuele en fenomenologische werk van Sharon Hayes (My Memory Translates Everything into Something Else) of van Ceal Floyer, die een van de muren van de tentoonstellingsruimte beplakte met een raster van bordjes met steeds dezelfde tekst: No position available. Zij verwijst met deze boodschap, die in de dagelijkse werkelijkheid de negatieve connotatie met werkloosheid heeft, heel letterlijk naar het ontbreken van een plek op de muur.

Tijd en ruimte, vergankelijkheid, institutionele kritiek, authenticiteit en auteurschap, global-local, de relatie tussen woord en beeld, vertaling, herinnering, ontmoeting, het object als drager van sociale, culturele, politieke of activistische betekenissen. Het is een kleine greep uit de rijstebrij van associatielijnen die zich in de tentoonstelling aandient. Hoewel zich af en toe creatieve en verrassende verbindingen voordoen, roept het geheel toch vooral de vraag op wat al deze thema’s nu eigenlijk met elkaar te maken hebben. Het theoretische ‘container’-concept van de tentoonstelling laat toe om eindeloos veel kunstwerken op eindeloos veel manieren met elkaar in verband te brengen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de presentatie vaak erg willekeurig overkomt.

 

The Part Of The Story Where The Part Becomes A Part Of Something Else, tot 17 augustus in Witte de With, Witte de Withstraat 50, 3012 BR Rotterdam (010/411.01.44; www.wdw.nl).