width and height should be displayed here dynamically

Tubes of Future Histories

Dasji-Dorzjo Itigilov, abt van een boeddhistisch klooster in een uithoek van Rusland, is in de jaren voor de revolutie een ware beroemdheid. Graven en grootvorsten maken lange reizen om hem te raadplegen. In 1926 acht hij, zesenzeventig jaar oud, de tijd gekomen om afscheid te nemen van de materiële wereld. Hij gaat in meditatie, zijn temperatuur daalt, het hart slaat nog slechts eens in de drie, vier minuten; na een week of wat is de ademhaling niet langer waarneembaar. Volgelingen smeren met klei zijn lichaamsopeningen dicht om het binnentreden van parasieten te verhinderen en plaatsen hem in een houten bekisting. Als deze tientallen jaren later wordt weggenomen – Itigilov zelf heeft deze exhumatie voor zijn afscheid beschikt – zit de monnik nog in dezelfde houding. De huid is gaaf, hij voelt een fractie warmer aan dan de omgeving, zoals die van een kleuter pas uit het zwembad. Doordat dit wonderbaarlijke verschijnsel zich rondspreekt krijgen de autoriteiten van de Sovjetunie lucht van het geval. Het lichaam wordt in beslag genomen, KGB-functionarissen drukken het in een liggende houding en begraven het in een vochtig veld. Tien jaar later wordt gecontroleerd wat er van Itigilov resteert: wat haren en nagels.

Een boeddhistische monnik, leider van een Russische sekte, keert in de jaren twintig van de vorige eeuw tot zichzelf in. Na enige maanden zijn er geen waarneembare lichaamsfuncties meer. Zijn volgelingen sluiten de openingen van hun meester af en timmeren een bekisting rond zijn lotushouding. Als die vele tientallen jaren later open wordt gemaakt blijkt het lichaam nog even gaaf als toen de meditatie aanving; het is zelfs nog iets warmer dan zijn omgeving. Als de Sovjetautoriteiten lucht krijgen van het geval nemen ze het lichaam in beslag. In de kelders van de Moskouse Staatsuniversiteit worden de weefsels van de boeddhist bemonsterd. Men hoopt chemische afwijkingen op het spoor te komen die de wetenschap tot nut kunnen zijn. Dit geschiedt in het diepste geheim, want communisten zijn materialisten, onverhoopte aanwijzingen voor onsterfelijkheid mogen niet in de openbaarheid komen.

De lama van een Russisch-Mongoolse orde blijkt na zijn dood niet te bederven, zijn adepten beschouwen hem als nog in leven. In een speciale vitrine wordt hij door de boeddhistische wereld getransporteerd, opdat gelovigen hem kunnen aanbidden en om raad kunnen vragen. Eenmaal op Chinees grondgebied echter wordt, na arrestatie van de begeleiders, het lichaam geconfisqueerd. Het verdwijnt voorgoed, en spoorloos. Spoorloos? In de Chinese medische cultuur vermaalt men graag zaken waaraan men een geneeskrachtig effect toeschrijft voor consumptie. In de periode na de verdwijning van de lama bereiken veel Chinese topfunctionarissen en hun familieleden een uitzonderlijk hoge leeftijd.

Van een overleden monnik gaat het gerucht dat, hoewel honderdvijftig jaar oud als hij nog in leven zou zijn, hij nog altijd uit zichzelf kan bewegen. Omdat zijn huid nog gaaf is, zijn vlees nog zacht, en zijn gewrichten nog beweeglijk zijn, durft een technisch aangelegde gelovige het aan om in het lijk elektronische circuits aan te leggen, die besturing van de ledematen mogelijk moeten maken. Maar op het moment dat de technicus een koperdraad door het acupunctuurpunt Baihui (Du Mai 20) haalt, valt de verbinding tussen de monnik en de hemel weg: zijn ruggengraat zakt in, de huid valt in schillen van hem af en het onderliggend weefsel wordt vloeibaar. Een ondragelijke pestilente stank vult de ruimte waarin de technicus werkt.

Deze geschiedenis doet denken aan Edgar Allan Poe’s beroemde verhaal ‘De feiten in het geval Valdemar’. Hierin wordt iemand op zijn sterfbed gemagnetiseerd. Nadien treedt nauwelijks nog verandering in zijn lichamelijke toestand op, het verval stokt. Als de overledene na zeven maanden met veel inspanning uit de hypnose wordt gewekt valt zijn lichaam in een paar tellen uiteen tot een rottende massa.

Een mediterende monnik krijgt na jaren training zoveel controle over zijn stoffelijk omhulsel dat hij het niet meer met spijs en zuurstof hoeft te voeden. Hij heeft zijn lichaam omgevormd tot platform voor een telescoop, waarmee hij door een ver weg gelegen microscoop leert kijken. Het is nirvana, maar de monnik stelt vast dat de ‘normale’ doden om hem heen in dezelfde staat verkeren, maar dan zonder lichaam daar beneden. Daardoor kunnen ze vrijer dan hij door dimensies en conceptenstelsels bewegen, nog kleiner alomvattend, nog alomvattender minuscuul; nog onbewuster bewust, nog bewuster onbewust. De monnik moet voor zichzelf toegeven dat zijn ambitie verlicht te raken, het project waar hij zijn leven en al zijn krachten en talenten aan heeft gewijd, hem de minste onder de doden heeft gemaakt.

Een in meditatie overleden monnik wordt door de kloosterelektricien op afstand bestuurbaar gemaakt en van een stem voorzien. Voortaan kunnen de gelovigen, die hem als levend beschouwen, van praktische raadgevingen worden voorzien. De adviezen – het bandje bevat er zeven – klinken blikkerig en worden vanachter gesloten lippen gedebiteerd. Maar omdat de leidsman op gezette tijden met zijn hoofd knikt en een arm optilt, maken ze desondanks diepe indruk.

Het lichaam van een in meditatie gestorven monnik blijft opmerkelijk gaaf, de eigenaar ervan wordt als onsterfelijk beschouwd. De tentoongestelde mummie trekt als stille figuur achter een glasplaat menig vereerder. Het klooster, de kans schoon ziend om geld en invloed te vergaren, geeft een technicus opdracht de figuur met bewegingen en een stem uit te rusten. Zo gezegd, zo gedaan, maar het resultaat overtuigt niet: zelfs de sprekende presidentsbeelden in Disneyworld benaderen het leven meer. De bezoekers, die zich voor de monnik verdrongen toen hij nog een stille figuur achter glas was en dan meenden kleine oogbewegingen of iets van een ademhaling te ontwaren, die bezoekers blijven weg. Na een jaar wordt de figuur weer van het elektriciteitsnet afgeschakeld. De reputatie van de attractie is blijvend geschaad.

Een verhaal uit een psychiatrisch leerboek: een psychotische patiënt hoort zijn vader de hele dag verschrikkelijk tegen hem tieren en vloeken. Hij lijdt zwaar onder de tirades. Zijn therapeut vraagt: ‘Is het écht uw vader, die zo vloekt? Weet u dat zeker?’ ‘Nou en of is hij het! Op dit eigenste moment roept hij: smerig stuk eikelsmeer lulsmeer, godverdomme!’

De psychiater krijgt de vader van de patiënt zover om de teksten waarvan de patiënt verslag heeft gedaan tijdens een therapiesessie daadwerkelijk vanaf de gang te schreeuwen. Verbijstering bij de krankzinnige: ‘Hè? Wat doet papa hier?’ Het leerboek: ‘Realiteit en waan stoten elkaar af als water en olie.’ Overigens controleert de patiënt bij volgende therapiesessies steeds vooraf of er niemand op de gang staat.

Een taoïstische goeroe vertelt volgelingen dat hij met hun bijdragen spaart voor een geklimatiseerde, van snel internet voorziene donkere grot, waarin hij al mediterend een regenbooglichaam zal ontwikkelen. Zijn sponsors kunnen te zijner tijd inloggen en met dit lichaam communiceren, de avonturen ervan volgen en geestelijke bijstand krijgen. Door een vuile scheiding van de leidsman raken de fondsen echter in het ongerede, het plan blijft onuitgevoerd.

De blind geboren sponsor van een in een grot mediterende wijze krijgt een internetverbinding met diens regenbooglichaam, dat niet aan plaats gebonden is. Na enig oefenen slaagt hij erin de ogen van dit lichaam te gebruiken om zelf door een drukke straat te lopen en boodschappen te doen.

De sponsor van een mediterende heremiet vraagt via diens regenbooglichaam naar de komende maatschappelijke ontwikkelingen. Aangezien het lichaam niet aan plaats of tijd gebonden is, krijgt hij de gewenste informatie en koopt hij ruim voordat een viruspandemie uitbreekt aandelen Roche, een bedrijf met een monopolie op testmateriaal.

De blinde sponsor van een mediterende heremiet kan zelfstandig winkelen met de visuele aanwijzingen van diens regenbooglichaam. Maar nadat hij eens op de beurs gehandeld heeft met voorkennis wordt hem de informatie dat er een vrachtauto aankomt onthouden: hij steekt de straat over en wordt overreden.

Een vrouw die al een kwart eeuw blind is, wordt door een handige technicus voorzien van een machientje dat visuele informatie naar auditieve vertaalt. Nadat haar oren jarenlang blootgesteld zijn aan het gepiep en geratel van het apparaat maken haar hersenen eindelijk de klik: ze activeren de visuele schors. Luisterend naar de foto van een besneeuwde berg ziet ze hem opeens midden in haar woonkamer staan.

Een blinde vrouw krijgt een op een camera aangesloten computertje op haar hoofd geplaatst, dat de zichtbare wereld vertaalt naar geluid. Na jaren van geduldig oefenen is ze in staat deze signalen terug te vertalen naar flakkerende filmbeelden van haar omgeving. Op een dag gewordt haar de zegen van de derde dimensie: ze ervaart hoe de diepte zich terugtrekt in de put, de vaagheid in de verte, hoe de eik boven haar uittorent. Een jaar later slaagt ze voor haar examen vrachtauto C.

Een blinde vrachtwagenchauffeuse overrijdt een stekeblinde rijkaard die heeft geprobeerd te profiteren van de rampen die de wereld treffen.

Ik luister met een geestelijke bagage van slechts enkele woorden Russisch jaar in jaar uit naar de radiozender Echo van Moskou, Эхо Москвы. Op een dag staat heel het lelijke land midden in mijn huiskamer.

Een geniale vertaalster wordt vloeiend in haar brontaal. Zij voelt dat ze zoveel ongehoords zoveel beter kan formuleren dat ze de moedertaal als een exuvium afwerpt en verloochent.

Een Indiase knaap – hij lijkt sprekend op het magische genie Ramanujan, maar is geboren in een lagere kaste – wordt zozeer door de precisie en veelomvattendheid van wiskundige concepten overweldigd dat hij de rest van zijn leven geen woord Hindi, Tamil of Engels meer wil of kan uitbrengen. Hij wordt als sadhu vereerd en gevreesd. Formules of oplossingen van hem zijn niet overgeleverd.

Een ambitieuze handschoenenmaker wil als kroon op zijn carrière een stel handschoenen maken die zo precies op eigen handen lijken dat ze noch visueel, noch tactiel daarvan te onderscheiden zijn. Hij neemt een sabbatical. Om voor research en proefnemingen ‘de handen vrij te hebben’ gebruikt hij de eigen extremiteiten als voorbeeld en broddellap. Het project eist alles van zijn kunde en werkkracht. Het resultaat is een paar handschoenen van de huid van rattenjongen op een bed van naaktslakkenmantelschild, met varkensharen en nagels van vruchtenleer. Om ze aan te kunnen trekken – de handschoenen hebben, uiteraard, precies de afmetingen van zijn eigen vlerken – moet de kunstenaar zijn handen eerst uithongeren en ook nog de bovenste schil van de huid laten verwijderen. De handschoenen worden uit de koeling gehaald. Ze passen, en zijn niet van echt te onderscheiden. Maar na enkele uren vervallen ze, de onderliggende handen raken ontstoken en worden grotendeels onbruikbaar: de couturier zal voortaan alleen nog theoretisch kunnen werken.

Een jaar of wat geleden was het onder kunstenaars mode zich te verminken omdat hij/zij het eigen lichaam als object zag of wilde laten zien. Opwindende gedachte deze lieden op te sporen en een fotoboek te maken van hun huidige situatie! Een gat in de markt. Van fakirs, drugsverslaafden en bedreigde stammen zijn inmiddels fotoboeken genoeg.

Nikolai Leskovs ‘De linkshandige’, Левша, is het verhaal van een rivaliteit tussen Engelse en Russische instrumentmakers.[2] De Engelsen hebben als geschenk aan de tsaar een metalen vlo gemaakt op ware grootte. Als je hem opwindt springt en buitelt het diertje. De tsaar begrijpt heel goed dat het een uitdaging is, en geeft zijn eigen vaklui opdracht hen te overtreffen. De Russen smeden daarop hoefijzertjes voor de vlo, die met het blote oog niet meer waarneembaar zijn. In elk hoefijzertje staat de naam gegraveerd van de smid die hem maakte. De geniaalste onder hen, eigenlijk nog een leerling, heeft de nageltjes voor de hoefijzers gemaakt, zo klein dat ze onder een normale microscoop niet eens zichtbaar zijn. Beschikte hij over bijzondere instrumenten? Nee: vakmanschap, gevoel en geloof, daarmee moet én kan ‘de echte Rus’ het doen.

Als jongen keek ik naar De man van zes miljoen, een serie over een astronaut die na een haast fataal ongeluk wordt herbouwd met zes miljoen dollar aan onderdelen. Als ‘bionische man’ bestrijdt hij voortaan de misdaad. Opvallend is dat wanneer hij iets krankzinnig snel doet, zoals rennen of hoofden tegen elkaar slaan, dit in slow motion wordt afgebeeld, als een service aan de kijker. Het verbaast me dat je snelheid en hectiek door vertraging kunt suggereren. In films wordt soms ook het geluid vertraagd of, bij opperste agitatie, helemaal achterwege gelaten.

In de film Robocop wordt een gestorven politieman gereconstrueerd. Terwijl bij De man van zes miljoen de meeste technologie aan de binnenkant zit, is Robocop bijna een en al harnas. Net als de cultuur waarin ik leef, ben ook ik in de periode tussen De man van zes miljoen en Robocop defensiever geworden. De dood is een verstijving.

De dood is een verlossing.

 

 

Noten

[1] Murray Gell-Mann in een Youtube-interview over data-integratie: ‘I think we need to cultivate the habit of synthesizing, of working not only across fields but across different sorts of subject matter, to take a crude look at the whole. Scenario writing is one mode of operation that may be helpful, and if scenario writing identifies tubes of future histories with various different circumstances aligned in one way in one tube and a different way in another tube and so on, there’s still the question of the branching of those tubes and how to estimate the probabilities at the… at each nexus where the… where the tubes branch, and for that one could use, perhaps some day, computer modeling and things of that kind. But It’s all very, very complex and difficult to… to do.’

[2] Ik moest in het verzameld proza van Leskov even zoeken toen ik mijn samenvatting wilde controleren, want ik was ervan overtuigd dat de titel van het verhaal ‘De zilversmeden van Toela’ was. Nogal een verschil met ‘De linkshandige’! Ook de ondertitel Сказ о тульском косом Левше и о стальной блохе, ‘Vertelsel over een schele Linkspoot uit Toela en zijn stalen vlo’, geeft nauwelijks een aanknopingspunt voor mijn vergissing. Waar komt de fout vandaan?