width and height should be displayed here dynamically

Videokunst in de Koninklijke Musea

Sinds het begin van de jaren negentig hebben de Koninklijke Musea van België een selectief aankoopbeleid ontwikkeld dat zich, voor wat de recente kunst betreft, vooral op minimal art en conceptuele kunst richtte – op de generatie van de jaren zestig en zeventig dus. Daarnaast werd er aan de samenstelling van een Broodthaers-ensemble gewerkt. De collectie conceptuele kunst van de Koninklijke is momenteel samengebracht in een kleine, educatief opgevatte presentatie.

In de klassiek kunsthistorische verhouding die de Koninklijke met het recente verleden aannam, lijkt nu verandering te komen, getuige de aankoop van enkele videowerken. Le Détroit (1999/2000) van Stan Douglas bestaat uit een dubbele filmprojectie op een scherm dat vrij in de ruimte hangt. Aan weerszijden van het scherm zien we dezelfde opname – een jonge zwarte vrouw stapt uit haar auto en gaat een vervallen huis in de binnenstad van de Amerikaanse stad Detroit binnen – maar door een klein tijdsverschil tussen de twee projecties lijkt het alsof de vrouw door haar eigen spookbeeld wordt achtervolgd. Douglas heeft voor zijn film onder meer gebruik gemaakt van de kroniek Legends of Le Detroit uit 1884 van Marie Caroline Watson Hamlin en de roman The Haunting of Hill House van Shirley Jackson uit 1959.

De videoinstallatie Déjà Vu (2000) van Douglas Gordon bestaat uit drie simultaanprojecties die een volledige zaal in beslag nemen. Op elke projectie zien we dezelfde film – D.O.A. of Dead on Arrival van Rudolf Maté uit 1949 – maar door kleine verschillen in de projectiesnelheid zouden we de indruk moeten krijgen dat we met drie verhalen te maken hebben die zich, ondanks alle gelijkenissen, toch ook (in figuurlijke zin) naast elkaar afspelen.

Het zal nog even duren voor we deze werken kunnen bekijken; door werkzaamheden in het museum is er momenteel geen geschikte ruimte voor handen om ze te presenteren.