width and height should be displayed here dynamically

WAYS OUT to find the right way in

De tentoonstelling WAYS OUT to find the right way in presenteert volgens de ondertitel het werk van een aantal ‘kritische utopisten’, een wat ongelukkige woordcreatie die herinnert aan potsierlijke etiketten als New Neurotic Realism, waarmee Charles Saatchi enkele jaren geleden een nieuwe kunststroming dacht te lanceren. Woorden als ‘utopie’ en ‘utopist’ worden heden ten dage echter bijna automatisch met adjectieven gerelativeerd. In de voorbije twee eeuwen is immers gebleken dat utopieën een totalitaire kant hebben en dat ze hun kinderen opvreten als men ze in alle ernst in de praktijk wil brengen – terwijl ze in het andere geval, wanneer ze pure utopie blijven, nauwelijks invloed hebben op de maatschappij waarvoor ze een alternatief willen zijn. De recente antiglobaliseringsbeweging vertrekt dan ook niet meer vanuit uitgewerkte utopieën, maar vanuit doorgaans impliciete, niet uitgekristalliseerde utopische impulsen: ze gaat ervan uit dat het anders moet, maar ze poneert geen ideale eindtoestand meer.

De projecten van Nils Norman zijn in zekere zin de meest traditionele bijdragen aan WAYS OUT. Met behulp van tekeningen en modellen stelt hij onder meer zijn Geocruiser voor, een op ‘biodiesel’ voortgedreven bus met plantenkas (inclusief een wormery) en een bibliotheek van radicale geschriften over onder meer utopische architectuur, alternatieve economische systemen en ‘radical gardening’. De Geocruiser zelf, die kennelijk door Europa toert of toerde, is in Den Haag niet te zien. Wel staat in Stroom de bibliotheekfiets, een voertuig dat bij de Geocruiser hoort en dat bedoeld is om het Woord te verspreiden via landweggetjes waar de lompe bus niet kan komen. Het doet denken aan de tijd dat de term ‘utopie’ nog onbekommerd gebruikt kon worden – de tijd dat Roel van Duijn doodleuk voorstelde om op alle autodaken tuintjes aan te leggen. Het is maar de vraag of Norman werkelijk iets van de alternatieve denkbeelden van de jaren zestig en zeventig weet te reactiveren – hij blijft toch te zeer in nostalgie steken, in een retro-utopie. Een groot contrast daarmee vormt de veel minder dromerige en meer activistische werkwijze van Kyong Park, oprichter van het International Center for Urban Ecology in Detroit, die onder meer een videofilm laat zien over de totale verslumming van de stad na het wegtrekken van bedrijven en de blanke middenklasse. Vanaf midden maart zal in Den Haag ook de helft van een verlaten huis uit de jaren twintig worden getoond, door Park in tweeën gezaagd en de hele wereld rondgestuurd. Dit is echter vooral een PR-stunt voor de projecten die Park in Detroit zelf entameert met de (resterende) bewoners, en die erop gericht zijn om te midden van de ruïnes en braakliggende terreinen weer iets op te bouwen.

Waar Park internationale aandacht genereert voor zijn locale benadering, pakt Ocean Earth de zaken meteen aan op wereldschaal. In Stroom resulteert dat in een vrij troebele installatie van Ocean Earthlid Peter Fend (die er overigens enkele dagen na de opening nog aan werkte), bestaande uit stukken van landkaarten en tekeningen van oceaanstromen. Ocean Earth wil de wereld kennelijk ‘vanuit de oceanen’ denken. Het collectief ageert tegen de fixatie op olie als energiebron en bepleit onder meer zeewier als alternatief – in de haven van Scheveningen is dan ook een experimentele zeewierkwekerij geïnstalleerd. Uit de video (Stroom liet over alle deelnemers korte documentaires maken) blijkt dat Ocean Earth ook opkomt voor de – door bedrijven en overheden ingeperkte – beschikbaarheid van satellietbeelden, die informatie geven over milieukwesties. Dit alles wil bij Stroom echter niet in een coherente en overtuigende presentatie uitmonden.

Dat probleem speelt niet bij One Architecture + Berend Strik, die de zaken heel wat minder grootschalig aanpakken. Middels een maquette en een aantal prints en collages in de vorm van bloemen, presenteren zij plannen voor een betere huisvesting voor bejaarde kunstenaars – die gaan immers ‘nooit met pensioen’ en moeten dus op een plek leven die meer weg heeft van een cultureel centrum dan van een traditioneel bejaardentehuis. Het is een belangwekkend project, al is de offensieve truttigheid van de presentatie (waarmee bejaarden toch weer als een soort kinderen worden behandeld) wat irritant; men gaat bijna naar de warrige grootsheid van Ocean Earth verlangen. Al met al toont Stroom met de concrete aanpak van One Architecture + Berend Strik en van Kyong Park, de retroachtige voorstellen van Norman en de globale visioenen van Ocean Earth op exemplarische wijze de kronkelige wegen van de utopische verbeelding in een tijdperk waarin de term utopie besmet is, maar utopische impulsen noodzakelijker zijn dan ooit – als de wereld tenminste niet één groot, mondiaal Detroit wil worden.

 

• WAYS OUT to find the right way in. Kritische Utopisten loopt tot 27 april in Stroom hcbk, Spui 193-195, 2511 BN Den Haag (070/365.89.85; www.stroom.nl).