Willem Oorebeek. OBSTAKLES

Het is moeilijk om niet met een hedendaagse, door de actualiteit gevormde blik naar de tentoonstelling van Willem Oorebeek (1953) in WIELS te kijken. Je kan hem een mediakunstenaar noemen, een medium tussen andere media. Inspiratie voor zijn beelden komt in de eerste plaats uit drukwerk. Hij heeft zich daar na zijn opleiding grafiek, schilderen en tekenen aan het begin van de jaren zeventig in Rotterdam in vastgebeten en blijft tot vandaag verbeten doen waar hij steeds beter in werd. Doorheen dat drukwerk schemeren beelden van andere media: van tv, van kunst en mode, tot sociale media – nieuwe(re) media die verder werken op wat voorafging. In de woorden van Marshall McLuhan: elk nieuw medium draagt een ouder medium in zich. Zo wijzen de beelden van Oorebeek voor- en achteruit: van Gutenberg tot Zuckerberg en weer terug.
Vooruitkijken door achteruit te kijken, zo werkt OBSTAKLES, met werken uit vijf decennia die samen een geschiedenis van de actualiteit vormen. Al die verdwijnende en verschijnende beelden zijn als spoken van de waan van de dag. In de verschillende zalen op de eerste en tweede verdieping zie je altijd meer van hetzelfde: MORE OF THE SAME, of M.O.T.S. Oorebeek zoekt patronen van stereotypen en typologieën. Hij vindt veranderingen en gelijkenissen. Hij werkt met een gevoel, een gevoeligheid, met voelende ogen. Hij beweegt tussen de haptische en de conceptuele blik, tussen het tactiele en het afstandelijke.
De tentoonstelling opent sterk met een zaal vol levensgrote portretten van mensen die je recht in de ogen kijken. De beelden komen uit Vertical Club, een reeks die Oorebeek verzamelde sinds 1994 en die hij in 2013 samenbracht in een boek (Vertikal Klub) met analyses van wat hij ziet, geprint over de beelden. Voor deze en eerdere tentoonstellingen maakte de kunstenaar scans van pagina’s uit het boek, geprint op mensenmaat.
De les, de verbeelding, de (re)presentatie, de analyse, het drukken, de gelaagdheid, de humor ook, de kopie en het origineel: motieven die doorwerken in zijn oeuvre komen samen in die eerste zaal. Het zelf ook: hoe mensen zich tonen, hoe Oorebeek naar die beelden kijkt, hoe hij zich een plaats geeft in die reeks, naast Eran Schaerf in een dubbelportret geïnspireerd door Warhols Double Elvis – een dubbelportret dat, om het nog persoonlijker te maken, naast een foto van zijn overleden moeder hangt. En hoe hij uiteindelijk de bezoeker naar zichzelf doet kijken, levensgroot en van kop tot teen, gespiegeld in Pirelli Portal (1994). Van het stereotype naar het zelf en weer terug.
Pirelli Portal is een glasplaat van één meter bij twee, de grootte van een deur voor één persoon, met daarachter een strook Pirellirubber met de typische noppen tegen het uitschuiven. Die noppen vormen een raster en dat raster maakt van de kijker een beeld: een levensgrote selfie, gerasterd en niet gepixeld. Opnieuw (voor wie dat wil): een beweging van de drukpers richting digitale media.
Dat raster keert terug in de volgende zaal met vroeg werk waarvan Oorebeek originelen toont, op fragiel Japans papier, naast kopieën van bestaande werken. OBSTAKLES is een fragiele tentoonstelling. Dat begint bij de drager van veel werk: papier. Soms hangen er bruiklenen uit collecties, getransporteerd in klimatologische kisten. Soms zijn er collecties die zijn werk niet uitlenen en dan schrikt de kunstenaar er niet voor terug om nieuwe prints te maken van oud werk. Zo eigent hij zich zijn reeds verkochte beelden toe. Kopieën van het origineel: herhalingen met een verschil.
Die fragiliteit is uiteindelijk ook de reden van alle handelingen die Oorebeek uitvoert met beelden uit gedrukte media. Het zijn vluchtige beelden, beelden voor het nu, die een maand, een week of zelfs een dag later alweer vervangen zijn door andere beelden. Die vluchtigheid beweegt hem sinds 1999 tot de BLACKOUTS: mediabeelden – posters van Paris Match of van P-Magazine bijvoorbeeld – overdrukt met zwarte inkt. De beelden verdwijnen, maar niet helemaal, naargelang de hoek waaruit je kijkt. Het wordt een uitdaging. Je moet rond het beeld dansen om het te zien. Of zoals Oorebeek het formuleert: ‘Door het uit de zichtbaarheid te halen, wordt het ding gered.’ Die redding vertrekt vanuit interesse, affiniteit, affectie, verbondenheid – een sympathie én een zwakheid voor beelden die hij uit de vergetelheid wil halen.
OBSTAKLES gaat over het zelf en de gemeenschap, over de manier waarop men zich herkent in de ander, over identiteit en identificatie. Er zit een uniformiteit in de beelden en in de manier waarop Oorebeek ze behandelt, elke keer toch weer een beetje anders. Voor MORE CLUB (M.O.T.S.) uit 2013 drukt hij verschillende covers van hetzelfde magazine over elkaar. Het logo van het blad blijft op dezelfde plaats terwijl de neuzen, ogen, oren of haren van de hoofden op de covers verspringen van plaats. Het zijn verschuivingen, echo’s, die ook elders op de tentoonstelling altijd op een andere manier naar gelijkende dingen doen kijken.
Kijken met de ogen van de ander. Je verplaatsen in de ander. Samen of collectief kijken. De eerste verdieping eindigt met een video op zes schermen, Budget Eating (2006), waarin Oorebeek en Koenraad Dedobbeleer op restaurant zitten – gemaakt toen Dedobbeleer in 2007 genomineerd was voor de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst, die niet werd uitgereikt. De tweede verdieping vangt aan met BILD, oder, een langlopende samenwerking tussen Oorebeek en Joëlle Tuerlinckx, op basis van hun archieven. Meer van hetzelfde, maar opnieuw helemaal anders. Verticaal wordt horizontaal, kijken naar werk wordt werken rond kijken.
Het is veel, en het is conceptueel. Het is een les in observeren. Ik denk graag dat de titel van de tentoonstelling daaruit voortkomt: OBS/TAK/LES. Het is geen Nederlands en geen Engels, het klinkt als iets uit de Griekse oudheid, maar het is een zich voortdurend actualiserende les in observeren, met een ‘tak’ in het midden, als verbindend obstakel dat ook een hulpmiddel is. Een tentoonstelling voor iconofiele iconoclasten, en voor wie houdt van beelden en verbeelden.
• Willem Oorebeek. OBSTAKLES, tot 27 april, WIELS, Van Volxemlaan 354, Brussel.