width and height should be displayed here dynamically

Gülsün Karamustafa. Hollow and Broken: A State of the World

Gülsün Karamustafa. Hollow and Broken: A State of the World, La Loge, Brussel, 2025, foto Lola Pertsowsky

De Turkse kunstenaar Gülsün Karamustafa (1946) herwerkte voor La Loge in Brussel haar gelijknamige installatie voor het Turkse paviljoen op de Biënnale van Venetië in 2024. De drie componenten ervan staan opgesteld in de ‘Tempel’ van La Loge. Her en der op de vloer staan bekistingen in kunststof, bestemd als gietvorm voor imitaties van Korinthische en enkele Dorische zuilen. Aan het plafond hangen drie glazen luchters. Op de donkergekleurde achterwand van het podium toont een klein videoscherm, in loop, een montage van filmfragmenten van deportaties en massaprotesten. Hoge, snerpende tonen van Furkan Keçeli creëren een unheimische achtergrond bij het geheel.

Op het eerste gezicht is de enige gemene deler tussen deze elementen dat het om readymades gaat. De bekistingen voor de zuilen werden online aangekocht. De lusters zijn samengesteld uit restanten afkomstig van Venetiaanse glasblazerijen. De filmbeelden zijn ontleend aan CriticalPast.com. Toch zijn deze readymades geen zetten op een kunstkritisch schaakbord, zoals bij Duchamp. Karamustafa assembleert ze tot beelden die werken als pars pro toto of symbool van de hedendaagse cultuur.

Dat geldt in het bijzonder voor de bekistingen voor de zuilen. De tentoonstellingstekst vermeldt niet zonder reden dat ze werden aangekocht bij een Chinese leverancier. Ze staan per twee of drie in uiteenlopende formaten opgesteld. Knalrode stalen schoren in diverse vormen houden ze overeind of schermen ze af, alsof ze wachten om gevuld te worden met gips. Die opzichtige enscenering zet niet alleen de kitscherigheid van de zuilen in de verf, dit zijn ook simulacra van een (bouw)cultuur die niet meer bestaat, tenzij als consumptiedecor.

In het licht van Karamustafa’s oeuvre is dat geen ironische grap, zoals ook Anti-Hamam Confessions (2010) bewijst. Die film staat op de website van La Loge en was in 2015 te zien op een tentoonstelling van Karamustafa en Koen Theys in Centrale en Argos (zie ook De Witte Raaf, nr. 179). Het is een treurzang bij de teloorgang van de hamam, gemeden door Turken van Karamustafa’s generatie uit ongemak over de oude cultuur waar een dergelijk publiek stoombad voor stond. Vervolgens werden de eeuwenoude badhuizen ingepalmd door toeristen, als een tweede vervreemding van het eigen verleden. Een hamam van de legendarische architect Mimar Sinan uit de vijftiende eeuw werd zelfs een shopping mall. De film is een treffende beschrijving van de tomeloze speculatie, consumptie en toeristische druk die sinds enkele decennia de ‘ziel’ van Istanbul bedreigt. De kitsch, zichtbaar in de zuilen in de tentoonstelling, is er nu alomtegenwoordig, en dat is minder ‘leuk’ dan het lijkt: de stad wordt leeggezogen door het kapitalisme, steunend op een autoritair bewind dat zich beroept op de islam. De historische kant van de islam verkettert het winstbejag, terwijl de hedendaagse en ideologische kant dient als ijsbreker voor (economisch) geweld.

Het maakt de connectie met de drie luchters, gemaakt van geblazen glas uit Murano, evidenter. Met uitzondering van enkele tourist traps ging de glasindustrie in Venetië teloor, net als het stedelijke leven zelf. De reden is – mutatis mutandis – dezelfde als in Istanbul: exploitatie maakt de stad onleefbaar. Karamustafa ontdekte dat Murano nog veel opslagplaatsen telt met reserveonderdelen, zoals bloemen, kransen en versieringen van kleurig glas die luchters hun luister gaven. Zulke verlichtingsarmaturen drukten ooit de rijkdom, verfijning en macht van de elite uit, maar boden veel Venetianen ook werk en inkomen. Bij nader inzien blijken de ornamenten in La Loge een bizar ratjetoe van vormpjes en kleurtjes. De onderdelen van de lusters zijn echt Venetiaans, maar het geheel is alweer een simulacrum, dat niet verschilt van de glazen kitsch die in Venetië wordt verkocht.

Rond de lusters hangt echter een wolk van ijzerdraad met scheermesjes, wat een dergelijke interpretatie op de helling zet. Karamustafa sluit de onzekerheid die zo ontstaat meteen kort, door met nadruk te stellen dat de luchters symbool staan voor de drie grote monotheïstische godsdiensten. Het is een lezing die bij niemand spontaan zou opkomen, en die weinig verduidelijkt, behalve dat Karamustafa geen wezenlijk onderscheid maakt tussen die godsdiensten, want de drie luchters zijn even ‘ontaard’, vals verleidelijk en gevaarlijk. Als de lusters staan voor de cultuur die rond de godsdiensten groeide – verleidelijk, mooi, maar ook dwingend – dan zijn die culturen ontaard tot een kitscherige grap, als schimmen van wat ze ooit waren. De scheermesjes verwonden onderhuids, ongemerkt, en ze laten een samenleving bloeden tot slechts een karkas overblijft. Godsdiensten, als ideologisch vehikel, zijn dodelijk.

Het kan een krasse, overhaaste interpretatie lijken, maar andere films van Karamustafa tonen hoe zij uiterst kritisch kijkt naar de verhouding tussen persoonlijke ervaringen en ideologisch geweld, of het nu militair of religieus van aard is. Ook de videomontage, het derde element in de voorstelling, suggereert dat. In een eerste deel worden historische beelden van deportaties en gevangenschap gemonteerd. Karamustafa vermijdt de ultieme horror – Joodse concentratiekampen – maar de reportages uit Athene, Istanbul en Azië zijn even huiveringwekkend als de actuele beelden van oorlogsgeweld die telkens weer gekaderd worden als ‘etnische’ en ‘religieuze’ conflicten, zonder dat de vraag rijst waar de wapens vandaan komen en wie daar belang bij heeft. Een tweede reeks toont mensen die in opstand kwamen tegen zulk geweld, tijdens de jeugdjaren van de kunstenaar, in Parijs, Berlijn, Zuid-Afrika, Italië, Chili… Het lijkt een kleine zucht van hoop in een melancholische, pessimistische tentoonstelling, maar de vreselijke twintigste eeuw duurt ondertussen al een kwarteeuw langer.

Karamustafa is als een roepende in de woestijn, maar het is alsof ze de hoop op een wederwoord opgaf. Haar werk lijkt een naschrift bij wat ooit ‘cultuur’ heette, maar ondertussen ten onder ging. Het centrale werk is een cirkelvormig zwart hek, dat scherven glas en brokstukken van een bekisting omkranst. Het lijkt treffend op de balustrade rond de put met de cenotaaf van Napoleon in het Panthéon in Parijs, of rond de cenotaaf van Kemal Atatürk in Istanbul, vandaag zorgvuldig weggemoffeld door de nieuwe aanleg van het Taksimplein, met winkelcentra die poseren als oude kazernes. Het waren ooit eerbiedwaardige monumenten, maar vandaag buigen we voor brol. Het heden is net als het verleden dood, maar we weten het nog niet.

 

• Gülsün Karamustafa. Hollow and Broken: A State of the World, tot 6 april, La Loge, Kluisstraat 86, Brussel.