width and height should be displayed here dynamically

Contour – Biënnale voor Bewegend Beeld.

De ondertitel van de zesde Biënnale voor Bewegend Beeld is Leisure, Discipline and Punishment – vrije tijd, discipline en straf: een allusie op het bekende boek van Michel Foucault, die duidelijk maakt dat deze editie de sociale codes en gedragspatronen binnen publieke of semipublieke instellingen wil onderzoeken. Contour vindt dan ook gedeeltelijk plaats in dergelijke instellingen: de Mechelse gevangenis, het stadion van KV Mechelen, de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk en het Hof van Busleyden vormen de locaties voor de tentoonstelling. De eerste twee zijn slechts op gezette tijdstippen en maar ten dele voor het publiek toegangelijk. Het Hof van Busleyden is het centrum van het evenement, waar de meeste kunstwerken en de curatoriële boodschap van Jacob Fabricius samenkomen.

De scenografie in Hof ter Busleyden is op zijn zachtst gezegd opvallend. In de weidse, ondergrondse tentoonstellingsruimte is met stellingen en staalplaten een dubbele constructie opgezet waarin én waarop de kunst getoond wordt. Het geheel lijkt op een bouwkeet, of een uit de hand gelopen beursstand, met hellende vlakken naar het dak. Het meest vervelende aan de constructie is echter de auditieve ruis: de geperforeerde platen en de afwezigheid van isolatiemateriaal maken dat de vele werken voor elkaar een storende aanwezigheid zijn. Het geluid en de aanblik van voetstappen boven je hoofd vergemakkelijken de kijkervaring evenmin. Zelden is het mogelijk, zelfs met de hoofdtelefoon, om in alle rust een video te volgen. Qua ‘straf’ voor de bezoeker kan dit tellen.

Slechts een handvol werken biedt een interessante kijk op de thematiek. De ietwat oudere video How to Live in the FRG (1990) van Harun Farocki bundelt alledaagse episodes uit het leven in de Duitse Bondsrepubliek: een leraar gebiedt kinderen ‘uniform’ de straat over te steken, een vroedvrouw in opleiding wordt herhaaldelijk op foute handelingen gewezen… Het werk gaat over genormaliseerde dwang, en over de transformatie van het ‘liberale’ Westen in een niets ontziende controlemaatschappij. Een ander voorbeeld is het op ware feiten gestoelde Zählen! (2008) van Judith Hopf, waarin een paard optreedt dat over de ‘gave’ beschikt om toeschouwers vermomd als clowns te ‘tellen’. Bij nader inzien blijken zijn kunsten slechts ingegeven door de reacties van het publiek. Deze werken springen allusief en ludiek om met de notie van discipline. Ze laten ruimte voor een genuanceerd en gecompliceerd beeld, net door het onderwerp slechts indirect in beeld te brengen. Zo verkent Hopf compulsief gedrag als een combinatie van fictie en realiteit, en toont Farocki dat sociale controle vaak geïnternaliseerd en genormaliseerd is, en dus niet noodzakelijk tot een gebouw of regime te herleiden valt.

Dit laatste mag een les zijn voor de resem kunstenaars in deze biënnale die op banale wijze gevangenissen, voetbalstadia, of andere instellingen incorporeren in hun werk. Het statische shot van een gevangenismuur in Sarah Vanhees I Screamed and I Screamed and I Screamed (2013) zou over maatschappelijke exclusie gaan, maar brengt ons niets bij over die problematiek; hetzelfde geldt voor de hernemingen van filmische ‘gevangenisscènes’ in Prison Score (Liz Magic Laser, 2012), die het thema herintegratie zouden behandelen. Ook de abstracte linosneden Mass and Order (2013) van Søren Andreasen doen geen zinnige uitspraak over de thema’s van deze editie. De thematiek verschijnt in deze werken als een overbodig, louter formalistisch motief. Bovendien spreekt net uit de productie van deze werken compulsief gedrag. I Screamed… en Prison Score zijn opgenomen voor de muur en in een cel van de Mechelse bajes, en de linosneden van Andreasen zijn gemaakt op maat van drie plekken: de Mechelse gevangenis, kerk, en het stadion. Alsof Contour per definitie in relatie moet gaan met de stad, worden deze gebouwen met alle geweld in de werken betrokken. Anders gezegd, het échte controleorgaan is hier de cultuurdienst Mechelen en diens curatoriële handpop.

In Het bruin van Mechelen (2013) van Jos de Gruyter & Harald Thys worden statische shots van de Mechelse binnenstad begeleid door een trage, elektronische stem. De stem verhaalt niet over wat zichtbaar is, maar over een beklimming van de Mont Ventoux, over reptielen, of over tips voor een gezonder leven. De verhalen zijn uiterst banaal; de stem is afstandelijk; en de stad duikt onnodig en op weinig betekenisvolle wijze in het werk op. Beter dan dit kan Contour 2013 niet samengevat worden.

 

Contour – Biënnale voor Bewegend Beeld, tot 3 november in Mechelen. Informatie: 015/33.08.01; www.contourmechelen.be.